Samenvatting van Inhoud voor Philips Respironics BiPAP A30
Pagina 1
R E F 1 1 1 0 5 6 6 Respironics Inc. Respironics Deutschland 1001 Murry Ridge Lane Gewerbestrasse 17 1 1 1 0 5 0 8 R 0 0 Murrysville, PA 15668, VS 82211 Herrsching, Duitsland T P 0 9 / 1 7 / 2 0 1 3 BiPAP A30 D u t c h GEBRUIKSHANDLEIDING...
Opmerking: In hoofdstuk 5 staat een uitgebreide beschrijving van de schermen met het volledige menu en het beperkte menu. Opmerking: Philips Respironics raadt u aan om het apparaat weer in de beperkte menutoegangsmodus te plaatsen voordat u het aan de patiënt teruggeeft zodat patiënten hun instellingen voor het voorschrift niet kunnen wijzigen.
Pagina 3
R E F 1 1 1 0 5 6 6 Respironics Inc. Respironics Deutschland 1001 Murry Ridge Lane Gewerbestrasse 17 1 1 1 0 5 0 8 R 0 0 Murrysville, PA 15668, VS 82211 Herrsching, Duitsland T P 0 9 / 1 7 / 2 0 1 3 D u t c h...
Pagina 5
Hoofdstuk 3. Alarmen van het beademingsapparaat ....................19 3.1 Hoorbare en zichtbare alarmindicatoren ................19 3.1.1 Alarmleds .......................... 19 3.1.2 Geluidssignalen ......................20 3.1.3 Alarmberichten ....................... 21 3.2 Een alarm onderdrukken ......................21 3.3 Een alarm resetten........................21 3.4 Beschrijving van alarmen......................22 3.4.1 Alarmen van de patiënt (door de gebruiker in te stellen) .......
Pagina 6
Hoofdstuk 5. Instellingen bekijken en wijzigen ......................33 5.1 Door de menuschermen navigeren ..................33 5.2 De keypadvergrendelingsfunctie gebruiken..............33 5.3 Het stand-byscherm openen ....................34 5.4 Het setup-scherm openen ..................... 34 5.5 Het bewakingsscherm openen ..................... 35 5.5.1 Inhoud van het bewakingsscherm ................35 5.6 Instellingen wijzigen in de menutoegangsmodus voor apparatuuraanbieders ....................
1. Inleiding 1.1 Inhoud van de verpakking Het BiPAP A30-systeem kan de volgende componenten omvatten. Sommige componenten zijn optionele accessoires die al dan niet met het apparaat meegeleverd zijn. Beademingsapparaat Secure Digital Luchtbevochtiger (SD)-kaart Draagtas Wit ultrafijn filter Herbruikbaar grijs schuimfilter Gebruiks- handleiding Netvoedingseenheid...
Verifieer altijd dat het geluidssignaal klinkt en dat de alarmleds rood oplichten en daarna kortstondig geel branden. Neem contact op met Philips Respironics of een erkend servicecenter voor service als deze signalen afwezig zijn bij het opstarten. Zie hoofdstuk 4 en 5 voor meer informatie over het opstarten van het apparaat.
Pagina 10
Philips Respironics of een geautoriseerd servicecenter.
Pagina 11
Sluit het apparaat niet aan op een niet-gereguleerde zuurstofbron of een zuurstofbron met hoge druk. Als er zuurstof met dit systeem wordt gebruikt, moet er een drukklep van Philips Respironics op de afvoer van het apparaat worden geplaatst. Als de drukklep niet wordt gebruikt, kan er een brandgevaar ontstaan.
Gebruik van niet door Philips Respironics gespecificeerde accessoires, transducers en kabels kan resulteren in niet-naleving wegens meer emissie of minder immuniteit van het apparaat. Voor optimale prestaties mag het apparaat uitsluitend worden gebruikt met door Philips Respironics verschafte accessoires. Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur kan medische elektrische toestellen beïnvloeden.
Een externe batterij mag uitsluitend worden aangesloten op het beademingsapparaat met behulp van de externe-batterijkabel van Philips Respironics. Deze kabel is een voorbedrade kabel met zekering en de juiste kabeleinden voor een veilige aansluiting op een standaard ‘deep cycle’...
