Keuze van besturingskabels
Algemeen
Alle analoge besturingskabels en de kabel voor de frequentie-ingang dienen
afgeschermd te zijn.
Gebruik voor analoge signalen een dubbel afgeschermde kabel bestaande uit een
getwist paar (Afbeelding a, bijv. JAMAK van Draka NK Cables). Gebruik één apart
afgeschermd paar voor elk signaal. Gebruik geen gemeenschappelijke retourkabel
voor verschillende analoge signalen.
Een dubbel afgeschermde kabel is het beste alternatief voor digitale
besturingssignalen, maar een enkelvoudig afgeschermde of niet-afgeschermde
getwiste multipaar-kabel (Afbeelding b) is ook bruikbaar. Gebruik echter voor een
frequentie-ingang altijd een afgeschermde kabel.
a
Dubbel-afgeschermde, getwiste
multipaar-kabel
Laat analoge en digitale signalen door aparte kabels lopen.
De signalen die via relais worden bestuurd, kunnen in dezelfde kabels lopen als de
digitale ingangssignalen, aangenomen dat hun spanning niet hoger is dan 48 V. Het
wordt aangeraden de door relais bestuurde signalen als getwiste paren te laten
lopen.
Combineer nooit 24 V DC en 115/230 V AC signalen in dezelfde kabel.
Relaiskabel
Het kabeltype met gevlochten metallische afscherming (bijvoorbeeld ÖLFLEX van
LAPPKABEL) is door ABB getest en goedgekeurd.
Kabel voor bedieningspaneel
Bij afstandsbediening mag de kabel die het bedieningspaneel verbindt met de
omvormer nooit langer zijn dan 3 meter (10 voet). Het kabeltype dat door ABB getest
en goedgekeurd is, wordt gebruikt in de optiekit voor het bedieningspaneel.
Kabelloop
De motorkabel mag niet in de buurt van andere kabelroutes worden gelegd. De
motorkabels van verschillende omvormers kunnen wel naast elkaar lopen.Het
verdient aanbeveling de motorkabel, netvoedingskabels en besturingskabels in
Planning van de elektrische installatie 41
b
Enkelvoudig afgeschermde,
getwiste multipaar-kabel