158 Programmakenmerken
Meting van de motortemperatuur via de standaard I/O
Deze sectie beschrijft de temperatuurmeting van één motor wanneer de I/O-klemmen
van de omvormer als de interface worden gebruikt.
De motortemperatuur kan gemeten worden met PT100- of PTC-sensoren
aangesloten op de analoge ingang en uitgang.
Eén sensor
Motor
T
3.3 nF
WAARSCHUWING! Volgens IEC 664 is voor de aansluiting van de
motortemperatuursensor dubbele of versterkte isolatie tussen de onder
spanning staande motoronderdelen en de sensor noodzakelijk. Versterkte isolatie
omvat een vrije afstand en kruipafstand van 8 mm (apparatuur van 400/500 V AC).
Als het geheel niet voldoet aan de eisen, moeten de aansluitklemmen op de I/O-kaart
beveiligd worden tegen contact en mogen ze niet aangesloten worden op andere
apparatuur, of moet de temperatuursensor galvanisch worden gescheiden van de
I/O-klemmen.
Drie sensoren
AI1
Motor
GND
T
T
AO
GND
T
3.3 nF
AI1
GND
AO
GND