• Als door gebruik van het masker de huid geïrriteerd raakt of kapot gaat, raadpleeg dan de gebruiksaanwijzing bij het masker voor de te nemen maatregelen. • Dit zijn de mogelijke bijwerkingen van niet-invasieve behandeling met positieve druk: – Oorpijn –...
Pagina 15
Sluit de netvoedingseenheid hier aan. Gelijkstroomingang Sluit een externe batterij hier aan met behulp van de gelijkstroomkabel van Philips Respironics. Filtergebied Er moet een herbruikbaar grijs schuimfilter in het filtergebied worden geplaatst om normaal huisstof en pollen te weren. Er kan ook een wit ultrafijn filter worden gebruikt om zeer fijne deeltjes completer uit te filteren.
1.6.1 Bedieningsknoppen De onderstaande afbeelding toont het beeldscherm en de primaire bedieningsknoppen op het apparaat. Alarmindicator/geluidonderbrekingsknop Beeldscherm 12/30/2010 06:12 PM Start/stop-knop Luchtbevochtiger Ramp Menu Linkerknop Rechterknop Omhoog/omlaag-knop Functie Beschrijving Beeldscherm Geeft instellingen voor de behandeling, patiëntgegevens en andere berichten weer. Start/stop-knop Wanneer er op deze knop wordt gedrukt terwijl het apparaat uitstaat, gaat het apparaat over op de stand-bymodus.
1.7 Symbolen De volgende symbolen kunnen op het apparaat of de meegeleverde accessoires staan: Symbool Beschrijving Raadpleeg bijgeleverde gebruiksaanwijzing. Netvoeding Gelijkstroom Tegen druipwater beschermde apparatuur (15° gekanteld); tegen vaste vreemde voorwerpen beschermde apparatuur (diameter ≥ 12,5 mm) Vochtigheidslimieten Temperatuurlimieten Let op, raadpleeg bijbehorende documenten. Bevat ftalaat of ftalaat is aanwezig ESD-waarschuwingssymbool Niet opnieuw gebruiken...
Pagina 18
Nabestelnummer Serienummer Partijnummer Gemachtigde vertegenwoordiger in de Europese Gemeenschap Start/stop Alarmindicator/geluidonderbreking Connector voor verpleegoproep- en extern alarmsysteem Voor gebruik in vliegtuigen. Voldoet aan RTCA DO-160F deel 21, categorie M. Uitsluitend gebruiken met de netvoedingseenheid 1081167. 1081167 Netvoeding: aansluiting voor de netvoedingseenheid Gelijkspanning (batterijspanning): aansluiting voor een externe batterij Afzonderlijke inzameling van elektrische en elektronische apparatuur krachtens EG-richtlijn 2002/96/EG.
Opmerking: Het apparaat is niet geschikt voor gebruik in vliegtuigen als er een modem of luchtbevochtiger in het apparaat is geïnstalleerd. 1.9 Contact opnemen met Philips Respironics Neem contact op met de afdeling klantenservice van Philips Respironics op het nummer +1-724-387-4000 of +49 8152 93060 om uw apparaat te laten onderhouden. Respironics Inc.
2. Behandelingsmodi en functies 2.1 Behandelingsmodi apparaat Behandelingsmodi Beschrijving CPAP Continue positieve luchtwegdruk; CPAP houdt gedurende de gehele ademhalingscyclus een constant drukniveau in stand. Spontane drukondersteuning; een bi-niveau-behandelingsmodus waarbij ademhalingen door de patiënt worden getriggerd en gecycleerd. Het apparaat triggert naar IPAP (inspiratoire positieve luchtwegdruk) in reactie op een spontane inademingsinspanning en cycleert naar EPAP (expiratoire positieve luchtwegdruk) tijdens de uitademing.
2.2 Behandelingsfuncties Het apparaat levert de volgende behandelingsfuncties, mits deze aan u zijn voorgeschreven. 2.2.1 AVAPS Als AVAPS (drukondersteuning met verzekerd gemiddeld volume) aanstaat, is dit een functie die beschikbaar is in de S-, S/T-, PC- en T-modi. Deze functie helpt patiënten een ademvolume (V ) gelijk aan of groter dan het beoogde ademvolume (instelling Ademvolume in AVAPS) te handhaven door de aan de patiënt geleverde drukondersteuning (PS) automatisch te regelen.
