Download Print deze pagina

Philips Azurion Gebruiksaanwijzing pagina 181

Advertenties

2D Quantitative Analysis (optie)
U kunt katheterkalibratie uitvoeren op een recht kathetersegment of een gebogen segment; u dient
echter altijd een niet-taps toelopend segment te gebruiken. Het gebruik van een taps toelopend
segment voor kalibratie zal resulteren in onjuiste meetresultaten.
1 Gebruik de navigatiewerkbalk om de serie te bekijken en selecteer een beeld dat moet worden
gebruikt voor de kalibratie.
OPMERKING U kunt op elk moment het kalibratiebeeld wijzigen door te klikken op Change
2 Klik op de taak Calibration (Kalibratie).
3 Klik op Catheter (Katheter) in de lijst Select calibration method (Kalibratiemethode selecteren).
4 Klik op Draw (Tekenen) in het bedieningspaneel en ga als volgt te werk:
• Klik op de middellijn van de katheter op het gewenste beginpunt.
• Klik nogmaals om een punt verder langs de middellijn te plaatsen.
• Ga door met het plaatsen van punten langs de middellijn en dubbelklik daarna op het gewenste
Voor aanvullende informatie, klikt u op Help in het bedieningspaneel.
5 Om de contouren van de katheter te verbergen of weer te geven tijdens het werk, selecteert of wist
u Hide (Verbergen) in het bedieningspaneel.
6 Om een contour te bewerken, klikt u op Edit (Bewerken) in het bedieningspaneel, en gaat u als
volgt te werk:
• Klik langs de wanden van de katheter in het beeld en dubbelklik vervolgens op de laatste positie
• Sleep langs de wanden van de katheter in het beeld om de positie van de contour te corrigeren.
7 Bij gebruik van Biplane LVA/RVA: markeer de middellijn van de katheter in zowel het frontale beeld
als het laterale beeld.
8 Als u klaar bent met de contouren, selecteert u de grootte van de katheter in de lijst in het
bedieningspaneel.
Als de gewenste kathetergrootte niet beschikbaar is, kunt u deze rechtstreeks in het vak typen.
9 U kunt de kalibratie op elk moment verwijderen en opnieuw beginnen door te klikken op Delete
(Verwijderen) in het taakpaneel.
10 Om de kalibratiefactor te accepteren, klikt u op Accept and Continue (Accepteren en doorgaan) in
het bedieningspaneel.
Afstandskalibratie
U voert afstandskalibratie uit door een bekende afstand te markeren in het beeld.
1 Gebruik de navigatiewerkbalk om de serie te bekijken en selecteer een beeld dat moet worden
gebruikt voor de kalibratie.
OPMERKING U kunt op elk moment het kalibratiebeeld wijzigen door te klikken op Change
2 Klik op de taak Calibration (Kalibratie).
3 Klik op Distance (Afstand) in de lijst Select calibration method (Kalibratiemethode selecteren).
Azurion Uitgave 1.2 Gebruiksaanwijzing
(Wijzigen) in het bedieningspaneel en een ander beeld te selecteren.
eindpunt.
om de contour te voltooien.
(Wijzigen) in het bedieningspaneel en een ander beeld te selecteren.
181
LVA/RVA
Philips Healthcare 4522 203 52611

Advertenties

loading