Download Print deze pagina

Philips Azurion Gebruiksaanwijzing pagina 101

Advertenties

Procedures uitvoeren
6.11 Injector koppelen
De timing van röntgenbeelden en contrastinjecties kan worden gekoppeld voor synchronisatie van de
beeldacquisitie met de flow van het contrastmedium.
Gebruik alleen een injectorsysteem dat een compatibiliteitsverklaring voor het gebruikte
röntgensysteem heeft. Zie voor meer informatie
ander injectorsysteem kan leiden tot de injectie van een overmatige hoeveelheid contrastmiddel. De
laborant is verantwoordelijk voor de aan de patiënt toegediende hoeveelheid contrastmedium.
Er zijn twee manieren van werken met injectorkoppeling:
• Gekoppeld
• Losgekoppeld
In de losgekoppelde modus bedienen de handschakelaar en pedaal alleen de röntgenfunctie en het
injecteren wordt bediend door de injectorhandschakelaar.
In gekoppelde modus kunt u de bedrijfsmodus met naar keuze één of twee schakelaars gebruiken.
Raadpleeg
De timing van de injectie en de opname worden berekend op basis van de geselecteerde instellingen.
U kunt de röntgenvertraging bepaald door de protocolinstellingen handmatig aanpassen. De waarde
ligt tussen 0 en 40 seconden in stappen van 0,5 seconden.
6.11.1 Ontkoppelde werking
U kunt beelden opnemen met ontkoppelde injectorkoppeling.
Wanneer de injectorkoppeling is ontkoppeld, moet u de injector op het juiste moment handmatig
starten met de handschakelaar van de injector.
U kunt de ontkoppelde werking selecteren met de TouchScreenModule of het acquisitievenster.
1 Selecteer de taak X‐ray Settings (Röntgeninstellingen).
2 Selecteer het röntgenprotocol.
3 Als injectorkoppeling is ingeschakeld, tikt u op Coupling (Koppelen) om de injectorkoppeling uit te
schakelen.
4 U start en stopt de injectie door op de handschakelaar van de injector te drukken en deze los te
laten.
5 U start en stopt de acquisitie door op de hand- of voetschakelaar voor opname te drukken en deze
los te laten.
6.11.2 Gekoppelde werking
De injectie met contrastmiddel kan automatisch worden geregeld met behulp van injectorkoppeling.
U kunt een vertraging opgeven tussen de injectie met contrastmiddel en de acquisitie van beelden om
ervoor te zorgen dat het contrast zichtbaar is op het interessegebied. Dit staat bekend als de
röntgenvertraging.
OPMERKING Gekoppelde werking is niet beschikbaar voor elk röntgenprotocol.
U kunt het systeem zodanig configureren dat dit wordt ontkoppeld na elke opnamerun om een
onbedoelde injectie met contrastmiddel te voorkomen. Het systeem kan door de technische
Azurion Uitgave 1.2 Gebruiksaanwijzing
Injectorbedieningsmethoden (Pagina 413)
Een injector aansluiten (Pagina
voor meer informatie.
101
Injector koppelen
216). Gebruik van een
Philips Healthcare 4522 203 52611

Advertenties

loading