2.2.2 Bi-Flex-comfortfunctie Als deze functie aanstaat, heeft het apparaat uitsluitend in de S-modus een comfortfunctie, Bi-Flex geheten. Het Bi-Flex-attribuut past de behandeling aan door een geringe mate van drukontlasting in te voegen tijdens de laatste inademingsfasen en tijdens de actieve uitademing (de aanvang van de uitademing).
2.2.5 Digitale Auto-Trak-gevoeligheid Een belangrijk kenmerk van het apparaat is het vermogen om niet-intentionele lekken in het systeem te herkennen en daarvoor te compenseren en automatisch de trigger- en cycleeralgoritmes aan te passen om optimale prestaties te handhaven wanneer er lekken zijn. Deze functie heet digitale Auto-Trak-gevoeligheid. Lekcompensatie Het apparaat bewaakt de flow voortdurend en past de schatting van de patiëntflow aan naarmate de circuitlekkage verandert.
2.3 Detectie van behandelingsgebeurtenissen Het apparaat bewaakt de ademhaling en detecteert apneus, hypopneus en andere behandelingsgebeurtenissen (naarmate beschikbaar). Gebeurtenis Definitie Detectie van Een apneu wordt gedetecteerd wanneer er gedurende ten minste 10 seconden een apneu bij vermindering van 80% in de luchtflow ten opzichte van de referentiewaarde is of geblokkeerde wanneer er gedurende 10 seconden geen luchtflow wordt gedetecteerd.
3. Alarmen van het beademingsapparaat Er zijn drie soorten alarmen: • Hoge prioriteit – de bediener moet onmiddellijk reageren • Matige prioriteit – de bediener moet tijdig reageren • Lage prioriteit – de bediener moet op de hoogte zijn. Deze alarmen maken u attent op een verandering in de status van het beademingsapparaat.
3.1.2 Geluidssignalen Er klinkt een geluidssignaal wanneer de stroom uitvalt of een alarm met hoge, matige of lage prioriteit wordt gedetecteerd. Verder klinkt een geluidssignaal bij informatieberichten en om te bevestigen dat bepaalde handelingen zijn uitgevoerd (bijvoorbeeld wanneer een SD-kaart in het apparaat is geplaatst of verwijderd). •...
3.1.3 Alarmberichten Wanneer het beademingsapparaat een alarm detecteert, verschijnt het scherm Alarmen en berichten waarop een beschrijving van de alarmsituatie wordt gegeven. Wanneer er een alarmbericht verschijnt, wordt het rood gemarkeerd als het een alarm met hoge prioriteit betreft of geel als het een alarm met matige of lage prioriteit betreft.
3.4 Beschrijving van alarmen Dit gedeelte beschrijft alle alarmen en informatieberichten van het beademingsapparaat. 3.4.1 Alarmen van de patiënt (door de gebruiker in te stellen) Alarm Circuit losgekoppeld Dit is een alarm met hoge prioriteit. Dit alarm treedt op wanneer het ademhalingscircuit losgekoppeld is of een groot lek heeft.
3.4.2 Alarmen van het systeem Het alarm Beademingsapparaat inactief Dit treedt op wanneer het beademingsapparaat een interne fout of een situatie die invloed op de behandeling kan uitoefenen detecteert. Het apparaat wordt uitgeschakeld als uit de oorzaak van de storing blijkt dat het apparaat geen behandeling kan uitvoeren.
Het alarm Plaats SD-kaart Dit is een alarm met lage prioriteit. Het treedt op wanneer er een pulsoxymeter op het beademingsapparaat wordt aangesloten en er geen SD-kaart in het beademingsapparaat is geplaatst. Het apparaat blijft werken maar er worden geen oxymetergegevens op een SD-kaart geregistreerd. 3.4.3 Informatieberichten Kaartfout Dit informatiebericht treedt op wanneer er een onbruikbare SD-kaart in het beademingsapparaat wordt...
3.5 Wat te doen wanneer er een alarm optreedt Handel als volgt wanneer een alarm optreedt: Wanneer er een alarm optreedt, observeert u altijd eerst de patiënt en zorgt u dat voldoende beademing en zuurstoftoevoer (indien van toepassing) beschikbaar zijn. Let op de alarmindicatoren en luister of u het hoorbare alarm van de alarmindicator/ geluidonderbrekingsknop hoort;...
