Werking van de airconditioning
De airconditioning moet minstens eenmaal per
maand ongeveer 10 minuten worden aangezet. Op
deze manier wordt schade aan het airconditioning-
systeem door onvoldoende smering voorkomen.
Koelen:
Deze modus wordt gebruikt om de lucht te koelen
en te ontvochtigen.
1. Druk op de luchtrecirculatieknop
trolelampje gaat uit.)
2. Druk op de
-knop. (Het controlelampje gaat
branden.)
3. Draai de aanjagerknop
naar de gewenste
stand.
4. Druk op de A/C-knop. (Het controlelampje gaat
branden.)
5. Draai de temperatuurregelknop in de gewenste
stand tussen midden en koel (links).
Bij hete en vochtige omstandigheden kunt u damp
uit de ventilatieroosters zien komen als gevolg van
de snelle afkoeling van de lucht. Dit duidt niet op
een storing.
•
Als het buiten erg warm is, druk u om snel te
koelen op de luchtrecirculatieknop
controlelampje gaat branden.) Vergeet niet om
de luchtrecirculatieknop
voor normale koeling.
Verwarmen en ontvochtigen:
Deze modus wordt gebruikt om lucht te verwar-
men en te ontvochtigen.
1. Druk op de luchtrecirculatieknop
trolelampje gaat uit.)
2. Druk op de
branden.)
3. Draai de aanjagerknop
stand.
4. Druk op de A/C-knop. (Het controlelampje gaat
branden.)
5. Draai de temperatuurregelknop in de gewenste
stand tussen midden en hoog (rechts).
. (Het con-
Ontwasemen en ontvochtigen:
Deze modus wordt gebruikt om de ramen te ontwa-
semen en de lucht te ontvochtigen.
1. Druk op de voorruitontwasemknop
controlelampjes op de voorruitontwasemknop
en de A/C-knop gaan aan.) Het controle-
lampje voor de luchtrecirculatie gaat uit.
2. Draai de aanjagerknop
stand.
3. Draai de temperatuurregelknop naar de ge-
wenste stand.
. (Het
weer uit te zetten
. (Het con-
-knop. (Het controlelampje gaat
naar de gewenste
. (De
naar de gewenste
Display, verwarming en airconditioning, en audiosysteem
4-27