Download Print deze pagina
Philips 50 A Series Gebruiksaanwijzing

Philips 50 A Series Gebruiksaanwijzing

Foetale/maternale monitors

Advertenties

G E B R U I K S A A N W I J Z I N G
Series 50 A
M1351A
Series 50 IP-2
M1353A
Foetale/Maternale monitors
F O E T A L E M O N I T O R I N G

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Philips 50 A Series

  • Pagina 1 G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Series 50 A M1351A Series 50 IP-2 M1353A Foetale/Maternale monitors F O E T A L E M O N I T O R I N G...
  • Pagina 2 Gedrukt in Duitsland 07/04 *M1353-9004K* Onderdeelnummer M1353-9004K 4512 610 04131...
  • Pagina 3 Serie 50 A (M1351A) Serie 50 IP-2 (M1353A) Foetale bewaking G E B R U I K S A A N W I J Z I N G M1353-9004K Gedrukt in Duitsland Juli 2004...
  • Pagina 4 Philips biedt ten aanzien van dit materiaal geen enkele vorm van garantie, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de impliciete garanties aangaande verhandelbaarheid en geschiktheid voor een bepaald doel. Philips zal niet aansprakelijk zijn voor fouten in de documentatie of voor enige directe of indiecte schade, vervolgschade, die voortvloeit uit de fabricage, werking of gebruik van dit materiaal.
  • Pagina 5 Let op—Een opmerking vraagt uw aandacht voor een belangrijk punt in de tekst. Dit symbool op uw monitor betekent dat dit boek gedetailleerde informatie bevat die u eerst moet lezen voordat u verder gaat.  1990-2004 Koninklijke Philips Electronics N.V. Alle rechten voorbehouden.
  • Pagina 7 Inhoud 1. Overzicht..........1 Inleiding.
  • Pagina 8 4. FHF en FBO bewaken met ultrasound ..... 29 Inleiding ............. . . 29 Ultrasound-metingen .
  • Pagina 9 7. Uterusactiviteit bewaken ....... 63 Inleiding............. . . 63 Vereiste accessoires .
  • Pagina 10 Alarmgrenzen wijzigen ..........86 Het FHF-alarm testen .
  • Pagina 11 14. Upgrades uitvoeren ........107 Inleiding............. . 107 Upgradeprocedure .
  • Pagina 12 ESU, MRI en defibrilleren ..........134 Lekstroom.
  • Pagina 13 F. Informatie van de fabrikant ......161 Verantwoordelijkheid van de fabrikant ........161 U.S.A.
  • Pagina 14 Inhoud...
  • Pagina 15 Deze gebruiksaanwijzing is geschreven om verloskundigen, verpleegkundige staf en ander medisch personeel te leren werken met de Philips Serie 50 A en de Philips Serie 50 IP-2 foetale monitoren. De parameters en functies van beide monitoren worden beschreven. Mogelijk bevat uw monitor niet alle beschreven functies en ziet hij er iets anders uit dan het model dat in de illustraties in deze gebruiksaanwijzing is afgebeeld.
  • Pagina 16 De monitoren De monitoren De M1351A en M1353A zijn bedoeld voor de bewaking ban een moeder en haar foetus. Dit betekent een patiënt. Serie 50 A dubbel ultrasound model Serie 50 IP-2 Serie 50 A Het Serie 50 A Enkele Ultrasound model bewaakt één foetale hartfrequentie.
  • Pagina 17 De monitoren Serie 50 A Met de Serie 50 A foetale monitor kunt u het volgende antepartum bewaken: • Foetale hartfrequentie (FHR), extern met ultrasound • Uterusactiviteit • Foetale pulsoximetrie, door een externe foetale pulsoximeter aan te sluiten op de foetale monitor (optioneel) •...
  • Pagina 18 De monitoren Serie 50 A Beide monitoren bieden de volgende functies: Serie 50 IP-2 • Automatisch afdrukken van maternale en foetale parameters op het registratiepapier • Verzenden van maternale en foetale parameters naar een obstetrie review systeem • Auditieve en visuele alarmen •...
  • Pagina 19 Onderdelen en knoppen Onderdelen en knoppen Registratieknoppen 1. Recorder aan/uit knop schakelt de recorder aan en uit. Start tevens de NST timer (schakel de recorder uit en druk twee seconden op de recorder aan/uit knop). 2. Recorder aan/uit lampje is aan als de recorder bezig is. Het knippert als het papier bijna op is en er nog maar 5 pagina’s of minder in het compartiment zijn.
  • Pagina 20 Onderdelen en knoppen Overzicht van de knoppen Hoofdstuk 1 - Overzicht...
  • Pagina 21 Onderdelen en knoppen 1. Netsnoer ingang 2. Monitor aan/uit knop 3. Spanningsvereffeningsaarding 4. Monitor aan/uit lampje 5. Weergavepaneel 6. Tijd en datum knop 7. Papiersnelheid knop 8. Testknop 9. Recorder aan/uit lampje 10. Recorder aan/uit knop 11. Markeerknop (Alarmbevestigingsknop) 12. Papierdoorvoerknop 13.
  • Pagina 22 Onderdelen en knoppen Weergavepaneel Monitor AAN/UIT lampje 2. Telemetrie indicator brandt als de Foetale Ultrasound Telemetrie ontvanger aangesloten en ingeschakeld is 3. Functieknop: selecteer menu’s voor twins offset, FBO en logic 4. US/US1 display toont de FHF die door de US transducer wordt waargenomen 5.
  • Pagina 23 Onderdelen en knoppen 9. Toco basislijnknop voor het nullen van Toco display en curve tot 20 eenheden tijdens externe bewaking van de uterus activiteit of tot 0 eenheden tijdens interne bewaking van de uterus activiteit 10. US2/ECG display toont de FHF die door de US2 of DECG transducer wordt waargenomen 11.
  • Pagina 24 Onderdelen en knoppen Hoofdstuk 1 - Overzicht...
  • Pagina 25 Algemene informatie Inleiding Dit hoofdstuk bevat informatie over taken die u regelmatig zult moeten uitvoeren. Het volgende komt aan de orde: • De band rond de patiënt bevestigen • Een transducer of patiëntmodule aan de band bevestigen • Een transducer of patiëntmodule op de monitor aansluiten •...
  • Pagina 26 Band bevestigen Band bevestigen 1. Plaats de band op het bed of de onderzoekstafel. Zorg ervoor dat de bevestigingsknoop zich opzij van de patiënt bevindt en van de patiënt afwijst. Gebruik twee banden als u de uterusactiviteit en FHF wilt bewaken. 2.
  • Pagina 27 Transducer aan de band bevestigen Transducer aan de band bevestigen Klik als u een transducer geplaatst hebt de clip vast over de band zodat de transducer in de juiste positie blijft. De transducer kan met de clip langs de band verschoven worden. pop_dsca.tif U kunt de transducer ook van een knoop voorzien en de transducer hiermee aan de buikband bevestigen.
  • Pagina 28 Patiëntmodule aan de band bevestigen Patiëntmodule aan de band bevestigen U bevestigt een patiëntmodule aan de band door de knop (2) op de patiëntmodule door een van de gaten in de band te duwen. Transducer of patiëntmodule op de monitor aansluiten Om een transducer of patiëntmodule op de monitor aan te sluiten, moet u eerst de monitor en de recorder aan zetten.
  • Pagina 29 Signaalkwaliteit Als de spiraalelektrode en de elektrodekabels goed zijn aangesloten en er een goed signaal wordt geproduceerd, wordt de signaalkwaliteit indicator groen. Als er geen goed signaal wordt geproduceerd, of er is een slecht contact, wordt de kwaliteit indicator rood. De melding nop kan ook verschijnen, Zie Hoofdstuk 15, “Problemen oplossen”...
  • Pagina 30 Markeringen aanbrengen Markeringen aanbrengen De markeerknop en de afstandsbediening van de markeerfunctie geven belangrijke momenten aan op het registratiepapier (bijvoorbeeld wanneer pijnstillers worden toegediend, of wanneer de moeder van positie verandert). De moeder kan zelf met de de afstandsbediening van de markeerfunctie belangrijke momenten markeren.
