De motortemperatuur kan ook gemonitoord worden door een PTC-sensor en
een thermistorrelais aan te sluiten tussen de +24 V DC voedingsspanning van de
omvormer en een digitale ingang. De figuur hieronder toont de aansluiting.
WAARSCHUWING! Volgens IEC 664 is voor de aansluiting van de thermistor
op de digitale ingang dubbele of versterkte isolatie tussen stroomvoerende
delen van de motor en de thermistor vereist. Versterkte isolatie omvat een vrije
afstand en kruipafstand van 8 mm (apparatuur van 400/500 V AC).
Als de thermistoraansluiting niet aan de vereisten voldoet, moeten de andere I/O-
klemmen van de omvormer worden geïsoleerd of moet een thermistorrelais worden
gebruikt om de thermistor van de digitale ingang te isoleren.
Instellingen
Parameter
Groep
13 ANALOGE INGANGEN
Groep
15 ANALOGE UITGANGEN
Groep
35 MOTOR TEMP METING
Overig
Aan de motorzijde moet de kabelafscherming worden geaard, bijvoorbeeld via een
condensator van 3,3 nF. Als dit niet mogelijk is, mag het scherm niet worden aangesloten.
Diagnostiek
Actueel signaal
0145
Alarm/Fout
MOTOR TEMPERATUUR/MOTOR
OVERTEMPERATUUR
Par.
3501
=
THERM(0)
Thermistor
relais
T
Motor
Aanvullende informatie
Instellingen analoge ingangen
Instellingen analoge uitgangen
Instellingen motortemperatuurmeting
Aanvullende informatie
Motortemperatuur
Aanvullende informatie
Te hoge motortemperatuur
Programmakenmerken 159
of
THERM(1)
DI1...5
+24 V DC