Alarm Prioriteit Geluids- Zichtbare Actie van het Actie van de gebruiker signaal indicatoren apparaat Lage Hoog Rood knipperende Werkt Blijf het apparaat gebruiken. beademing/min. knop; bericht Lage Als het probleem aanhoudt, beademing/min. neemt u contact op met uw apparatuuraanbieder. Laag Hoog Rood knipperende Werkt...
Alarm Prioriteit Geluids- Zichtbare Actie van het Actie van de gebruiker signaal indicatoren apparaat Batterij bijna Gaat over Matige prioriteit – Werkt Gebruik een andere batterij of ga leeg (wanneer van matig Geel knipperende over op netvoeding terwijl u de bijna (Matig –...
Pagina 35
Bericht Prioriteit Geluids- Zichtbare Actie van het Actie van de gebruiker signaal indicatoren apparaat Defect van Info Geen Knipperend pictogram: Apparaat werkt; De slang kan oververhit of verwarmde slang luchtbevochtiger defect zijn. Zet de luchtstroom wordt uit en sluit de verwarmde slang uitgeschakeld opnieuw op de luchtbevochtiger aan volgens de instructies...
4. Setup van het apparaat 4.1 Het luchtfilter installeren Het apparaat maakt gebruik van een wasbaar en herbruikbaar grijs schuimfilter en een wegwerpbaar wit ultrafijn filter. Het herbruikbare filter weert normaal huisstof en pollen, terwijl het ultrafijne filter zeer fijne deeltjes completer uitfiltert.
Flexibele Philips Respironics-slang (22 mm of 15 mm) of verwarmde slang • Philips Respironics-hoofdband (voor het masker) Opmerking: Zie hoofdstuk 6 voor informatie over het reinigen van de Philips Respironics flexibele slang vóór gebruik. Zie de afzonderlijke gebruiksaanwijzing bij andere componenten van het ademhalingscircuit voor eventueel noodzakelijk reinigen vóór gebruik.
4.4 Het apparaat van voeding voorzien Het apparaat kan op netvoeding of op gelijkstroom werken. 4.4.1 Op netvoeding werken Een netsnoer en netvoedingseenheid zijn met het apparaat meegeleverd. Steek eerst het uiteinde van het netsnoer met de stekkerbus in de netvoedingseenheid. Steek het uiteinde van het netsnoer met de pennen in een elektrisch stopcontact dat niet met een wandschakelaar wordt geregeld.
Het beademingsapparaat kan op een loodzuurbatterij van 12 V gelijkstroom werken via de externe- batterijkabel van Philips Respironics. Deze kabel is voorbedraad en heeft de juiste kabeleinden om te zorgen voor een veilige aansluiting van een externe batterij op het beademingsapparaat. De gebruikstijd van de batterij hangt af van de eigenschappen van de batterij en het gebruik van het apparaat.
5. Instelling bekijken en wijzigen 5.1 Door de menuschermen navigeren Zo navigeert u door alle menuschermen en instellingen: • Gebruik de omhoog/omlaag-knop om het menu door te nemen. • Gebruik de linker- en rechterknop om de op de knoppen op het scherm gespecificeerde handelingen uit te voeren.
5.3 Het stand-byscherm openen Nadat u op de knop hebt gedrukt, verschijnt het opstartscherm kortstondig met de naam en softwareversie van het apparaat. Vervolgens verschijnt het Stand-byscherm (zie afbeelding). Het geeft de datum en tijd, behandelingsmodus, een patiëntenaccessoirepaneel (als er een patiëntenaccessoire is aangesloten), een 12/12/2010 statuspaneel en het softkeypaneel.
5.5 Het bewakingsscherm openen Eenvoudige weergave Het bewakingsscherm verschijnt nadat u op de toets Behandeling op het Stand-byscherm hebt gedrukt. Er zijn twee versies van dit scherm: eenvoudige weergave en detailweergave. Voorbeelden van beide schermen worden rechts getoond. 11/03/2010 06:24 PM 5.5.1 Inhoud van het bewakingsscherm Het bewakingsscherm is in diverse panelen onderverdeeld: het bewakingspaneel, het datum-en-tijdpaneel, het...