  • Pagina 31 Markeringen aanbrengen Er wordt een klein pijltje op de FHF schaal geplaatst om een bepaald moment te markeren. De pijl begint met de punt; deze geeft het exacte moment aan waarop de knop is ingedrukt. Als de knop niet wordt losgelaten, wordt een zwarte balk op de curve afgedrukt, die correspondeert met de tijd dat de knop ingedrukt wordt gehouden.
  • Pagina 32 Markeringen aanbrengen Hoofdstuk 2 - Algemene informatie...
  • Pagina 33 Gebruiksklaar maken Inleiding In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de monitor moet instelllen om te beginnen met de bewaking van de eerste patiënt. Het volgende komt aan de orde: • Controleren of de monitor op het juiste voltage is ingesteld •...
  • Pagina 34 Monitor op het net aansluiten Als de monitor met andere apparatuur gebruikt wordt, moet de spanningsvereffeningsaardingsaansluiting (2) verbonden zijn met aarde. Monitor op het net aansluiten Steek het netsnoer in de netingang en het stopcontact. Zet de monitor aan met de Aan/Uit schakelaar. •...
  • Pagina 35 Papier laden Papier laden Om een nieuw pak papier te laden doet u het volgende: 1. Schakel de recorder uit met de aan/uit knop als deze aan staat. 2. Druk op de klep van het papiermagazijn (1) om deze te ontgrendelen en trek hem naar voren om het magazijn te openen.
  • Pagina 36 Papier laden Pas op Gebruik van recorder papier dat niet door Philips goedgekeurd is kan de monitor beschadigen. Deze schade valt niet onder garantie. Papier-op aanduiding Elk pak papier bevat 150 genummerde pagina’s. De laatste vijf zijn voorzien van nummers (5, 4, 3, 2, 1). Het lampje van de recorder begint te knipperen zodra er nog 5 vellen over zijn.
  • Pagina 37 Recorder inschakelen U stelt de papiersnelheid op de volgende manier in: 1. Druk op de papiersnelheidknop enlaat deze weer los om de huidige snelheid te zien. 2. Druk op de plus of min knop om de snelheid in te stellen. 3.
  • Pagina 38 Tijd en datum weergeven Tijd en datum weergeven De tijd en datum worden op het papier afgedrukt. U kunt kiezen uit een aantal standaard datum- en tijdnotaties, zoals 12-uurs of 24-uurs notatie, Amerikaanse of Europese datumweergave. Als u beschikt over een barcode leespen, kunt u de notatie van tijd en datum veranderen door de gewenste notatie in te lezen van de bladen met barcodes.
  • Pagina 39 De Monitor opstellen 4. Druk op de plus- of min-knop om de instelling te kiezen. 5. Herhaal de procedure om: – de maand in te stellen (N-Amerika) of de dag (andere landen) – de dag in te stellen (in N-Amerika) of de maand (andere landen) –...
  • Pagina 40 De Monitor opstellen pega41_bw.hpg Houd de monitor met beide handen vast, druk tegelijk op beide ontgrendelings-knoppen (C) en til de monitor van de wandplaat om hem weer te verwijderen. De monitor op een standaard bevestigen Raadpleeg de documentatie bij de standaard voor instructies om deze op de rolwagen te bevestigen.
  • Pagina 41 De Monitor opstellen 2. Kantel de monitor, totdat de pootjes aan de achterkant in de bovenste uitsparingen in de standaard klikken (B). angle5_bw.hpg Waarschuwing Zorg dat de vier pootjes stevig op hun plaats staan als u de monitor opstelt of in een houder klikt Houd de monitor met beide handen vast, druk tegelijk op beide ontgrendelings-knoppen (C) en til de monitor van de standaard om hem weer te verwijderen.
  • Pagina 42 De papierbak monteren De papierbak monteren U bevestigt de papieropvangbak (Optie 1AC) als volgt aan de monitor: 1. Steek de rand van de bak tussen de geleiders (A) en duw totdat de pinnetjes op hun plaats klikken (B). 2. Trek de papierbak naar voren (C) om hem op zijn plaats vast te zetten.
  • Pagina 43 FHF en FBO bewaken met ultrasound Inleiding In dit hoofdstuk komt het volgende aan de orde: • Eén hartslag bewaken met ultrasound • Foetale bewegingen registreren met ultrasound • De FBO-bewaking in- en uitschakelen. Ultrasound-metingen Voor een externe FHF-bewaking wordt een ultrasound-transducer met een clip aan een band rond de buik van de moeder bevestigd.
  • Pagina 44 Vereiste accessoires Vereiste accessoires • Een ultrasound-transducer • • Een transducerband en -knop Voorbereiding Waarschuwing De ultrasound-transducer mag NOOIT in vloeistof ondergedompeld worden wanneer deze op de monitor is aangesloten. Als u van plan bent om een ultrasound-transducer in water te gebruiken, moet u een waterproof telemetriesysteem gebruiken.
  • Pagina 45 Pas op Gebruik van gel die niet door Philips is goedgekeurd kan de signaal- kwaliteit reduceren en schade opleveren aan de transducer. Deze vorm van beschadiging valt niet onder garantie.
  • Pagina 46 Foetaal bewegingsoverzicht Foetaal bewegingsoverzicht Met de parameter foetaal bewegingsoverzicht, afgekort als FBO, worden foetale bewegingen geregistreerd via een ultrasound-transducer die op de als uw US1/US-ingang is aangesloten. U ziet dit label monitor dit heeft. De transducer registreert dan globale lichaamsbewe- gingen van de foetus: oogbewegingen worden niet geregistreerd en ook bewegingen van handen en voeten worden niet altijd geregistreerd.
  • Pagina 47 Foetaal bewegingsoverzicht De FBO-functie wordt geactiveerd zodra u de ultrasound-transducer op de US1/US-ingang aansluit. Als u de curve bekijkt, ziet u dat de FBO- gegevens op papier worden afgedrukt om het begin van de FBO- registratie te aan te geven. paper8_bw.hpg Wees u ervan bewust dat FBO annotaties alleen bij de het volgen van de foetus, niet altijd betekenen dat de foetus in leven is.
  • Pagina 48 Foetaal bewegingsoverzicht 1. Druk meerdere keren op de functieknop totdat op het Met knoppen digitale display FBO wordt weergegeven. De signaalkwaliteitindicator geeft het volgende weer: — Rood als de FBO-functie is uitgeschakeld — Groen als de FBO-functie is ingeschakeld. 2. Druk op de plus- of minknop om de FBO-functie in of uit te schakelen.
  • Pagina 49 Problemen oplossen De registratie van FBO-gegevens wordt opnieuw gestart wanneer een ultrasound-transducer wordt aangesloten op de US1/US-ingang of wanneer de FBO-functie wordt ingeschakeld. De FBO-registratie wordt gestart nadat ongeveer een halve minuut lang geldige hartfrequentiesignalen zijn waargenomen (u ziet een groene of gele signaalkwaliteitindicator), om artifact door herplaatsing van de ↑...
  • Pagina 50 Problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaken Oplossingen Twijfelachtige Registratie van hartfrequentie Verplaats de transducer hartfrequentie moeder Registratie van valse signalen als de transducer niet is aangesloten op de patiënt FHF hoger dan 300 spm Foetale hartfrequentie wordt dan half geteld (d.w.z. 320 spm wordt geregistreerd als 160 spm) FHF wordt niet FHF is lager dan 50 spm of...
  • Pagina 51 FHF bewaken met DECG Inleiding alleen Serie 50 In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de FHF rechtstreeks kunt bewaken met behulp van de Serie 50 IP-2 foetale monitor. U leert het IP-2 volgende: • De schedelelektrode op de foetus aanbrengen en verwijderen •...
  • Pagina 52 DECG: contra-indicaties DECG: contra-indicaties Bij deze directe bewakingsmethode wordt een foetale schedelelektrode gebruikt om de foetale hartfrequentie en de varaties daarin te meten. De vliezen moeten gebroken zijn en er moet voldoende ontsluiting zijn tijdens de intrapartum periode, voordat de foetale schedelelektrode wordt aangebracht.
  • Pagina 53 Vereiste accessoires Vereiste accessoires • Als u foetaal DECG meet met de traditionele open draden methode met een beenplaattransducer: — DECG beenplaat transducer (M1357A) — Transducer beenband en knoop — Open draden Foetale schedel elektrode (15133A/ 15133C). • Als u foetaal DECG meet met de traditionele open draden methode met een patiënt module: —...
