Verwerken
• Hoek
• Hoek openen
Metingen worden met de beelden opgeslagen en ze zijn beschikbaar als u de beelden opent in een
andere applicatie op het systeem.
Kalibratie
Kalibratie is vereist voor het verkrijgen van absolute waarden met afstandsmetingen. U kunt de
automatische kalibratiefactor accepteren als deze beschikbaar is in de serie.
Om de automatische kalibratiefactor te accepteren, klikt u op Accept (Bevestigen) in het taakpaneel
Calibration and Measurements (Kalibratie en metingen).
Als u de kalibratiefactor accepteert, wordt de informatie toegevoegd aan de beeldgegevensoverlay op
het beeld.
LET OP
Als u automatische kalibratie gebruikt voor metingen of kwantitatieve analyse, dient het
interessegebied zich tijdens acquisitie zo dicht mogelijk bij het isocentrum te bevinden. Als het
interessegebied zich niet in het isocentrum bevindt, is de kalibratiefactor onjuist en zijn metingen
onnauwkeurig.
Als automatische kalibratie niet beschikbaar is, moet u de serie handmatig kalibreren. Raadpleeg
Handmatige kalibratie (Pagina 153)
OPMERKING Indien u instemt met de kalibratiefactor, worden de meetwaarden weergegeven in
Nauwkeurigheid
De nauwkeurigheid van lengtemetingen, wanneer deze automatisch zijn gekalibreerd, is ± 5% als het
gemeten object zich in het isocentrum bevind en als de lengte van het object ten minste 50 pixels op de
monitor is.
De nauwkeurigheid van hoekmetingen is ± 2 graden.
8.14.1 Een afstandsmeting maken
1 Selecteer de taak Processing (Bezig met bewerken) en klik op Calibration and Measurements
(Kalibratie en metingen) om de beschikbare meetopties weer te geven.
2 Als de automatische kalibratiefactor beschikbaar is, klikt u op Accept (Bevestigen).
Als de automatische kalibratiefactor niet beschikbaar is, moet u een handmatige kalibratie
uitvoeren voordat u een meting maakt. Raadpleeg voor meer informatie
kalibratie (Pagina
3 Klik op Distance (Afstand).
4 Klik in het beeld op het beginpunt van de meting en klik vervolgens op het eindpunt.
De meting en de waarde ervan worden weergegeven in het beeld.
5 Als u een meting wilt verplaatsen, sleept u deze naar een nieuwe locatie.
6 Om een meting te bewerken, sleept u een eindpunt naar een nieuwe locatie.
7 Om een meting te verwijderen, selecteert u de meting en klikt u op Delete (Verwijderen) in het
taakpaneel.
Azurion Uitgave 1.2 Gebruiksaanwijzing
voor meer informatie.
millimeters. Indien u niet instemt met de kalibratiefactor, worden de meetwaarden
weergegeven in pixels.
153).
150
Metingen uitvoeren
Handmatige
Philips Healthcare 4522 203 52611