Door het ontwerp van de binnenspiegel past deze
automatisch de lichtweerkaatsing aan, afhankelijk
van de lichtsterkte van de koplampverlichting van
de auto achter u.
Het antiverblindingssysteem wordt automatisch in-
geschakeld zodra u de contactschakelaar in de ON-
stand drukt.
Wanneer het systeem is ingeschakeld, gaat het con-
j
trolelampje
B branden en wordt het eventuele ver-
blindende licht van de koplampen van de achterop-
komende auto verminderd.
Druk gedurende 3 seconden op de
de binnenspiegel normaal te laten functioneren en
het controlelampje gaat uit. Druk nogmaals gedu-
rende 3 seconden op de
-schakelaar om het
systeem in te schakelen.
Hang geen voorwerpen aan de spiegel en gebruik
geen ruitenreiniger. Hierdoor vermindert de ge-
j
voeligheid van de sensor
C , waardoor de spiegel
niet meer goed zal werken.
Automatische antiverblindingsspiegel
met achteruitrijcamera (indien
aanwezig)
j
-knop
A om
Voor meer informatie over de achteruitrijcamera
j
A , zie "Achteruitrijcamera (indien aanwezig)" in
hoofdstuk "4. Display, verwarming en airconditio-
ning, en audiosysteem".
Door het ontwerp van de binnenspiegel past deze
automatisch de lichtweerkaatsing aan, afhankelijk
van de lichtsterkte van de koplampverlichting van
de auto achter u.
Het antiverblindingssysteem wordt automatisch in-
geschakeld zodra u de contactschakelaar in de ON-
stand drukt.
Wanneer het systeem is ingeschakeld, gaat het con-
j
trolelampje
B branden en wordt het eventuele ver-
blindende licht van de koplampen van de achterop-
komende auto verminderd.
Druk op de
-knop
te zetten
Hang geen voorwerpen aan de spiegel en gebruik
geen ruitenreiniger. Hierdoor vermindert de ge-
voeligheid van de sensor
niet meer goed zal werken.
BUITENSPIEGELS
•
•
NPA1097
•
•
j
C om het systeem aan of uit
j
C , waardoor de spiegel
WAARSCHUWING
Blijf met uw handen van de buitenspiegels af
terwijl deze in beweging zijn. U kunt anders
met uw vingers bekneld raken of de spiegel
beschadigen.
Ga nooit met de auto rijden terwijl de buiten-
spiegels zijn ingeklapt. Het zicht naar achte-
ren is dan beperkt en u riskeert zo een onge-
val.
Objecten lijken in de buitenspiegel verder weg
dan ze in werkelijkheid zijn (indien aanwezig).
Afmetingen en afstanden zoals weergegeven
in de buitenspiegels komen niet overeen met
de werkelijkheid.
Alvorens te gaan rijden
3-25