In de detailweergave wordt dezelfde informatie getoond, maar hierbij worden in plaats van het datum-en- tijdpaneel de volgende gemeten parameters op het scherm weergegeven: Druk van de patiënt Uitgeademd ademvolume Beademing/minuut Ademsnelheid I:E-verhouding Opmerking: Als een oxymeter is aangesloten, worden de huidige SpO - en hartslagwaarden uitsluitend op het patiëntenaccessoirepaneel weergegeven als de detailweergave aanstaat.
5.6.1 Instellingen en alarmen van het apparaat wijzigen Gebruik in het scherm met het hoofdmenu de omhoog/omlaag-toets om Instellingen en alarmen te markeren. Druk op de rechtertoets om Instellingen en alarmen te selecteren. De instellingen van het apparaat zijn hieronder vermeld, samen met de behandelingsmodi waarin ze beschikbaar zijn.
Pagina 45
Instellingen voor de behandeling Modus Wijzig de instelling voor de modus in een van de volgende behandelingsmodi: CPAP AVAPS Selecteer Aan of Uit om AVAPS aan of uit te zetten. AVAPS-snelheid Als AVAPS aanstaat, kan de AVAPS-snelheid worden aangepast van 0,5 tot 5,0 cm H O/minuut in stappen van 0,5 cm H Flex-vergrendeling...
Pagina 46
IPAP-druk min. Deze instelling verschijnt als AVAPS aanstaat. Verhoog of verlaag de instelling van 4 tot 30 cm H O in stappen van 0,5. De IPAP-druk min. moet gelijk zijn aan of groter zijn dan de EPAP-waarde en moet minder zijn dan of gelijk zijn aan de IPAP-druk max.
Pagina 47
Ramp-begindruk Verhoog of verlaag de ramp-begindruk in stappen van 0,5 tot 4 cm H O tot de drukinstelling. De patiënt heeft ook toegang tot deze instelling, tenzij de Ramp-duur op Uit is ingesteld. Luchtbev. met verwarmde slang Deze instelling wordt alleen weergegeven als de verwarmde slang wordt gebruikt. U kunt deze functie activeren (Aan) of deactiveren (Uit).
Pagina 48
Opmerking: Bij verwijdering van de verwarmde slang wordt het apparaat teruggezet op de vorige slangtype-instelling. Waarschuwing: Bij gebruik van de optionele Philips Respironics 15 mm slang moet de slangtype-instelling van het apparaat op 15 worden gezet. Als uw apparaat niet beschikt over de slangtype-instelling, moet u de Philips Respironics 22 mm slang gebruiken.
Pagina 49
Apneu-alarm Met deze instelling wordt het apneu-alarm aan- of uitgezet. Als het is aangezet, klinkt er een geluidssignaal wanneer een apneu wordt gedetecteerd. Selecteer Uit om het alarm uit te zetten. Of verhoog of verlaag de instelling van 10 tot 30 seconden in stappen van 10 seconden.
5.6.2 Instellingen van het menu Opties wijzigen Gebruik in het scherm met het hoofdmenu de omhoog/omlaag-toets om Opties te markeren. Druk op de rechtertoets om Opties te selecteren. Instellingen voor Opties De volgende instellingen zijn beschikbaar in het menu Opties. Menutoegang Selecteer volledige of beperkte menutoegang.
Pagina 51
Keypadverlichting Zet de verlichting Aan of Uit met deze instelling. Wanneer u op de knop drukt om met de behandeling te beginnen, gaat de keypadverlichting tijdelijk branden. Wanneer er een behandeling wordt uitgevoerd, is de keypad verlicht overeenkomstig deze instelling van de keypadverlichting. Als de instelling Aan is, blijft de verlichting aan terwijl er een behandeling wordt uitgevoerd.
De standaardinstelling van de dag is de huidige dag. Het instelbare bereik is van 1 tot 31. De maximale waarde is gebaseerd op de geselecteerde maand. Jaar De standaardinstelling van het jaar is het huidige jaar. Het instelbare bereik is van 2000 tot 2099. De standaardinstelling van het uur is het huidige uur.
5.6.4 Het meldingslog bekijken Gebruik in het scherm met het hoofdmenu de omhoog/omlaag-toets om het meldingslog te markeren. Druk op de rechtertoets om het Meldingslog te selecteren. Het meldingslog geeft een lijst weer met alle gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden, in chronologische volgorde waarbij de meest recente gebeurtenissen het eerst worden weergegeven.
