Download Print deze pagina

Philips Azurion Gebruiksaanwijzing pagina 311

Advertenties

Technische informatie
Veldgrootte
In het algemeen moet de benodigde detectordosis groter zijn bij kleinere veldgrootten om te
compenseren voor een toename van waargenomen ruis bij kleinere veldgrootten. Daarom zullen de
luchtkerma en luchtkermahoeveelheid groter zijn bij kleinere veldgrootten.
OPMERKING Overweeg inzoomen op doorlichtingsbeelden met de juiste collimatie in plaats van het
OPMERKING In tegenstelling tot luchtkerma vermindert het dosisoppervlakproduct bij kleinere
Voor elke doorlichtingsflavor en elk opnameröntgenprotocol is een programmeerbare
'dosisverhouding' per veldgrootte en per röntgenvlak beschikbaar. De dosisverhouding geeft per
beschikbare veldgrootte de procentuele toename van de detectordosis weer ten opzichte van de
detectordosis bij de grootste veldgrootte.
In de onderstaande voorbeelden neemt de referentieluchtkerma ongeveer evenredig toe met de
dosisverhoudingen. Hetzelfde geldt voor de referentieluchtkermahoeveelheid voor doorlichting.
Het volgende voorbeeld geeft de referentieluchtkermawaarden voor een vasculaire procedure bij
verschillende veldgrootten op C12/F12-systemen.
C12/F12‐systeem
Röntgenprotocol
Cerebraal
De gebruikte meetcondities zijn in overeenstemming met
referentieluchtkerma (Pagina
Het volgende voorbeeld geeft de referentieluchtkermawaarden voor een vasculaire procedure bij
verschillende veldgrootten op F15-systemen.
F15‐systeem
Röntgenprotocol
Hoofd
De gebruikte meetcondities zijn in overeenstemming met
referentieluchtkerma (Pagina
Het volgende voorbeeld geeft de referentieluchtkermawaarden voor een vasculaire procedure bij
verschillende veldgrootten op C20/F20-systemen.
Azurion Uitgave 1.2 Gebruiksaanwijzing
gebruik van een kleine veldgrootte. Digitaal inzoomen heeft geen invloed op de
luchtkerma.
veldgrootten, zodat het gebruik van een kleine veldgrootte de kans op stochastische
effecten verkleint. Voor pediatrische procedures kan bijvoorbeeld een kleine
veldgrootte geschikter zijn.
Cerebraal
2 bps laag
331).
Dosisverhoud‐
ing (%)
Veldgrootte
(cm)
Patiënttype
Helder-
2 bps laag
Standaard
heid
331).
Systeeminstellingen die de stralingsdosis beïnvloeden
Dosisverhoud‐
ing (%)
100
Veldgrootte
(cm)
30
Patiënttype
Standaard
1,021
Instelling metingen
100
110
39
37
0,590
0,649
Instelling metingen
311
110
130
155
27
22
19
Ref. AK (mGy/beeld)
1,132
1,358
1,650
130
150
180
31
27
22
Ref. AK (mGy/beeld)
0,780
0,914
1,112
1,357
Philips Healthcare 4522 203 52611
185
15
2,015
215
260
19
15
1,672

Advertenties

loading