–
De indicator voor olieverversing op het
voertuiginformatiedisplay wordt weerge-
geven.
•
De motorolie dient ververst te worden voor-
dat de afstand tot olieverversing gedaald is
naar 0 km (0 mijl). Als er met het voertuig door-
gereden wordt nadat de afstand tot oliever-
versing de 0 km (0 mijl) bereikt heeft, kunnen
de motorprestaties aanzienlijk verminderen.
•
Het roetfilter kan dat ook verzadigd raken om-
dat regeneratie wordt beperkt zodra de af-
stand tot de vereiste olieverversing 0 km (0
mijl) heeft bereikt.
Als bovenstaande toestand zich voordoet, laat
de auto dan nakijken door een erkende dealer
of gekwalificeerd garagebedrijf.
•
Het onderhoudsinterval wordt sneller kleiner
bij bepaalde rijomstandigheden, vooral bij rij-
den met lage snelheid in stedelijke omgeving.
3. Herinnering laag oliepeil
Als de indicator laag oliepeil wordt weergegeven, is
het motoroliepeil laag. Zodra de herinnering laag
oliepeil wordt weergegeven, moet u het oliepeil con-
troleren met de motoroliepeilstok. (Zie "Motorolie-
peil controleren" in hoofdstuk "8. Onderhoud en
doe-het-zelf".)
LET OP
Controleer het oliepeil regelmatig met de
motoroliepeilstok. Als de motor met een te laag
oliepeil draait, kan er motorschade optreden die
niet door de garantie wordt gedekt.
4. Waarschuwing oliepeilsensor
Als de oliesensorwaarschuwing wordt weergege-
ven, is er mogelijk een storing in de sensor. Neem
direct contact op met een erkende dealer of ge-
kwalificeerd garagebedrijf.
KLOK EN
BUITENLUCHTTEMPERATUUR
(indien aanwezig)
De klok
en de buitenluchttemperatuur
den weergegeven aan de bovenzijde van het voer-
tuiginformatiedisplay.
[Klok]
Voor informatie over het instellen van de klok, zie
"Instellingen" eerder in dit hoofdstuk of het apart
meegeleverde Instructieboekje van het Navigatie-
systeem met touchscreen.
[Buitentemp.] (°C of °F)
De
buitentemperatuur
wordt
in °C of °F, binnen een bereik van −40 tot 60 °C (−40
tot 140 °F).
De buitenluchttemperatuurmodus kent een waar-
schuwingsfunctie voor lage temperatuur. Wanneer
de buitentemperatuur lager is dan 3°C (37°F), wordt
de waarschuwing
(indien aanwezig).
De buitentemperatuursensor bevindt zich voor de
radiator. De werking van de sensor kan beïnvloed
worden door de hitte van het wegdek of van de
motor, de windrichting en door andere rijomstan-
digheden. De weergave op het display kan verschil-
len van de werkelijke buitentemperatuur of van de
temperatuur die weergegeven wordt op reclame-
borden of wijzers langs de weg.
JVI0932XZ
wor-
weergegeven
Instrumenten en bedieningen
weergegeven op het scherm
2-27