Advertenties
Systeembeheer
5 Klik op Add (Toevoegen) onder de lijst met systemen op afstand om een nieuw systeem op afstand
toe te voegen.
Een nieuw systeem op afstand wordt aan de lijst toegevoegd. U kunt nu de instellingen van het
nieuwe systeem configureren.
6 Als u de instellingen van een systeem in het gedeelte Remote System Settings (Instellingen extern
systeem) wilt configureren, selecteert u het systeem in de lijst en doet u het volgende:
a
b Klik op het vak Template Type (Sjabloontype) en selecteer een sjabloon.
c
d Om het gebruik van codering in te schakelen, selecteert u Use Encryption (Versleuteling
7 Ga als volgt te werk om de services van het geselecteerde systeem op afstand te configureren in het
gedeelte Services (Diensten):
a
b Geef de gewenste instellingen voor de service op
8 Klik op Test Connection (Verbinding testen) om de configuratie van een systeem op afstand te
testen.
De verbinding met het systeem wordt getest en het resultaat wordt weergegeven in de lijst met
systemen op afstand naast de naam van het systeem.
a
9 Klik op Test All (Alles testen) onder de lijst met systemen op afstand om alle aansluitingen van de
systemen op afstand te testen.
10 Klik op Remove (Verwijderen) om een systeem op afstand te verwijderen en bevestig dat u het
systeem wilt verwijderen.
Azurion Uitgave 1.2 Gebruiksaanwijzing
Voer de Name (Naam) van het systeem op afstand in.
De sjabloon bepaalt de services die beschikbaar zijn op het systeem op afstand. Beschikbare
services worden in het gedeelte Services (Diensten) aangegeven met een ingeschakeld
selectievakje.
Om veilige communicatie in te schakelen, selecteert u Use Authentication (Authenticatie
gebruiken).
gebruiken).
Deze optie is alleen beschikbaar als Use Authentication (Authenticatie gebruiken) is
geselecteerd.
OPMERKING Voor een juiste implementatie van veilige communicatie tussen het lokale
systeem en systemen op afstand dient u ervoor te zorgen dat de instellingen
voor veilige communicatie op het lokale systeem en op de systemen op afstand
op dezelfde manier worden geconfigureerd. Als de instellingen niet
overeenkomen, kan het importeren en exporteren van taken tussen het lokale
systeem en een systeem op afstand mislukken.
Selecteer een service in de lijst Service.
– AE Title (AE-titel)
– Host Name or IP Address (Naam of IP‐adres host)
– Port Number (Poortnummer)
– DICOM Presentation State Support (DICOM‐ondersteuning voor presentatiestaten)
– JPEG Compression (JPEG‐compressie)
– Monitor Type (Monitortype)
Als een test mislukt, klikt u op Status Details (Statusdetails) voor meer informatie over het
testresultaat.
253
DICOM Settings (DICOM-instellingen)
Philips Healthcare 4522 203 52611
Advertenties
