ze de bediening van het gaspedaal niet kun-
nen belemmeren. Matten die niet geschikt zijn
voor de auto kunnen een juiste werking van
de snelheidsbegrenzer verhinderen.
De bedieningsschakelaars van de snelheidsbegren-
zer zijn te vinden op het stuurwiel (rechterkant).
De bedrijfsconditie van de snelbeidsbegrenzer
wordt aan de bovenkant van het voertuiginforma-
tiedisplay getoond. Zie voor meer informatie
"Voertuiginformatiedisplay" in hoofdstuk "2. Instru-
menten en bedieningen".
DE SNELHEIDSBEGRENZER
BEDIENEN
<CANCEL>-schakelaar
j
A
<RES/+>-schakelaar (Resume)
j
B
<SET/–>-schakelaar (Set)
Hoofdschakelaar snelheidsbegrenzer "AAN/
UIT"
5-38
Starten en rijden
Hoofdschakelaar cruise control "AAN/UIT". (Zie
voor meer informatie "Cruise control (indien
aanwezig)" eerder in dit hoofdstuk)
Snelheidsbegrenzersymbool
Ingestelde snelheid
De snelheidsbegrenzer inschakelen
De snelheidsbegrenzer kan worden ingeschakeld
na het starten van de motor of tijdens het rijden.
Druk op de "AAN/UIT"-hoofdschakelaar van de snel-
heidsbegrenzer
.
De snelheidslimiet instellen
NAA1866
Druk op de <SET/–>-schakelaar
Afhankelijk van het model:
•
De snelheidslimiet wordt ingesteld op de huidige
snelheid.
Wanneer u langzamer dan 30 km/u (20 mph)
rijdt, wordt de snelheidsbegrenzer ingesteld op
de minimum instelbare snelheid van 30 km/u
(20 mph).
•
Stel de snelheidsbegrenzer in wanneer u harder
rijdt dan 30 km/u (20 mph).
Wanneer de snelheidslimiet is ingesteld, zullen het
snelheidsbegrenzersymbool
snelheid
tiedisplay. Het snelheidsbegrenzersymbool wordt
groen.
Een snelheidslimiet wijzigen
Voer één van de volgende handelingen uit om een
snelheidslimiet te wijzigen.
•
Druk de <RES/+>-schakelaar (Resume)
hoog of de <SET/–>-schakelaar
NAA1666
laat los. Telkens wanneer u dit doet neemt de
ingestelde snelheid toe of af met 1 km/u (1 mph).
•
Druk de <RES/+>-schakelaar (Resume)
hoog of de <SET/–>-schakelaar
houd vast. De ingestelde snelheid neemt toe of
af tot het volgende veelvoud van 5 km/u (5 mph)
en vervolgens in stappen van 5 km/u (5 mph).
De nieuwe ingestelde snelheidslimiet
weergegeven op het voertuiginformatiedisplay.
Wanneer de werkelijke rijsnelheid de ingestelde
snelheid overschrijdt zonder dat de bestuurder in-
grijpt, klinkt er een waarschuwingssignaal kort na
j
B (omlaag).
het overschrijden van de ingestelde snelheid.
en de ingestelde
gaan branden op het voertuiginforma-
j
A om-
j
B omlaag en
j
A om-
j
B omlaag en
wordt