Werkbereik
De omvormer heeft instelbare limieten voor het toerental, de stroom (maximum), het
koppel (maximum) en de gelijkspanning.
Instellingen
Parametergroep
20 LIMIETEN
Vermogensbegrenzing
Vermogensbeperking wordt gebruikt om de ingangsbrug en de DC tussenkring te
beschermen. Als het maximaal toegestane vermogen overschreden wordt, wordt het
omvormerkoppel automatisch begrensd. De maximale overbelasting en de continue
vermogenslimiet zijn afhankelijk van de omvormer hardware. Zie voor de specifieke
waarden het hoofdstuk
Automatische resets
De omvormer is voorzien van een automatische resetfunctie na de volgende fouten:
overstroom, overspanning, onderspanning, externe en "analoge ingang onder een
minimum" -fouten. Elk van deze automatische resets moet door de gebruiker worden
geactiveerd.
Instellingen
Parameter
Groep
31 AUTO-RESET
Diagnostiek
Alarm
AUTORESET
Bewakingen
De omvormer controleert of bepaalde door de gebruiker gekozen variabelen binnen
de door de gebruiker ingestelde limieten blijven. De gebruiker kan limieten instellen
voor het toerental, de stroom, enz. De status van de bewaking kan aangegeven
worden via relais of digitale uitgang.
De bewakingsfuncties werken binnen 2 ms.
Instellingen
Parametergroep
32 BEWAKING
Technische gegevens
Aanvullende informatie
Instellingen Automatische reset
Aanvullende informatie
Alarm automatische reset
Programmakenmerken 151
op pagina 371.