Download Print deze pagina

Philips Azurion Gebruiksaanwijzing pagina 237

Advertenties

Aanpassing door gebruiker
b Typ een nieuwe naam in het veld Position Name (Positienaam).
4 Als u de instellingen van een monoplane-positie wilt wijzigen, gaat u als volgt te werk:
a
b Selecteer de APC-positie in de lijst Position Name (Positienaam).
c
d Stel de Angulation Angle (Angulatiehoek) in met de schuifregelaar of door een nummer in het
e Stel de Source to Image Distance (Afstand bron‐beeld) in met de schuifregelaar of door een
f
5 Als u de instellingen van een biplane-positie wilt wijzigen, gaat u als volgt te werk:
a
b Selecteer de APC-positie in de lijst Position Name (Positienaam).
c
d Configureer in het gedeelte Lateral (Lateraal) de volgende instellingen:
6 Als u een nieuwe positie wilt toevoegen, gaat u als volgt te werk:
Azurion Uitgave 1.2 Gebruiksaanwijzing
De APC Position Details (APC-positiegegevens) worden weergegeven.
De lijst Position Name (Positienaam) wordt automatisch bijgewerkt.
Selecteer Monoplane (Monoplane).
Stel de Rotation Angle (Rotatiehoek) voor de frontale boog in met de schuifregelaar of door
een nummer in het vak in te voeren.
OPMERKING De labels die worden gebruikt om Rotation Angle (Rotatiehoek) en Angulation
Angle (Angulatiehoek) aan te geven, zijn afhankelijk van de instelling die is
geconfigureerd voor Rotation/Angulation Display Flavor (Aanduiding rotatie-/
angulatieweergave).
vak in te voeren.
nummer in het vak in te voeren.
Selecteer de Detector Orientation (Detectororiëntatie) met behulp van de vervolgkeuzelijst.
Selecteer Biplane (Biplane).
Configureer in het gedeelte Frontal (Frontaal) de volgende instellingen:
– Stel de Rotation Angle (Rotatiehoek) in met de schuifregelaar of door een nummer in het
vak in te voeren.
OPMERKING De labels die worden gebruikt om Rotation Angle (Rotatiehoek) en
Angulation Angle (Angulatiehoek) aan te geven, zijn afhankelijk van de
instelling die is geconfigureerd voor Rotation/Angulation Display Flavor
(Aanduiding rotatie-/angulatieweergave). Dit geldt ook voor de hoeken in
het gedeelte Lateral (Lateraal).
– Stel de Angulation Angle (Angulatiehoek) in met de schuifregelaar of door een nummer in
het vak in te voeren.
– Stel de Source to Image Distance (Afstand bron‐beeld) in met de schuifregelaar of door een
nummer in het vak in te voeren.
– Selecteer de Detector Orientation (Detectororiëntatie) met behulp van de
vervolgkeuzelijst.
– Stel de Rotation Angle (Rotatiehoek) in met de schuifregelaar of door een nummer in het
vak in te voeren.
– Stel de Angulation Angle (Angulatiehoek) in met de schuifregelaar of door een nummer in
het vak in te voeren.
– Stel de Source to Image Distance (Afstand bron‐beeld) in met de schuifregelaar of door een
nummer in het vak in te voeren.
Instellingen voor automatische positiecontrole wijzigen
237
Philips Healthcare 4522 203 52611

Advertenties

loading