  • Pagina 54 Voorbereiden Voorbereiden Bereid de patiënt voor als voor een vaginaal routine-onderzoek, contro- leer of de foetus in een geschikte positie ligt voor DECG-bewaking. Breng de elektrode aan bij de foetus zoals beschreven in de instructies bij de foetale schedelelektrode. De foetale schedel elektrode plaatsen Foetale schedel elektrode geplaatst Waarschuwing Steek de draden van de schedelelektrode niet in het stopcontact.
  • Pagina 55 Voorbereiden De traditionele open draads methode voor DECG bewaking (bij foetale schedelelektrode 15133A en 15133C) Met DECG beenplaat M1357A Om het foetale DECG te bewaken met de traditionele open draads methode en de DECG beenplaat M1357A, volgt u deze instructies: 1.
  • Pagina 56 Voorbereiden 3. Sluit de Foetale schedel elektrode draden aan op de DECG transducer. 4. Nu kunt u beginnen met bewaken van het DECG: zie de paragraaf “DECG bewaken” voor de volgende stappen. Met Patiënt module M1364A Om het foetale DECG te bewaken met de traditionele open draads methode en een ECG-alleen patiënt module (M1364A), volgt u deze instructies: 1.
  • Pagina 57 Voorbereiden 3. Haal het beschermpapier van de elektrode (40493E) af en zet hem vast op moeders dij. Een goed contact tussen de elektrode en de moeders huid bevordert de kwaliteit van het FHF signaal. Voor het beste signaal zorgt u dat moeders huid te plekke schoon en droog is voordat u de elektrode vastplakt.
  • Pagina 58 Met de DECG adapterkabel M1362B om DECG te bewaken Met de DECG adapterkabel M1362B om DECG te bewaken (bij Foetale schedel elektrode 15133E/D) Met DECG beenplaat M1357A Om het foetale DECG te bewaken met DECG beenplaat adapter kabel (M1362B) en een DECG beenplaat transducer (M1357A), volgt u deze instructies: 1.
  • Pagina 59 Met de DECG adapterkabel M1362B om DECG te bewaken 2. Zet de beenplaat transducer vast onder de abdominale band of onder de beenband. Voor het beste signaal moet de transducer goed contact maken met de huid van de moeder. Breng geen Redux creme of enig ander geleidende gel aan op de zilveren plaat aan de onderkant van de DECG transducer.
  • Pagina 60 Met de DECG adapterkabel M1362B om DECG te bewaken 4. Sluit de DECG beenplaat adapter kabel (M1362B) aan op de DECG adapter (M1347A). M1362B M1357A M1347A 5. Sluit de Foetale schedel elektrode (15133E/D) aan op de DECG beenplaat adapter kabel (M1362B). M1349A 15133E/D M1362B...
  • Pagina 61 Met de DECG adapterkabel M1362B om DECG te bewaken Met Patiënt module M1364A Om het foetale DECG te bewaken met DECG beenplaat adapter kabel (M1362B) en een een ECG-alleen patiënt module (M1364A), volgt u deze instructies: 1. Zet een pre-gelled elektrode (M1349A) vast op de DECG beenplaat adapter kabel (M1362B).
  • Pagina 62 Met de DECG adapterkabel M1362B om DECG te bewaken 4. Sluit de rose connector (1) van de DECG beenplaat adapter kabel aan op de rose ECG connector (1) van de patiënt module (M1364A). M1349A M1362B M1364A 5. Zet de patiënt module met de fixeerknop (2) vast onder de band. 6.
  • Pagina 63 Met de DECG adapterkabel M1362B om DECG te bewaken Gebruikelijk beeld van de plaatsing van Foetale schedel elektrode 15133E/D, DECG Adapterkabel M1362B, en Patiënt module M1364A Hoofdstuk 5 - FHF bewaken met DECG...
  • Pagina 64 DECG bewaken DECG bewaken 1. Zet de monitor en de recorder aan (1). 2. Sluit de beenplaat of de patiënt module aan op de US2/ECG connector van de monitor (2). 3. Controleer de instelling voor aritmie logica. Waarschuwing Vergelijk regelmatig de pols van de moeder met het signaal dat uit de luidspreker komt om te controleren of u de foetale hartfrequentie bewaakt.
  • Pagina 65 De foetale schedelelektrode verwijderen Het nut van de aritmie logica Als Logic AAN staat, worden slag-op-slag veranderingen in de hartfre- quentie van meer dan ± 28 spm niet geregistreerd. Registratie wordt hervat wanneer opeenvolgende slagen weer binnen de ingestelde grenzen vallen.
  • Pagina 66 Problemen oplossen Problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Onregelmatige curve Geen ECG signaal Gebruik een nieuwe foetale Onregelmatige weergave. Slecht contact tussen de schedelelektrode. referentie-elektrode en de moeder. Onregelmatige curve. Patiëntmodule of Maak de patiëntmodule vast aan DECG-kabel is niet de band van de patient met de stevig aangesloten.
  • Pagina 67 FHF van tweelingen bewaken Inleiding alleen Serie Met een foetale monitor van het Dubbele Ultrasound model uit de Serie 50 A kunt u met twee ultrasound-transducers de FHF van tweelingen 50 A extern bewaken. De FHF van tweelingen kunt u niet bewaken met het Enkele Ultrasound model.
  • Pagina 68 Belangrijk bij de bewaking • De curve die voor het US/US1-kanaal wordt geregistreerd, is dikker (donkerder) dan de curve die voor het US2/ECG-kanaal geregistreerd wordt. Hierdoor zijn beide hartfrequenties gemakkelijk van elkaar te onderscheiden. • Uit de luidspreker klinkt slechts één hartslag tegelijk. Om welke van de twee foetussen het gaat, kunt u aan het luidsprekerlampje zien.
  • Pagina 69 Interne bewaking Interne bewaking alleen Serie Bewaak het ene lid van de tweeling met gebruikmaking van de procedures die beschreven zijn in Hoofdstuk 4, “FHF en FBO bewaken 50 IP-2 met ultrasound.” Bewaak de ander met de procedures die beschreven staan in Hoofdstuk 5, “FHF bewaken met DECG.”...
  • Pagina 70 Externe bewaking Externe bewaking Serie 50 A Om extern twee foetale hartfrequenties te bewaken hebt u de Serie 50 A met Dubbelel ultrasound of de Serie 50 IP-2 foetale monitor en twee Serie 50 IP-2 ultrasound transducers nodig. Volg de procedures zoals die beschreven zijn in Hoofdstuk 4, “FHF en FBO bewaken met ultrasound.”...
  • Pagina 71 Kruiscorrelatie tussen de kanalen Kruiscorrelatie tussen de kanalen Als de twee hartfrequenties die worden bewaakt op een bepaald moment samenvallen (dat wil zeggen als de beide transducers dezelfde FHF registreren), wordt dit via kruiscorrelatie tussen de kanalen vastgesteld en wordt na ongeveer dertig seconden meerdere malen op papier afgedrukt.
  • Pagina 72 FHF-curven van tweelingen scheiden: “Twins Offset” Met de knoppen 1. Sluit beide foetale transducers aan op de monitor. 2. Druk op en laat deze knop los zodat wordt weergegeven. De signaalkwaliteitindicator geeft het volgende aan: • ROOD ..als de curven NIET GESCHEIDEN zijn. •...
  • Pagina 73 FHF-curven van tweelingen scheiden: “Twins Offset” Twins Offset: Aan Nadat u Twins Offset ingeschakeld hebt: wordt de curve van de ultrasound tranducer, die op de linker (US1) connector aangesloten is met +20 verschoven. • vertikaal wordt een stippellijn met ‘+20’ afgedrukt over de gehele FHF schaal.
  • Pagina 74 FHF-curven van tweelingen scheiden: “Twins Offset” Twins Offset: Uit Om aan te geven dat de functie “Twins offset” is uitgeschakeld, wordt er een stippellijn met het label “+0” in de FHF schaal afgedrukt. Als u de monitor uitzet, wordt ook de functie Twins Offset uitgeschakeld. Hoofdstuk 6 - FHF van tweelingen bewaken...
