Advertenties
Aanpassing door gebruiker
d Tik op Cancel (Annuleren) om af te sluiten zonder de naam van de presetgroep te wijzigen.
e Tik op Save (Opslaan) om de naam van de presetgroep te wijzigen.
7 Ga als volgt te werk, als u een preset-groep wilt verwijderen:
OPMERKING Wanneer een presetgroep wordt verwijderd, worden ook alle presets verwijderd
a
b Tik op More (Meer) en selecteer Delete (Verwijderen).
c
d Tik op Delete (Verwijderen) om de presetgroep te verwijderen.
8 Als u de fabriekswaarden voor presetgroepen wilt herstellen, gaat u als volgt te werk:
OPMERKING Wanneer de fabriekswaarden voor presetgroepen worden hersteld, worden alle
a
b Tik op Cancel (Annuleren) om het dialoogvenster te sluiten zonder de fabriekswaarden voor
c
12.10 Instellingen voor automatische positiecontrole wijzigen
U kunt de APC-instellingen (Automatic Position Control, automatische positiecontrole) in het systeem
aanpassen voor toekomstig gebruik.
Het systeem biedt u de mogelijkheid om APC-posities te wijzigen, een andere naam te geven, te
kopiëren, te verwijderen en nieuwe posities toe te voegen. U kunt ook de huidige geometrie opslaan
om deze later te gebruiken als APC-positie.
1 Klik in het menu System (Systeem) op Customization (Aanpassing) om het dialoogvenster System
Customization (Systeemaanpassing) weer te geven.
2 Klik in de instellingengroep X‐ray Application (Röntgenapplicatie) op APC Positions (APC-posities).
Als u gebruikmaakt van een biplane-systeem, kunt u in het dialoogvenster APC Positions (APC-
posities) kiezen tussen de posities Monoplane (Monoplane) en Biplane (Biplane). U kunt
Monoplane (Monoplane)-posities gebruiken op een biplane-systeem; in dat geval wordt alleen de
positie-informatie voor het frontale kanaal opgeslagen.
3 Als u de naam van een bestaande APC-positie wilt wijzigen, gaat u als volgt te werk:
a
Azurion Uitgave 1.2 Gebruiksaanwijzing
die zich in de groep bevinden.
Selecteer de gewenste presetgroep in de lijst.
Er wordt een bevestigingsdialoogvenster weergegeven.
Tik op Cancel (Annuleren) om het dialoogvenster te sluiten zonder de presetgroep te
verwijderen.
De presetgroep wordt verwijderd, inclusief alle presets die zich daarin bevinden.
bestaande presets en groepen met presets overschreven, ook aangepaste presets
en groepen met presets.
Tik op More (Meer) en selecteer Restore Defaults (Standaardinstellingen herstellen).
Er wordt een bevestigingsdialoogvenster weergegeven.
presetgroepen te herstellen.
Tik op Delete (Verwijderen) om de fabriekswaarden voor presetgroepen te herstellen.
De fabriekswaarden voor presetgroepen en presets worden hersteld. Aangepaste presets en
presetgroepen worden verwijderd.
Selecteer de APC-positie in de lijst Position Name (Positienaam).
Instellingen voor automatische positiecontrole wijzigen
236
Philips Healthcare 4522 203 52611
Advertenties
