Download Print deze pagina

Philips Azurion Gebruiksaanwijzing pagina 114

Advertenties

Procedures uitvoeren
17 Benut de teller die in het live röntgenvenster of het acquisitievenster wordt weergegeven en
instrueer de patiënt om tijdens de intervaltijd adem te halen en aan het begin van de
achterwaartse fase de adem in te houden.
18 Laat de hand- of voetschakelaar voor opname aan het einde van de achterwaartse fase los.
6.16.5 CardiacSwing
CardiacSwing biedt een dubbele-asrotatie voor de linker- of rechterkransslagader. Bij acquisitieruns
wordt gebruikgemaakt van zowel de rotatie- als de angulatiebeweging van de C-boog, waarmee de
meeste routinematige coronaire projecties in één enkele doorloop kunnen worden uitgevoerd.
Er zijn speciale röntgenprotocollen voor de linker- en de rechterkransslagader in het systeem
opgenomen. CardiacSwing wordt gebruikt met de C-boog in positie voor hartonderzoek.
Contrastmiddel kan handmatig of via een injector worden toegediend. Zorg ervoor dat er gedurende de
gehele procedure contrast zichtbaar is in de coronaire structuur.
1 Draai de detector naar de liggende positie (C20/F20-systemen).
2 Selecteer de maximale bron-beeldafstand.
3 Selecteer het gewenste opnameveld.
4 Centreer het interessegebied in de laterale positie.
Mogelijk vindt u het handig om deze positie als het isocentrum in te stellen, zodat u deze later kunt
toepassen.
5 Centreer AP: plaats de punt van de katheter in het linkerbovenkwadrant van de detector.
6 Verwijder alle voorwerpen uit het rotatiepad van de C-boog.
7 Selecteer op de TouchScreenModule de taak X‐ray Settings (Röntgeninstellingen).
8 Tik op CardiacSwing in de lijst met beschikbare röntgenprotocollen.
Indien CardiacSwing niet zichtbaar is in de lijst met röntgenprotocollen die zijn gekoppeld aan de
momenteel geselecteerde ProcedureCard, selecteert u de Cardiac (Cardiaal)-instellingen en tikt op
CardiacSwing.
9 Selecteer de gewenste gedetailleerde instellingen.
Raadpleeg
10 Als u gebruikmaakt van een injector, gaat u als volgt te werk:
a
b Stel de röntgenvertraging in.
11 Tik op Next (Volgende).
12 Houd op de bedieningsmodule Accept (Bevestigen) ingedrukt totdat de C-boog de eindpositie
bereikt.
13 Houd op de bedieningsmodule Accept (Bevestigen) ingedrukt totdat de C-boog de startpositie
bereikt.
14 Als injectorkoppeling is ingeschakeld, maakt u de injector gebruiksklaar.
Het systeem is nu gereed voor het verwerven van beelden.
Azurion Uitgave 1.2 Gebruiksaanwijzing
CardiacSwing-procedureselectie (Pagina 115)
Tik op Injector Coupling (Injector koppelen) om injectorkoppeling in te schakelen.
voor meer informatie.
114
Rotatiescans
Philips Healthcare 4522 203 52611

Advertenties

loading