  • Pagina 75 Problemen oplossen Problemen oplossen Algemene problemen die kunnen optreden tijdens FHF-bewaking met ultrasound worden in Hoofdstuk 4, “FHF en FBO bewaken met ultrasound.” beschreven. Zie bovendien Hoofdstuk 5, “FHF bewaken met DECG,” voor algemene problemen die zich kunnen voordoen bij rechtstreekse FHF-bewaking.
  • Pagina 76 Problemen oplossen Hoofdstuk 6 - FHF van tweelingen bewaken...
  • Pagina 77 Uterusactiviteit bewaken Inleiding De uterusactiviteit kan extern worden bewaakt met een Toco-transducer of intern met een intra-uterine catheter. Een Toco-transducer is een drukgevoelig apparaat waarmee de frequentie en de duur van contracties, maar niet de intensiteit ervan, worden gemeten. De amplitude en de gevoeligheid zijn afhankelijk van diverse factoren zoals de positie van de transducer, de spanning van de band en de grootte van de patiënt.
  • Pagina 78 Vereiste accessoires Vereiste accessoires Voor externe bewaking • Toco-transducer • Transducerband en -knop. Voor interne bewaking Als u met een duurzame transducer werkt die geschikt is voor hergebruik: • Transducer • Houder • Intra-uterine kit (disposable) • Dome (niet in kit inbegrepen) •...
  • Pagina 79 Externe Toco-bewaking Externe Toco-bewaking 1. Breng de transducerband rond de buik van de patiënt aan. 2. Schakel de monitor en de recorder in. 3. Sluit de Toco transducer aan op de Toco connector van de monitor (1). 4. Het Toco-display geeft 20 aan. “Toco ext”, waarmee wordt aangegeven dat het om een externe uterusmeting gaat, wordt met tussenpozen op papier afgedrukt.
  • Pagina 80 Interne Toco-bewaking (IUP-bewaking) Interne Toco-bewaking (IUP-bewaking) alleen bij Serie U kunt de intra-uterine druk (IUP) bewaken met een re-usable of disposable intra-uterine catheter. Elke catheter wordt geleverd met 50 IP-2 gedetailleerde gebruikersinstructies. Lees de instructies voor de intra- uterine catheter voordat u met de bewaking begint. Vergeet niet de monitor volgens de aanwijzingen op nul in te stellen.
  • Pagina 81 Let erop dat u de juiste Philips band gebruikt. Als het nodig is, kunt u de band strakker trekken of losser maken. Beweging van de moeder Stel de patiënt op haar gemak...
  • Pagina 82 Problemen oplossen Interne Toco Mogelijke Probleem Mogelijke oplossing oorzaak Er is geen curve De catheter is Doorspoelen met een steriele oplossing verstopt Geen veranderingen in de Droge omgeving of Doorspoelen met steriele oplossing of druk tijdens een contractie de sensortip is sensor verplaatsen mogelijkerwijs buiten de...
  • Pagina 83 Metingen met externe apparaten Inleiding Serie 50 A U kunt het aantal metingen dat de foetale monitor kan uitvoeren uitbreiden, door externe apparaten op de monitor aan te sluiten. Daartoe Serie 50 IP-2 moet de monitor voorzien zijn van een Gecombineerde interfacemodule en moet hij geconfigureerd worden voor de betreffende optie(s).
  • Pagina 84 Ondersteunde externe apparaten Ondersteunde externe apparaten De tabel hieronder geeft een overzicht van de ondersteunde apparaten en de daarvoor vereiste accessoires. Parameter Extern apparaat Accessoires Optie Maternale Dinamap™ 1846/8100 interface kabel M1350-61609; NIBD NIBD monitor gecombineerde interface module COLIN Press-Mate™ / interface kabel (from COLIN);...
  • Pagina 85 • Ingang C: voor een foetaal ultrasound telemetriesysteem • Ingang D: voor een Philips obstetrie bewakingssysteem zoals OB TraceVue 3. Sluit het andere uiteinde van de interfacekabel aan op de externe monitor. Raadpleeg de Servicedocumentatie bij het externe apparaat voor informatie over de ingang die u moet gebruiken.
  • Pagina 86 Ondersteunde externe apparaten 5. Leid de kabel door de uitsparing in de interfacemodule en plaats de kabelafdekplaat terug. Als u de monitor aan de muur bevestigt, kunt u ook het netsnoer door de uitsparing in de interfacemodule leiden. Zie Hoofdstuk 15, “Problemen oplossen,” voor instructie over het testen van een barcodeleespen.
  • Pagina 87 NIBD van de moeder bewaken NIBD van de moeder bewaken Serie 50 A Om de NIBD van de moeder te bewaken met een Serie 50 A of Serie 50 IP-2 foetale monitor, moet u een ondersteunde NIBD monitor Serie 50 IP-2 aansluiten op de foetale monitor.
  • Pagina 88 Maternale NIBD voorbeeldcurve Maternale NIBD voorbeeldcurve Telkens wanneer de NIBD monitor de niet-invasieve bloeddruk van de moeder meet, wordt deze op de curve afgedrukt. Als u alleen de NIBD van de moeder bewaakt, wordt een MHF meting op hetzelfde moment afgedrukt als de NIBD meting.
  • Pagina 89 FSpO bewaken FSpO bewaken Inleiding Foetale pulsoximetrie (FSpO ) biedt een continue real-time meting van het zuurstofsaturatie percentage in het arteriële bloed van de foetus. Het onderscheiden van foetussen met voldoende zuurstofsaturatie en degenen met een risico op hypoxie helpt bij de beslissing of ingrijpen nodig is bij een twijfelachtige foetale hartfrequentiecurve.
  • Pagina 90 Problemen oplossen Problemen oplossen FSpO De externe Nellcor OxiFirst™ FSpO monitor (N-400) heeft twee aan/ uit schakelaars (een hoofdschakelaar aan de achterzijde en een standby- schakelaar aan de voorzijde), het is belangrijk om deze in de juiste volgorde aan en uit te zetten. Als u dat niet doet, kan het apparaat verkeerde gegevens of geen gegevens tonen.
  • Pagina 91 Problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Algemeen - Alle externe apparaten Er worden geen metingen Kabel is niet goed aangesloten Controleer de kabelaansluiting afgedrukt op de curve De FSpO monitor is niet Stel de DIP-switches en de baudrate voor de FSpO monitor op de juiste geconfigureerd voor de foetale monitor...
  • Pagina 92 Problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing U vermoedt dat het signaal Voer de parametertest uit die van de transducer niet goed beschreven wordt op pagina 113 U vermoedt dat de recorder Voer de snelle test uit zoals of de weergave misleidend beschreven in Hoofdstuk 15: kan zijn Hoofdstuk 15, “Problemen...
  • Pagina 93 ECG-bewaking van de moeder Inleiding alleen Serie 50 Met de foetale monitor uit de Serie 50 IP-2 en een MECG-transducer of patiëntmodule kunt u de hartfrequentie van de moeder bewaken. De IP-2 hartfrequentie van de moeder wordt op papier afgedrukt en de hartslag klinkt uit de luidspreker, maar hij wordt niet op het display of de signaalkwaliteitindicator weergegeven.
  • Pagina 94 Met bewaken beginnen Met bewaken beginnen 1. Sluit de transducer of de patiëntmodule op de ECG-ingang aan. 2. Sluit de met gel ingesmeerde elektroden op de transducer of de patiëntmodule aan: De MECG-transducer M1359A – Als u met een MECG-transducer werkt, sluit u elke elektrodedraad op een elektrode en de transducer aan.
  • Pagina 95 Met bewaken beginnen Sluit de roze connector (1) aan op de MECG-adapterkabel die naar de ECG-connector (1) op de patiëntmodule loopt. 3. Trek het beschermingspapier van de elektroden af en plak ze op de patiënt. pop29sca.tif Er klinkt een toon uit de luidspreker om aan te geven dat MHF wordt geregistreerd.
  • Pagina 96 Met bewaken beginnen 4. Schuif de transducer of patiëntmodule onder de band of bevestig de kabel aan het laken of de kleding van de patiënt. Kruiscorrelatie verificatie tussen de kanalen Met name in het tweede stadium van de baring is het ook aan te raden de hart-frequentie van de moeder te bewaken om te voorkomen dat de hartfrequentie van de moeder (MHF) wordt geregistreerd in plaats van de hartfrequentie van de foetus (FHF).