Nadat het gehele voorschrift is doorgenomen, verschijnt een scherm met de optie om de wijzigingen te annuleren of goed te keuren. Selecteer OK om het updaten van het voorschrift te voltooien en het bevestigingsscherm met het gewijzigde voorschrift weer te geven. Selecteer Annuleren om de procedure voor het updaten van het voorschrift te annuleren en de aanvankelijke toestand van het scherm te herstellen voordat het updaten van het voorschrift was begonnen.
5.8.1 Menu-items in Mijn instellingen wijzigen Gebruik in het scherm met het hoofdmenu de omhoog/omlaag-toets om Mijn instellingen te markeren. Druk op de rechtertoets om Mijn instellingen te selecteren. Het scherm Mijn instellingen verschijnt. Volg de onderstaande algemene instructies om door de instellingen voor de behandeling te navigeren en ze te wijzigen.
5.9 Symbolen op het scherm De volgende tabel geeft definities van symbolen die op het scherm kunnen verschijnen. Symbool Beschrijving Apneu-alarm aan AVAPS is aan AVAPS aan, en de instelling voor de AVAPS-snelheid (bijv. 1) Geluidonderbreking is actief Het alarm Circuit losgekoppeld is aan Hartslag –...
Pagina 57
Symbool Beschrijving Luchtbevochtiger is aangesloten en instelling van de luchtbevochtiger (bijv. 1) Luchtbevochtiger is actief en instelling van de luchtbevochtiger (bijv. 1) Slechte conditie van luchtbevochtiger (er verschijnt een knipperend symbool) Verwarmde slang is aangesloten en instelling van slangtemperatuur (bijv. 1) Verwarmde slang is actief en instelling van slangtemperatuur (bijv.
6. Reiniging en onderhoud 6.1 Het beademingsapparaat reinigen De buitenkant van het beademingsapparaat moet telkens vóór en na gebruik bij een patiënt worden gereinigd en vaker indien nodig. Haal de stekker uit het stopcontact en reinig het voorpaneel en de buitenkant van de behuizing wanneer dit nodig is met een schone doek die met water en een niet-agressief reinigingsmiddel is bevochtigd.
Laat het filter volledig drogen aan de lucht voordat u het weer installeert. Vervang het schuimfilter als het gescheurd of beschadigd is. Alleen door Philips Respironics geleverde filters mogen worden gebruikt als vervangingsfilters. Als het witte ultrafijne filter vuil of gescheurd is, vervang het dan.
7. Accessoires Er zijn diverse accessoires beschikbaar voor uw BiPAP A30-apparaat. Neem voor aanvullende informatie contact op met uw apparatuuraanbieder. Volg bij gebruik van de accessoires altijd de met de accessoires meegeleverde instructies. 7.1 Een luchtbevochtiger met of zonder verwarmde slang toevoegen U kunt de verwarmde luchtbevochtiger en de verwarmde slang met uw apparaat gebruiken.
Raadpleeg de met uw snoer meegeleverde instructies voor bijzonderheden. 7.5 Externe alarmeenheid U kunt een externe alarmeenheid van Philips Respironics met uw apparaat gebruiken. Er is een speciaal adaptersnoer om het apparaat op de externe alarmeenheid aan te sluiten. Raadpleeg de met uw externe alarmeenheid en adaptersnoer meegeleverde instructies voor bijzonderheden.
Opmerking: Gebruik uitsluitend het bij Philips Respironics verkrijgbare oxymetrieapparaat. 7.7 Philips Respironics DirectView-software U kunt de Philips Respironics DirectView-software gebruiken om de gegevens over het voorschrift van de SD- kaart naar een computer te downloaden. DirectView kan gebruikt worden door medische zorgverleners om opgeslagen gegevens van de SD-kaart te ontvangen en te rapporteren.
8. Probleemoplossing Dit hoofdstuk vermeldt een aantal van de problemen die u met uw apparaat kunt ondervinden en mogelijke oplossingen voor die problemen. Vraag: Waarom gaat mijn apparaat niet aan? De verlichting op de knoppen gaat niet branden. Antwoord: Bij gebruik op netvoeding: Controleer het stopcontact en ga na of de stekker van het apparaat op juiste wijze in het stopcontact zit.
