Referentietypes en hun verwerking
Naast het gebruikelijke analoge ingangssignaal en de signalen van het
bedieningspaneel accepteert de omvormer diverse andere referenties.
• De omvormerreferentie kan door twee digitale ingangen worden gegeven: de ene
digitale ingang verhoogt het toerental, de andere verlaagt het.
• De omvormer kan met behulp van een wiskundige functie een referentie
samenstellen uit twee analoge ingangssignalen: optellen, aftrekken,
vermenigvuldigen en delen.
• De omvormer kan met behulp van wiskundige functies een referentie
samenstellen uit een analoog ingangssignaal en een signaal ontvangen via een
seriële communicatie-interface: optellen en vermenigvuldigen.
• De omvormerreferentie kan door een frequentie-ingang gegeven worden.
• In de externe besturingsplaats EXT1/2 kan de omvormer met behulp van een
wiskundige functie een referentie samenstellen uit een analoog ingangssignaal
en een signaal dat door sequentieel programmeren ontvangen is: optellen.
Het is mogelijk de externe referentie zodanig in te schalen dat de minimum- en
maximumwaarden van het signaal corresponderen met een ander toerental dan de
onderste en bovenste toerentallimieten.
Instellingen
Parameter
Groep
11 REFERENTIE KEUZE
Groep
20 LIMIETEN
Groep
22 ACCEL/DECEL
Groep
24 KOPPELREGELING
Groep
32 BEWAKING
Diagnostiek
Actueel signaal
0111/0112
Groep
03 ACTUELE STATUS
Aanvullende informatie
Externe referentie voor bron, type en schaal
Bedrijfslimieten
Acceleratie- en deceleratiehellingen voor de
toerentalreferentie
Opbouw- en afbouwtijden voor de koppelreferentie
Referentiebewaking
Aanvullende informatie
REF1/REF2 referentie
Referenties in verschillende stadia van de
referentieverwerkingsketen
Programmakenmerken 131