  • Pagina 97 Problemen oplossen Problemen oplossen In deze sectie worden problemen beschreven die bij de MECG-meting kunnen optreden Situatie Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Er verschijnt een NOP- De elektroden zijn defect Controleer de elektroden en melding op de monitor vervang deze, indien nodig Er is sprake van een slecht Controleer of de elektroden juist elektrisch contact...
  • Pagina 98 Problemen oplossen Hoofdstuk 9 - ECG-bewaking van de moeder...
  • Pagina 99 FHF alarmering Inleiding Foetale hartfrequentie-alarmen kunnen een auditief en een visueel alarm geven bij problematische foetale condities. Foetale hart-frequentie (FHF) alarmen zijn NIET beschikbaar op in de V.S. aangeschafte monitoren. Alarmen De monitor moet geconfigureerd worden voor alarmering, via een service-instelling, voordat u de alarmfunctie kunt gebruiken.
  • Pagina 100 Alarmen Alarmering in- en uitschakelen Sluit de volgende transducer aan: – ultrasound transducer op een US ingang (als u FHF bewaakt met ultrasound) – DECG transducer op de ECG ingang (als u FHF rechtstreeks bewaakt) 5. Druk op de functieknop totdat in het display verschijnt.
  • Pagina 101 Alarmen 2. Druk op de functieknop totdat in het display verschijnt. Druk op Toco instelknop of de markeerknop van de recorder, om de eerste waarde die u wilt wijzigen weer te geven. Druk op om een andere instelling te kiezen. Alarminstelling Alarminstelling (staat in FHF1 display)
  • Pagina 102 Het FHF-alarm testen Het FHF-alarm testen 1. Sluit de US-transducer aan op een van de twee Cardiode- contrastekkers. 2. Schakel het FHF-alarm aan (zie ““Alarmering in- en uitschakelen” op pagina 86 3. Stel de hoge alarmgrens in op respectievelijk een vertraging van 150 spm en 60 seconden en de lage alarmgrens op een vertraging van respectievelijk 110 spm en 60 seconden (zie “Alarmgrenzen wijzigen”...
  • Pagina 103 Non-stresstest tijdklok Inleiding In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de non-stresstest (NST) tijdklok kunt instellen. NST tijdklok instellen 1. Schakel de recorder uit, als deze nog aan staat. 2. Druk twee seconden op de AAN/UIT knop van de recorder. 3.
  • Pagina 104 NST tijdklok instellen Hoofdstuk 11 - Non-stresstest tijdklok...
  • Pagina 105 Registratie van behandelingsinformatie Inleiding Met een niet standaard bij het systeem inbegrepen optische barcodeleespen en kant en klare lijsten met barcodes, kunt u vaak- gebruikte behandelingsinformatie aanbrengen op het registratiepapier. Informatie registreren U brengt als volgt extra informatie aan op het registratiepapier: 1.
  • Pagina 106 Barcode notitie annuleren 4. Druk niet te hard op de leespen en beweeg hem met een constante snelheid midden over de barcode, naar de witruimte aan het andere einde van de code (u kunt een barcode zowel van links naar rechts als van rechts naar links inlezen).
  • Pagina 107 Naam van een patiënt registreren Naam van een patiënt registreren U leest de naam van een patiënt als volgt in: 1. Lees de letters van de voornaam van de patiënt in. 2. Lees vervolgens de “SPATIE” barcode in. 3. Lees de letters van de achternaam van de patiënt in. 4.
  • Pagina 108 Verschillende barcodes als aparte notities registreren Verschillende barcodes als aparte notities registreren Zo leest u verschillende barcodes als aparte notities in: 1. Lees een barcode in. 2. Lees de barcode “INVOEREN” in. 3. Herhaal stap 1 en 2 om alle gewenste barcodes in te lezen. De informatie wordt op verschillende regels afgedrukt, zoals in het voorbeeld hieronder.
  • Pagina 109 Modem interfacemodule Inleiding alleen Serie Met de modem interfacemodule, die alleen met een goedgekeurd PCMCIA-modem mag worden gebruikt, kunt u foetale curvegegevens 50 A van een monitor uit de Serie 50 A te verzenden naar een OB TraceVue- ontvanger met de juiste modem en software. De gegevens kunnen via een standaard telefoonlijn worden verzonden.
  • Pagina 110 Draai de schroeven op de connector vast om te voorkomen dat de aansluiting kan losraken. 2. Plaats een door Philips goedgekeurde PCMCIA-modem met de juiste zijde naar boven in het kaartslot (3) en druk de modemkaart aan totdat deze vastklikt.
  • Pagina 111 Aansluiten op het telefoonnet Connector twee (2) is een extra seriële interface en uitsluitend bedoeld voor service doeleinden. Aansluiten op het telefoonnet De wandcontactdozen voor telefoons verschillen van land tot land. Als u wilt weten welke telefooncontactdoos u nodig hebt om de PCMCIA- modem op het telefoonnetwerk aan te sluiten, kunt u het beste contact opnemen met uw telefoonbedrijf of -servicemonteur en de aanbevelingen volgen van de leveran-cier van de PCMCIA-modem.
  • Pagina 112 • Het modem niet compatibel is (dit betekent dat het model niet door Philips is goedgekeurd). Het modem wordt niet door Philips geleverd. Als het modem defect is, moet u contact opnemen met de leverancier van het modem. Het modem moet voldoen aan de wettelijk gestelde eisen en de volgende standaarden: •...
  • Pagina 113 Invoeren en opslaan Invoeren en opslaan Barcodelezer Gebruik de barcodeleespen om curvegegevens op te slaan en te verzenden. Zie Hoofdstuk 12, “Registratie van behandelingsinformatie,” voor aanwijzingen over het gebruik van de barcodeleespen. Met de leespen kunt u: • Het telefoonnummer van de ontvanger invoeren •...
  • Pagina 114 Invoeren en opslaan Patiënt ID. De patiënt-ID vergemakkelijkt de toewijzing van de foetale gegevens aan het juiste patiëntbestand doordat elke patiënt een unieke, alfa-numerieke code krijgt. Voor elke nieuwe patiënt moet een ID worden ingevoerd. Als u deze gegevens hebt ingevoerd, kunt u beginnen met de opslag en het verzenden van foetale curvegegevens.
  • Pagina 115 Invoeren en opslaan Scan één keer de code voor Patiëntgegevens behouden na verzending als u de volgende gegevens wilt behouden: — Het telefoonnummer van de ontvanger — Het telefoonnummer van de patiënt — Het patiënt-ID Patiëntgegevens behouden wordt de standaardinstelling. Deze instelling blijft ongewijzigd totdat u één keer de code voor Patiëntgegevens wissen na verzending scant.
  • Pagina 116 Invoeren en opslaan Het patiënt-ID wordt met Geheugen wissen niet gewist, tenzij Patiëntgegevens wissen na verzending de huidige standaardinstelling is. Foetale curvegegevens opslaan Als u foetale curvegegevens wilt vastleggen en in het geheugen wilt opslaan, gaat u als volgt te werk: Scan de barcode Opslag starten.
  • Pagina 117 Gegevens verzenden Gegevens verzenden Pas op Sluit de foetale monitor pas op het wandcontact van de telefoon aan als u alle transducers van de patiënt hebt verwijderd. Curvegegevens verzenden Als u opgeslagen foetale curvegegevens naar het ontvangststation wilt verzenden, scant u de barcode Gegevens verzenden. Tijdens de verzending wordt de hoeveelheid foetale curvegegevens die in het geheugen is opgeslagen in minuten weergegeven.
  • Pagina 118 Problemen oplossen en foutmeldingen Problemen oplossen en foutmeldingen In deze sectie worden problemen beschreven die uniek zijn voor deze module. Zie Hoofdstuk 15, “Problemen oplossen” voor een volledige lijst met standaard foutmeldingen die bij foetusbewaking kunnen verschijnen. Foetale curvegegevens worden naar de ontvanger verzonden in ‘datapakketten’...
  • Pagina 119 Controleer of het modem juist modemkaart reageert niet. geïnstalleerd of is geen is geïnstalleerd en of het een Dit bericht gaat gepaard goedgekeurd model door Philips goedgekeurd met drie geluidssignalen. model is ERR 77: Verzending via De telefoonlijn is bezet Wacht enige ogenblikken en...
