Veiligheid
2.4 Explosieveiligheid
Gebruik van het systeem in een omgeving waarvoor dit niet is ontworpen, kan leiden tot brand of
explosie.
Gebruik het systeem niet in de aanwezigheid van explosieve gassen of dampen zoals bepaalde
anesthetica.
Gebruik geen ontvlambare of mogelijk explosieve desinfectiesprays. Raadpleeg
desinfectie (Pagina 268)
2.5 Brandveiligheid
De brandvoorschriften voor de gebruikte medische omgeving moeten volledig worden nageleefd.
Gebruik van het systeem in een omgeving waarvoor dit niet is ontworpen, kan leiden tot brand of
explosie.
Er dienen brandblussers aanwezig te zijn voor zowel elektrische als niet-elektrische branden. Gebruik
bij elektrische of chemische branden alleen blusmaterieel dat specifiek hiervoor is bedoeld. Het gebruik
van water of andere vloeistoffen bij een elektrische brand kan tot fataal of ernstig persoonlijk letsel
leiden.
Als u dit veilig kunt doen, schakelt u het systeem uit voordat u probeert de brand te bestrijden. Dit
verkleint de kans op elektrische schokken.
2.6 Elektromagnetische compatibiliteit
Medische elektrische producten vereisen bijzondere voorzorgsmaatregelen omtrent EMC. Ook moet bij
de installatie en ingebruikname van dergelijke producten de informatie in meegeleverde documenten
in acht worden genomen.
WAARSCHUWING
Het gebruik van andere accessoires, transducers en kabels dan die voor deze apparatuur zijn
gespecificeerd, kan leiden tot verhoogde straling of verminderde immuniteit.
WAARSCHUWING
De apparatuur mag niet worden gebruikt naast of gestapeld op andere apparatuur. Als het gebruik
naast of op andere apparatuur nodig is, moet de laborant controleren of het systeem normaal
functioneert in de configuratie waarin het wordt gebruikt.
Het systeem is bedoeld voor gebruik in professionele zorginstellingen. Gebruik in andere omgevingen
kan de elektromagnetische compatibiliteit nadelig beïnvloeden. Het systeem en de bijbehorende
onderdelen mogen niet rechtstreeks worden aangesloten op het openbare laagspanningsnet.
Het systeem voldoet aan de relevante internationale en nationale wetten en standaarden
(IEC60601-1-2) met betrekking tot EMC (elektromagnetische compatibiliteit) voor dit type product,
indien geïnstalleerd en gebruikt zoals bedoeld. Deze wetten en standaarden bepalen zowel de
maximaal toegestane elektromagnetische emissieniveaus van het systeem als de vereiste immuniteit
voor elektromagnetische interferentie van externe bronnen.
Als de limieten zoals gedefinieerd in deze standaarden door andere elektronische apparatuur worden
overschreden, kan dit onder ongebruikelijke omstandigheden de werking van het systeem beïnvloeden.
Let op het volgende:
• Radiodiensten die actief zijn op bepaalde frequentiebanden, kunnen worden verstoord en er
kunnen verstoringskenmerken optreden die niet worden gedekt door CISPR11 editie 5. Als er in of
in de buurt van de instelling waar met het systeem wordt gewerkt radiodiensten actief zijn die
Azurion Uitgave 1.2 Gebruiksaanwijzing
voor meer informatie.
22
Explosieveiligheid
Reiniging en
Philips Healthcare 4522 203 52611