Download Print deze pagina

Philips Azurion Gebruiksaanwijzing pagina 244

Advertenties

Systeembeheer
11 Als u eventuele wijzigingen ongedaan wilt maken, klikt u op Undo Changes (Wijzigingen ongedaan
maken).
12 Klik op Save (Opslaan) om uw wijzigingen op te slaan.
OPMERKING De wijzigingen worden van kracht nadat het systeem is afgesloten en opnieuw
13 Klik op Close (Sluiten) om het venster System Customization (Systeemaanpassing) te sluiten.
13.2 Audit Trail‐instellingen configureren
U kunt de instellingen die in het systeem worden gebruikt om controlelogbestanden te produceren,
configureren.
1 Klik in het menu System (Systeem) op Customization (Aanpassing) om het dialoogvenster System
Customization (Systeemaanpassing) weer te geven.
2 Klik in de instellingengroep General (Algemeen) op Audit Trail.
3 Om de Local Audit Trail (Lokaal Audit Trail) in te schakelen, selecteert u Enabled (Ingeschakeld).
4 Om de Remote Audit Trail (Extern Audit Trail) in te schakelen, selecteert u Enabled (Ingeschakeld)
en voert u de volgende instellingen voor de opslagruimte in.
a
b Klik op het vakje Network Protocol (Netwerkprotocol) en selecteer een protocol voor
c
d Om veilige communicatie in te schakelen, selecteert u Use Authentication (Authenticatie
e Om het gebruik van codering in te schakelen, selecteert u Use Encryption (Versleuteling
f
5 Klik op Test Connection (Verbinding testen).
Het resultaat van de test wordt aangegeven door een pictogram.
Als de test mislukt, wordt meer informatie geleverd.
6 Als u eventuele wijzigingen ongedaan wilt maken, klikt u op Undo Changes (Wijzigingen ongedaan
maken).
Azurion Uitgave 1.2 Gebruiksaanwijzing
opgestart.
Voer de Host Name or IP Address (Naam of IP‐adres host) van de centrale opslagruimte voor
controle in.
communicatie met de centrale opslagruimte voor controle.
Voer het Port Number (Poortnummer) voor communicatie met de centrale opslagruimte voor
controle in.
gebruiken).
gebruiken).
Deze optie is alleen beschikbaar als Use Authentication (Authenticatie gebruiken) is
geselecteerd.
Als Use Authentication (Authenticatie gebruiken) is geselecteerd, klikt u op het vakje
Certificate (Certificaat) en selecteert u een lokaal certificaat dat gebruikt wordt voor verificatie.
Test geslaagd
Test mislukt
244
Audit Trail-instellingen configureren
Philips Healthcare 4522 203 52611

Advertenties

loading