  • Pagina 120 Problemen oplossen en foutmeldingen Netstoring In geval van een netstoring zijn de normale Serie 50 A Serie 50 IP-2 kenmerken van toepassing. De volgende kenmerken gelden specifiek voor deze module: • Opslag van foetale curvegegevens kan na een netstoring niet worden voortgezet.
  • Pagina 121 Upgrades uitvoeren Inleiding In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u met behulp van een upgradesleutel een upgrade uitvoert bij de software in de Philips Serie 50 Serie 50 IP-2 foetale monitoren. Upgradeprocedure 1. Koppel alle transducers (en telemetrie) los van de monitor.
  • Pagina 122 Upgradeprocedure 4. Na de procedure klinkt het "upgrade geslaagd" signaal (een ononderbroken pieptoon van twee seconden). Het display van de monitor toont "-0-". Haal de upgradesleutel uit de monitor. Als u het "start upgrade" signaal niet hoort, of als het "upgrade mislukt"...
  • Pagina 123 3. Als de upgrade weer mislukt, voert u de Beknopte systeemtest uit die wordt beschreven in de Service and Installation Guide. Als die niet het juiste resultaat heeft, moet u contact opnemen met Philips support. Hoofdstuk 14 - Upgrades uitvoeren...
  • Pagina 124 Herhaal stap 1 tot 6 voor elke monitor die u wilt upgraden. Als de upgradesleutel zoveel upgrades heeft uitgevoerd als waarvoor hij was geprogrammeerd, dient u hem naar Philips te retourneren voor recycling. Neem contact op met het Philips Service center voor meer informatie. Hoofdstuk 14 - Upgrades uitvoeren...
  • Pagina 125 (“xxx” is het nummer van de foutmelding.) – Zet de monitor uit en weer aan. Als de fout weer optreedt, kunt u proberen deze op te lossen. Neem contact op met een Philips Servicetechnicus of het Response Center als de fout niet verdwijnt. •...
  • Pagina 126 Neem als een van de onderdelen van deze tests mislukt contact op met een Philips Servicetechnicus of het Response Center. De papiersnelheid wordt tijdens de test automatisch ingesteld op 3cm/ min en wordt later teruggezet op de ingestelde waarde.
  • Pagina 127 Err xxx tien seconden en dan elke tien minuten. (“xxx” is het nummer van de foutmelding.) Zet de monitor uit en weer aan. Neem contact op met een Philips Servicetechnicus of het Response Center als de fout weer optreedt. Parametertest De parametertest controleert het signaalpad naar en van de ingangen, maar niet de transducers of de patiëntmodules zelf.
  • Pagina 128 120 wordt afgedrukt. MECG is aan. M1359A Als de reacties van uw monitor anders zijn, neemt u contact op met een Philips Servicetechnicus of het Response Center. Als een fout optreedt gebeurt het volgende: • Er wordt gedurende tien seconden een foutmelding getoond.
  • Pagina 129 Transducers testen Transducers testen Als deze test mislukt, probeer dan een andere transducer. Neem als dat niet helpt contact op met een Philips Servicetechnicus of het Response Center. Toco 1. Zet de monitor en de recorder aan. 2. Sluit de transducer aan op de Toco ingang.
  • Pagina 130 Patiëntmodules en beenplaten testen Ultrasound 1. Zet de monitor en de recorder aan. 2. Sluit de transducer aan op de US ingang. 3. Draai het luidsprekervolume op tot een hoorbaar niveau. 4. Houd de transducer in één hand en beweeg uw andere hand enige malen in de richting van de transducer en er dan weer vanaf.
  • Pagina 131 Als dat niet het geval is, zet dan de monitor uit en herhaal de test. Als de tekst TEST OK5 dan nog niet wordt afgedrukt, moet u contact opnemen met de Philips servicetechnicus of een Response Center. Hoofdstuk 15 - Problemen oplossen...
  • Pagina 132 Foutmeldingen Foutmeldingen In deze paragraaf worden de foutmeldingen beschreven die bij een aantal parameters voorkomen. In de paragrafen “Problemen oplossen” aan het einde van de individuele hoofdstukken worden de foutmeldingen beschreven die specifiek zijn voor één parameter. Fout Display Oorzaak Oplossing Verkeerde transducer in de US Sluit de juiste transducer aan...
  • Pagina 133 (zie de Service and Installation Guide for your monitor) Err 602 xxx is een waarde Neem contact met een Philips servicetechnicus of Err xxx tussen 500 en 600; het Response Center Geeft aan dat een...
  • Pagina 134 Foutmeldingen Hoofdstuk 15 - Problemen oplossen...
  • Pagina 135 Raadplaag deze voor complete informatie over reiniging en onderhoud. Volg bij het reinigen de aanwijzingen van de fabrikant altijd zorgvuldig op. Schade die voortkomt uit het gebruik van niet door Philips goedgekeurde producten, wordt niet gedekt door de garantie. Pas op...
  • Pagina 136 De monitor en de accessoires reinigen De monitor en de accessoires reinigen In deze sectie wordt beschreven hoe u de monitor, transducers, patiëntmodules, adapters en kabels kunt reinigen. Houd rekening met het volgende: • Dompel geen enkel onderdeel van het foetale monitorsysteem onder.
  • Pagina 137 Gebruik geen agressieve materialen zoals staalwol of schuurmiddelen. Waarschuwing Philips geeft geen garanties voor de effectiviteit van de genoemde middelen en methoden met betrekking tot infectiepreventie. Raadpleeg de afdeling infectiepreventie of de epidemioloog van uw instelling voor informatie over infectiebestrijding.
  • Pagina 138 De monitor en de accessoires reinigen Reinigingsmiddelen De tabel hieronder bevat een overzicht van aanbevolen reinigingsmiddelen voor de foetale monitor en de accessoires. Milde op alcohol op aldehyde Tensiden zeep basis basis ✔ ✔ ✔ ✔ Monitor ✔ ✔ ✔ ✔...
  • Pagina 139 De monitor en de accessoires reinigen Desinfecteren Desinfecteer de apparatuur alleen wanneer dat nodig is volgens de in uw instelling geldende voorschriften, om schade op lange termijn te voorkomen. Leef alle lokale wetten na inzake het gebruik van desinfectiemiddelen. Dompel of week nooit onderdelen van het monitorsysteem in vloeistof.
  • Pagina 140 Transducerbanden Pas op Neem, om schade aan het product te voorkomen, de volgende algemene voorzorgsmaatregelen bij het desinfecteren – tenzij de instructies bij een specifiek product anders aangeven. ® ® ® Gebruik GEEN Povodine , Sagrotan , Mucovit of sterke oplosmiddelen.
  • Pagina 141 Registratiepapier bewaren Registratiepapier bewaren Registratiepapier is niet geschikt voor langdurige archivering. Als dit nodig is, dient een ander medium overwogen te worden. Kleuren in thermisch papier hebben de neiging om te reageren met oplosmiddelen en andere chemische substanties, die in plakmiddelen gebruikt worden.
  • Pagina 142 Preventief onderhoud Preventief onderhoud De gebruiker of een biomedisch technicus dient regelmatig (minimaal eens per jaar) een aantal controleprocedures uit te voeren, om te zorgen dat de monitor en de accessoires optimaal blijven functioneren. Visuele inspectie Voordat u een transducer, patiëntmodule, adapterkabel of andere accessoires gaat gebruiken, dient u altijd goed te controleren of alle onderdelen –...
  • Pagina 143 Kalibratie en elektrische veiligheid Mechanische inspectie Zo voert u de mechanische inspectie van de monitor uit: • Zorg dat alle zichtbare en bereikbare schroeven stevig vast zitten • Controleer de externe kabels en de behuizing op barsten, breuken en andere beschadigingen •...
  • Pagina 144 Opruimen van de monitoris Opruimen van de monitoris Opruimen van de monitor aan het einde van de gebruiksduur dient te gebeuring volgens de landelijke voorschriften voor de verwerking van apparatuur die elektrische onderdelen bevat. Appendix A - Reiniging en onderhoud...
  • Pagina 145 Veiligheidsinformatie Inleiding Deze appendix bevat veiligheidsinformatie voor patiënt, gebruiker en monitor. Algemene veiligheidsinformatie Dit symbool geeft aan dat u de Gebruiksaanwijzing (dit boek), en in het bijzonder de waarschuwingen dient te raadplegen. Toegepast onderdeel van type BF (‘drijvend’). Moet van aarde gescheiden worden. Type BF is stringenter dan type B en is algemeen voor apparaten die geleidend contact hebben met de patiënt, of waarvan toegepaste onderdelen...
