De actieradiusfunctie geeft een waarschuwing bij
laag brandstofniveau. Wanneer het brandstofni-
veau laag is, wordt de waarschuwing op het scherm
weergegeven.
Als het brandstofniveau nog verder zakt, verandert
de weergave van de actieradius in "———".
•
Indien een kleine hoeveelheid brandstof wordt
toegevoegd, kan de weergave van de actiera-
dius vlak voordat de contactschakelaar op "OFF"
wordt gezet nog steeds zichtbaar zijn.
•
Wanneer u bergopwaarts rijdt of op een weg met
scherpe bochten, golft de brandstof in de tank
heen en weer en kan de weergave tijdelijk ver-
anderen.
Kilometerteller/dubbele dagteller:
De kilometerteller/dubbele dagteller wordt ge-
toond op het voertuiginformatiedisplay wanneer de
contactschakelaar op ON staat.
De kilometerteller
toont de totale afstand die de
auto heeft afgelegd.
De dubbele dagteller
toont de afstand van af-
zonderlijke ritten.
De weergave van de dubbele dagteller wijzigen:
Druk op de <TRIP RESET>-schakelaar
dashboard) om de weergave als volgt te wijzigen:
TRIP A
TRIP B
KILOMETERTELLER
Dubbele dagteller resetten:
Druk de <TRIP RESET>-schakelaar
seconde in om de dagteller te resetten.
Kilometerteller (modellen zonder
kleurendisplay)
Kilometerteller/dubbele dagteller:
De kilometerteller/dubbele dagteller wordt weerge-
geven wanneer de contactschakelaar in de
ON-stand staat.
De kilometerteller
auto heeft afgelegd.
De dubbele dagteller
zonderlijke ritten.
De weergave van de dagteller wijzigen:
Druk op de dagtellerschakelaar
als volgt te wijzigen:
TRIP A
TRIP B
Raadpleeg voor informatie over de boordcomputer
"Boordcomputer" verderop in dit hoofdstuk.
De dagteller op nul zetten:
Houd terwijl TRIP A of TRIP B wordt weergegeven de
terugstelknop van de dagteller
veer 1 seconde ingedrukt om de dagteller op nul te
zetten.
Raadpleeg voor meer informatie "Boordcomputer"
verderop in dit hoofdstuk.
(op het
TRIP A
langer dan 1
toont de totale afstand die de
toont de afstand van af-
om de weergave
Boordcomputermodus
TRIP A
gedurende onge-
TOERENTELLER EN MOTORKOEL-
VLOEISTOFTEMPERATUURMETER
De toerenteller geeft het motortoerental aan in
aantal omwentelingen per minuut (omw/min). Voer
het motortoerental niet op tot in het rode ge-
j
deelte
A .
Het rode gedeelte verschilt per model.
Motorkoelvloeistoftemperatuurmeter
De temperatuurmeter motorkoelvloeistof geeft de
temperatuur van de motorkoelvloeistof aan.
De temperatuur van de motorkoelvloeistof is nor-
maal als de meternaald zich binnen de in de afbeel-
ding aangegeven zone bevindt
De temperatuur van de motorkoelvloeistof varieert,
afhankelijk van de buitenluchttemperatuur en de
rijomstandigheden.
Instrumenten en bedieningen
NIC2705
.
2-3