234 Actuele signalen en parameters
Alle parameters
Nr.
Naam/Waarde Omschrijving
23
TOERENREGELING
2301 VERSTERKING
0.00...200.00
2302 INTEGRATIE
TIJD
Variabelen van de toerenregeling. Zie de sectie
van de toerenregelaar
Opmerking: Deze parameters hebben geen effect op de
werking van de omvormer in scalar-besturing, d.w.z.
wanneer parameter
9904 MOTOR CTRL MODE
op SCALAR.
Definieert een relatieve versterking van de toerenregeling.
Een grote versterking kan oscillatie in het toerental
veroorzaken.
Onderstaande afbeelding toont de toerenregelinguitgang
nadat een constante fout is opgetreden.
%
Fout-
waarde
Regeling-
uitgang =
K
· e
p
Opmerking: Gebruik autotune run (parameter
AUTOTUNE
RUN) om automatisch versterking in te stellen.
Versterking
Definieert de integratietijd van de toerenregeling. De
integratietijd voor de toerenregeling bepaalt de snelheid
waarmee de uitgang verandert als de foutwaarde constant
is. Hoe korter de integratietijd, des te sneller de constante
foutwaarde wordt gecorrigeerd. Door een te korte
integratietijd wordt de regeling instabiel.
Onderstaande afbeelding toont de toerenregelinguitgang
nadat een constante fout is opgetreden.
%
Regeling-uitgang
K
· e
p
K
· e
p
Opmerking: Gebruik autotune run (parameter
AUTOTUNE
RUN) om automatisch versterking in te stellen.
op pagina 145.
Versterking = K
T
= Integratietijd = 0
I
T
= Differentiatietijd = 0
D
Regeling-
uitgang
Versterking = K
T
= Integratietijd > 0
I
T
= Differentiatietijd = 0
D
e = Foutwaarde
T
I
Def/FbEq
Afregeling
ingesteld is
5.00
= 1
p
e = Fout-
waarde
t
2305
1 = 0.01
0.50 s
= 1
p
t
2305