  • Pagina 146 De Philips Serie 50 A en de Philips Serie 50 IP-2 zijn geen “ECG-Monitors”, zijn niet beveiligd tegen defibrilleren en zijn niet ontwikkeld voor toepassing direct op het hart.
  • Pagina 147 Patiëntveiligheid Patiëntveiligheid Serie 50 A Resulterende isolatie Parameter Monitorinvoer- met transducer/ connector patiëntmodule Externe toco transducer (M1355A) Ultrasound transducer (M1356A) Marker voorval elders (15249A) Serie 50 IP-2 Resulterende isolatie met Parameter Monitorinvoer- transducer/patiëntmodule connector Externe toco transducer (M1355A) IUP quartz transducer (1290C) IUP druktransducer (CPJ840J5) Ultrasound transducer (M1356A) DECG transducer (M1357A)
  • Pagina 148 ESU, MRI en defibrilleren ESU, MRI en defibrilleren Waarschuwing Verwijder alle transducers, patiëntmodules, sensoren en accessoires voordat elektrochirurgie, defibrillatie, MRI zal worden toegepast. Stroom met hoge frequenties kan door de apparatuur vloeien en de huid van de patiënt verbranden. De apparatuur is niet uitgetest met defibrillatoren. Lekstroom Lekstromen kunnen gevaarlijk zijn voor de patiënt.
  • Pagina 149 Maximale ingangs- en uitgangsspanning Maximale ingangs- en uitgangsspanning Service-ingang voor upgrade-doeleinden De onderhoudstechnicus kan via deze ingang (1) een industriestandaard compatibele PC op de monitor aansluiten, om een aantal geavanceerde configuratie- en onderhoudsfuncties uit te voeren. Maximale spanning is ± 12 V. Appendix B - Veiligheidsinformatie...
  • Pagina 150 +5V behalve bij: telemetry (2) Pin 14 en 15: ±12V input Pin 2: -12V output Pin 3: +5V output Pin 4: +12V output Philips ±12V behalve bij pin 17, Obstetrische 18, 22 waar +5V input geldt bewakings- systemen (3) Appendix B - Veiligheidsinformatie...
  • Pagina 151 Maximale ingangs- en uitgangsspanning Modem Interface Module Max. Input/Output Apparaat (ingang) Optie Voltages HBCR 8200 barcode lezer +5V behalve bij: Pin 2 daar is ±12V input en Pin 3 daar is ±12V output Externe seriële interface connector PCMCIA modem poort Appendix B - Veiligheidsinformatie...
  • Pagina 152 Veiligheidsaarding Veiligheidsaarding Ter beveiliging van de patiënt en het ziekenhuispersoneel dient de behuizing van de monitor te worden geaard. Hiertoe moet de monitor voorzien zijn van een 3-aderig netsnoer dat het apparaat via het net aardt als dit wordt aangesloten op een correct geaard stopcontact. Gebruik geen 3-aderig naar 2-aderig adapter bij dit apparaat.
  • Pagina 153 Omgeving Omgeving De omgeving waarin de monitor wordt gebruikt dient redelijk vrij te zijn van vibratie, stof, corrosieve of explosieve gassen, extreme temperaturen, vochtigheid en dergelijke. De monitor werkt bij een omgevingstemperatuur tusseny 0 en 55 C. Temperaturen die buiten deze grenzen vallen kunnen de nauwkeurigheid van het apparaat beïnvloeden en schade veroorzaken aan onderdelen en schakelingen.
  • Pagina 154 Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Dit apparaat behoort tot de EMC-groep 1, klasse B overeenkomstig de EN/IEC60601-1-2. Dit product is met de juiste accessoires getest op elektromagnetische compatibiliteit (EMC) in overeenstemming met de internationale norm voor EMC bij medische apparatuur. Neem speciale voorzorgen in verband met elektromagnetische compatibiliteit (EMC) als u medische elektrische apparatuur gebruikt.
  • Pagina 155 Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Waarschuwing Gebruik GEEN draadloze/mobiele telefoons of enige ander draagbaar RF-communicatiesysteem in de nabijheid van de patiënt, of binnen een straal van 1,0 m van enig gedeelte van het foetale bewakingssysteem. Raadpleeg uw serviceprovider voor hulp bij de minimale aanbevolen scheidingsafstand tussen RF-communicatieapparatuur en het product.
  • Pagina 156 Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) EN/IEC 61000-4-6 bepaalt dat het product zonder prestatieverlies moet kunnen worden blootgesteld aan een veld van 3 V in een frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz. Er werden echter enkele frequenties ontdekt, waarin het immuniteitsniveau beneden het IEC 60601-1-2 testniveau lag, wat van invloed is op de ultrageluidparameter.Voor deze punten werd het uitgezonden testveld verminderd tot het niveau waarop de display- en recorderuitvoer weer normaal werden.
  • Pagina 157 Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Systeemkenmerken De bovenvermelde verschijnselen zijn niet uniek voor de monitor. Ze zijn kenmerkend voor de huidige generatie patiëntmonitoren. De verschijnselen treden op doordat zeer gevoelige versterkers gebruikt worden om de fysiologische signalen weer te geven. Bij de vele reeds klinisch gebruikte vergelijkbare monitoren vormt interferentie uit elektromagnetische bronnen zelden een probleem.
  • Pagina 158 Voor meer informatie over bescherming van apparatuur tegen ESD, verwijzen we u naar het gekwalificeerd personeel van uw biomedische afdeling of van Philips. Appendix B - Veiligheidsinformatie...
  • Pagina 159 Inleiding Zekeringen en batterijen vervangen Inleiding In deze appendix wordt beschreven hoe u zekeringen en batterijen kunt vervangen. Batterijen vervangen De monitor bevat eens interne klok, die loopt op twee batterijen. Deze bevinden zich onder een paneeltje aan de achterzijde van het papiermagazijn van de recorder.
  • Pagina 160 Batterijen vervangen U vervangt de batterijen op de volgende manier: 1. Zet de monitor uit en koppel hem los van de netspanning. 2. Druk op de klep van het papiermagazijn en trek deze naar voren om het magazijn te openen. 3.
  • Pagina 161 Zekeringen vervangen Zekeringen vervangen De juiste type-aanduidingen van de zekeringen zijn vermeld naast de netspanningsingang van de monitor: Voor 100/120V netspanning T500mA/250V Voor 220/240V netspanning T250mA/250V staat voor wisselstroom) U vervangt zekeringen op de volgende manier: 1. Zet de monitor uit en koppel hem los van de netspanning. 2.
  • Pagina 162 Zekeringen vervangen Appendix C -...
  • Pagina 163 Niet alle items zijn overal leverbaar. Dit overzicht is daarom geen productcatalogus. Gebruik geen accessoires zoals papier of ultrasound gel die niet door Philips zijn goedgekeurd. Hiermee kunt u de apparatuur beschadigen. Dit type schade wordt niet gedekt door de garantie.
  • Pagina 164 Standaardaccessoires Series 50 IP-2 • 1 x ultrasound transducer (M1356A) • 1 x Toco externe transducer (M1355A) • DECG beenplaat adapter kabel (M1362B) • 1 x MECG adapter kabel (M1363A) • 1 x patiënt module (M1364A) • 5 x foetale schedelelktrodes •...
  • Pagina 165 Hiervoor is Optie J10 of J15 vereist. Gecombineerde interface module voor telemetrie en Serie 50 A en Serie 50 IP-2 verloskundige bewakingssystemen (b.v. Philips OB TraceVue) en barcode lezer Gecombineerde interface module voor telemetrie en Serie 50 A en Serie 50 IP-2 verloskundige bewakingssystemen (b.v.
  • Pagina 166 Optionele accessoires Optionele accessoires Accessoires Optie Model Service and Installation Guide Serie 50 A Serie 50 IP-2 Installation and Operating Guide Video Serie 50 A ⁄ NTSC Serie 50 IP-2 • VHS • VHS ⁄ PAL Wandplaat voor montage aan de muur Serie 50 A Serie 50 IP-2 Serie 50 A...
