Download Print deze pagina

Philips Azurion Gebruiksaanwijzing pagina 247

Advertenties

Systeembeheer
Als de lokale systeemopslag vol is, verwijdert het systeem automatisch onbeveiligde gegevens om
ruimte vrij te maken voor pas opgenomen beelden. U kunt het systeem zodanig configureren dat elk
onderzoek na afronding wordt beveiligd.
U kunt het systeem zodanig configureren dat er automatisch procedures worden gestart die door Xper
IM zijn geleverd.
U kunt de DICOM-workflow zodanig vereenvoudigen dat alle onderzoeken automatisch worden
gemarkeerd als voltooid, en dat er automatisch een dosisrapport wordt geproduceerd wanneer een
procedure wordt gesloten.
U kunt deze basispatiënt- en workflowinstellingen wijzigen:
• Automatisch verwijderen van onderzoeken verhinderen
• Een vereenvoudigde DICOM-workflow inschakelen
• Automatische dosisrapportage inschakelen
• Leeftijdgrenzen voor neonaten, baby's en kinderen
• Omtreklimiet volwassenen
• Standaardpatiënttype
• Ondersteuning voor Chinese, Japanse en Koreaanse (CJK) ideografische tekens inschakelen
• Het systeem laten voldoen aan de eisen van het Amerikaanse ministerie van Veteranenzaken (VA,
Veterans Affairs)
1 Klik in het menu System (Systeem) op Customization (Aanpassing) om het dialoogvenster System
Customization (Systeemaanpassing) weer te geven.
2 Klik in de instellingengroep General (Algemeen) op Workflow.
3 Als u elk onderzoek bij voltooiing wilt beveiligen, schakelt u het selectievakje Prevent Automatic
Study Deletion (Autom. verwijderen studies verhinderen) in.
U kunt toestaan dat een individueel onderzoek wordt verwijderd door de beveiliging van het
onderzoek handmatig te verwijderen. Zie
opheffen (Pagina 127)
van onderzoeken.
4 Als u procedures automatisch wilt markeren als voltooid wanneer ze worden gesloten, schakelt u
het selectievakje Simplified DICOM Workflow (Vereenvoudigde DICOM‐werkstroom) in.
5 Als u automatische dosisrapportage wilt inschakelen wanneer een procedure wordt gesloten,
schakelt u het selectievakje Automatic Dose Report (Automatisch dosisrapport) in en selecteert u
het type rapport dat u wilt produceren.
6 Voer de leeftijdsgrenzen voor pediatrische patiënttypes in of wijzig deze.
7 Voer de omtreklimieten voor volwassen patiënttypes in of wijzig deze.
OPMERKING Er is geen omtreklimiet voor het grootste volwassen patiënttype.
8 Als u het standaardpatiënttype wilt wijzigen, selecteert u het keuzerondje Default (Standaard)
naast het gewenste standaardpatiënttype in.
9 Als u eventuele wijzigingen ongedaan wilt maken, klikt u op Undo Changes (Wijzigingen ongedaan
maken).
10 Klik op Save (Opslaan) om uw wijzigingen op te slaan.
11 Klik op Close (Sluiten) om het venster System Customization (Systeemaanpassing) te sluiten.
Azurion Uitgave 1.2 Gebruiksaanwijzing
Onderzoeken beveiligen en de beveiliging
voor meer informatie over de beveiliging en het opheffen van de beveiliging
247
Algemene patiënt- en workflowinstellingen wijzigen
Philips Healthcare 4522 203 52611

Advertenties

loading