Pagina 65
Vraag: Waarom is de luchtflow veel warmer dan gebruikelijk? Antwoord: De luchtfilters zijn mogelijk vuil. Reinig of vervang de luchtfilters. De temperatuur van de lucht kan enigszins variëren, afhankelijk van uw kamertemperatuur. Controleer of het apparaat op juiste wijze wordt geventileerd. Houd het verwijderd van beddengoed of gordijnen die de luchtflow rondom het apparaat zouden kunnen blokkeren.
9. Technische specificaties Omgevingsvereisten Tijdens bedrijf Tijdens opslag Temperatuur 5 °C tot 40 °C -20 °C tot 60 °C Relatieve vochtigheid 15 tot 95% (niet-condenserend) 15 tot 95% (niet-condenserend) Atmosferische druk 101 kPa tot 77 kPa (ongeveer 0-2286 m) n.v.t. Fysieke gegevens Afmetingen: 22,23 cm B x 18,42 cm L x 10,80 cm H...
Type BF toegepast onderdeel Mate van bescherming tegen binnendringen van water: Druipwaterdicht, IP22 Werkmodus: Continu SD-kaart en SD-kaartlezer Gebruik uitsluitend SD-kaarten en SD-kaartlezers die verkrijgbaar zijn bij Philips Respironics, waaronder de volgende: SanDisk®-kaartlezer/-schrijver – SanDisk ImageMate – REF SDDR-99-A15 Nauwkeurigheid van regelparameters Parameter...
Ademhalingsweerstand tijdens stroomuitval of storingen De weerstandsmetingen omvatten het complete systeem, met luchtbevochtiger, bacteriefilter op de afvoer en patiëntcircuit. Patiëntflow Uitademingsweerstand Inademingsweerstand (l/min) (cm H (cm H <1,7 <1,9 <4,9 <5,5 Verwachte gebruiksduur Beademingsapparaat (inclusief netsnoer en netvoedingseenheid): 5 jaar Flexibele slang (22 mm): 6 maanden Herbruikbaar grijs schuimfilter:...
10. EMC-informatie Leidraad en fabrikantenverklaring – elektromagnetische emissies Dit apparaat is bestemd voor gebruik in de hieronder aangegeven elektromagnetische omgeving. De gebruiker van dit apparaat dient ervoor te zorgen dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Emissietest Naleving Elektromagnetische omgeving – leidraad RF-emissies Groep 1 Het apparaat gebruikt RF-energie uitsluitend voor zijn...
Leidraad en fabrikantenverklaring – elektromagnetische immuniteit Dit apparaat is bestemd voor gebruik in de hieronder aangegeven elektromagnetische omgeving. De gebruiker van dit apparaat dient ervoor te zorgen dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Immuniteitstest IEC 60601-testniveau Nalevingsniveau Elektromagnetische omgeving –...
Pagina 72
Leidraad en fabrikantenverklaring – elektromagnetische immuniteit Dit apparaat is bestemd voor gebruik in de hieronder aangegeven elektromagnetische omgeving. De gebruiker van dit apparaat dient ervoor te zorgen dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Immuniteitstest IEC 60601- Nalevingsniveau Elektromagnetische omgeving – leidraad testniveau Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur mag niet dichter bij enig deel van het apparaat...
Pagina 73
Aanbevolen scheidingsafstanden tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur en dit apparaat Het apparaat is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waar de uitgezonden RF- storingen onder controle worden gehouden. De gebruiker van het apparaat kan elektromagnetische storingen helpen vermijden door zich te houden aan een minimale afstand tussen draagbare en mobiele RF- communicatieapparatuur (zenders) en dit apparaat, zoals hieronder wordt aanbevolen, in overeenstemming met het maximale uitgangsvermogen van de communicatieapparatuur.
Beperkte garantie Respironics, Inc. garandeert dat het BiPAP A30-systeem geen defecten in vakmanschap en materialen zal vertonen en zal werken volgens de productspecificaties gedurende een periode van twee (2) jaar vanaf de datum van verkoop door Respironics, Inc. aan de dealer. Als het product niet werkt volgens de productspecificaties, zal Respironics, Inc.