  • Pagina 167 Papier Papier Gebruik uitsluitend de volgende soorten papier: Bestel- Raster Vette 3cm Landen nummer schaal kleur schaal lijnen M1910A USA/Canada 30-240 Oranje M1911A Europe/Japan 50-210 Groen M1913A Japan 50-120 Groen M1913J Japan 50-210 Groen 1. Normale bradycardie en tachycardie alarm bereiken zijn geel; meer ernstige bradycardie en tachycardie bereiken zijn rood.
  • Pagina 168 Transmissiegel Transmissiegel Als u een gel gebruikt die niet door Philips is geleverd, kan de kwaliteit van het signaal nadelig worden beïnvloed en de transducer worden beschadigd. Dit type schade wordt niet gedekt door de garantie. 40483A Aquasonic transmissie gel voor gebruik met ultrasound transducers: •...
  • Pagina 169 Elektrodes en kabels Elektrodes en kabels Series 50 IP-2 M1362B DECG beenplaat adapter kabel M1363A MECG adapter kabel 40493D Disposable pre-gelled elektrode voor abdominaal ECG en om de ECG beenplaat adapter M1362B op de dij te plaatsen: • Zlver/zilver-chloride sensor •...
  • Pagina 170 Disposable Schedel Elektrodes Disposable Schedel Elektrodes Series 50 IP-2 15133D Aleen in Europa leverbaar • Dubbele spiraal • In te brengen met interne geleidingshuls • Gamma gesteriliseerd • Geleverd in pakjes van 25. Houdbaarheid: maximaal 24 maanden; minimaal 6 maanden. 15133E Wereldwijd verkrijgbaar.
  • Pagina 171 IUP Catheters IUP Catheters M1333A Disposable intra-uterine sensor-tip drukcatheter (5 mV/V/mmHg ± 2% tolerantie). Geleverd in dozen van 10. M1353A Option C08 omvat één doos catheters (M1333A) en één duurzame connectorkabel M1334A. • Straling gesteriliseerd • Bevat 10 disposable catheters •...
  • Pagina 172 Banden en knopen Banden en knopen Duurzame buikband (M1562A) • Op maat gesneden • Breedte: 50 mm • Lengte: 1,3 m • Geleverd in pakjes van 5. Duurzame buikband (1500-0642) • Op maat gesneden • Breedte: 60 mm • Lengte: 1,3 m •...
  • Pagina 173 Specificaties voor digitaal interfaceprotocol Programmeerhandleiding (M1350-90114) met beschrijving van de gegevensuitwisseling tussen de Serie 50 A Foetale monitor en een PC hoststation/ Philips OB informatiebeheer systeem. *. Het suffix “X” representeert de huidige versie. Appendix D - Accessoires...
  • Pagina 174 Specificaties voor digitaal interfaceprotocol Appendix D - Accessoires...
  • Pagina 175 Informatie van de fabrikant Verantwoordelijkheid van de fabrikant Philips Medical Systems acht zichzelf alleen verantwoordelijk voor de veiligheid, betrouwbaarheid en het functioneren van de apparatuur indien: • montage, uitbreidingen, afstelling, wijzigingen of reparaties uitsluitend worden uitgevoerd door personen die daartoe door Philips zijn geautoriseerd •...
  • Pagina 176 Verantwoordelijkheid van de fabrikant U.S.A. wetgeving Federale wetgeving in de Verenigde Staten van Amerika beperkt verkoop van dit product aan, of in opdracht van een arts. Pas op Indien de verantwoordelijke medische instelling nalaat de door haar gebruikte apparatuur regelmatig te onderhouden, kan dit voortijdige storingen in de apparatuur en gevaar voor de gezondheid tot gevolg hebben.
  • Pagina 177 Specificaties Specificaties Dit gedeelte geeft een overzicht van de monitorspecificaties van de fabrikant. Patiëntveiligheid De monitor voldoet aan de volgende standaarden: • IEC 60601-1 • UL 544 • CSA-C22.2 No 601.1-M90 Input Isolatie Parameter connector classificatie Toco (M1355A) US (M1356A) DECG (M1357A) MECG (M1359A) DECG or MECG via M1364A...
  • Pagina 178 Gebruiks- en omgevingsspecificaties Gebruiks- en omgevingsspecificaties Voltage 100 - 120 V (± 10%) of Voeding 220 - 240 V (±10%) Netfrequentie 50 tot 60 Hz Stroomverbruik 25 VA max Type batterijen 2 x 1,5V (AA formaat) Omgeving Gebruikstemperatuur 0 °C tot + 55 °C Opslagtemperatuur -40 °C tot + 75 °C Transducer...
  • Pagina 179 Foetale specificaties Foetale specificaties Foetale specificaties 50 tot 240 spm Hartfrequentiebereik DECG (alleen serie 50 IP) 30 tot 240 spm ECG (alleen serie 50 IP) 30 tot 240 spm 0 tot +127 relatieve Extern tocobereik eenheden IUP bereik (alleen Serie 50 IP-2) -99 tot +127 mmHg of -9,9 tot +16,9 kPa Foetale hartfrequentie...
  • Pagina 180 Ultrasound, extern en intern toco Ultrasound, extern en intern toco Systeem Pulsed Doppler oscillator Ultrasound modus Frequentie 998,4 kHz Herhalingsfrequentie 3,2 kHz Ultrasound Piek-negatieve akoestische druk p = (28,0 ±4,7) kPa intensiteit Intensiteit outputstraal = (2,53±0,69)mW/cm (=tijdelijk gemiddelde vermogen/oppervlak) Ruimtelijke-piek tijdelijk = (7,7±2,6)mW/cm spta gemiddelde intensiteit...
  • Pagina 181 Recorder Schalen Hartfrequentie Uterus Schaal B Schaalkenmerken activiteit (M1911A, Schaal A (M1910A) (toco) schaal M1913A, M1913J) 7 cm 8 cm 4 cm Verticale schaal 30 spm/cm 20 spm/cm 25 eenh./cm Verticale schaal gevoeligheid Bereik 30 tot 240 spm 50 tot 210 spm 0 tot 100 eenh.
  • Pagina 182 Directive (93/42/EEC) aangaande medische apparatuur. Dit product is geclassificeerd als Classe IIb in overeenstemming met Annex IX van de Medical Devices Directive (93/42/EEC). Gefrabriceerd door: Philips Medizinsysteme Böblingen GmbH Hewlett-Packard Str. 2, Böblingen, Duitsland Productnamen: Foetale Monitor Serie 50 A...
  • Pagina 183 Index gegevens in- en uitschakelen Aansprakelijkheid van de Datum voorbeeldcurve fabrikant instellen Accessoires DECG bewaken met DECG optioneel contra-indicaties bewaken met ultrasound standaard problemen oplossen tweelingen bewaken ACOG technisch spiraalelektrode FHF alarmen bulletin aanbrengen aan/uit zetten Afvalverwerking Defibrillatie alarmgrenzen wijzigen Alarmen Desinfecteren bevestigen...
  • Pagina 184 de MECG-kabel op een standaard aansluiten bevestigen Herkennen elektroden bevestigen reiniging FHF alarmen elektrodes reiniging en onderhoud MHF (Hartfrequentie van specificaties de moeder) problemen bij de meting MNIBD Informatie registreren papiersnelheid voorbeeld voorbeeldcurve Inschakelen Na bewaking waarden op de curve recorder Netspanning Modem Interface Module...
  • Pagina 185 transducerbanden problemen oplossen transducers Transducer knoop Papier Reinigingsmiddelen adapter afscheuren Transducerbanden bijvullen bevestigen laden bevestigingsknoop verwijderen patiëntmodule Schedel elektrodes, Papierbak reiniging disposable Papier-op aanduiding Transducers Scheiden van curven van Papiersnelheid aansluiten op monitor tweelingen instelling accessories Signaalkwaliteit MNIBD registreren bevestigen aan band tijdens bewaking standaard niet onderdompelen...
  • Pagina 186 uterus activiteit condens vermijden bewaken elektrische Weergavepaneel extern bewaken veiligheidstests knoppen intern bewaken Vervangen problemen oplossen batterijen voorbeeldcurve zekeringen Vocht Voltage Zekeringen instelling vervangen Voorvalmarkering Zelftest Veiligheid knop aarding Index...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

50 ip-2 series50 a m1351a50 ip-2 m1353a