ACHTERUITRIJCAMERA (indien aanwezig)
j
A
Camera
Wanneer de schakelhendel in de R-stand (achteruit)
wordt gezet, toont de monitor het zicht achter het
voertuig.
Dit systeem is ontworpen om de bestuurder te hel-
pen bij het waarnemen van grote stilstaande voor-
werpen, teneinde eventuele schade aan het voer-
tuig te voorkomen. Het systeem is mogelijk niet in
staat om kleine objecten onder de bumper of ob-
jecten dichtbij de bumper of op de grond te detec-
teren.
WAARSCHUWING
Nalatigheid in het opvolgen van de waarschuwin-
gen en aanwijzingen voor correct gebruik van de
achteruitrijcamera kan leiden tot ernstig letsel of
de dood.
•
De achteruitrijcamera is een handig hulpmid-
del, maar is geen vervanging voor de gebrui-
kelijke handelingen die nodig zijn om correct
achteruit te rijden. Draai voordat u de auto
manoeuvreert altijd uw hoofd om en kijk uit
Displays van de achteruitrijcamera
de raampjes en in de spiegels om er zeker van
te zijn dat het veilig is om verder te gaan. Rijd
altijd langzaam achteruit.
•
Dit systeem is ontworpen om de bestuurder
te helpen bij het waarnemen van grote stil-
staande voorwerpen direct achter de auto,
teneinde eventuele schade aan het voertuig
te voorkomen.
•
Het systeem kan dode hoeken niet helemaal
zichtbaar maken en toont wellicht niet elk
voorwerp.
•
De gebieden onder de bumper en rond de hoe-
ken van de bumper kunt u niet zien met be-
hulp van de achteruitrijcamera, omdat het
controlebereik beperkt is. Het systeem is niet
in staat om kleine objecten onder de bumper
te tonen en toont mogelijk ook geen objecten
die zich vlakbij de bumper bevinden of op de
grond liggen.
•
De afstand tot objecten die weergegeven wor-
den met behulp van de achteruitrijcamera ver-
schilt van de werkelijke afstand, omdat een
groothoeklens wordt gebruikt.
•
Objecten die met behulp van de achteruitrijca-
mera worden getoond verschijnen tegenover-
gesteld ten opzichte van het beeld dat gezien
wordt in de achteruitkijkspiegel en de buiten-
spiegels.
•
Zorg dat de achterklep goed dicht is wanneer
NIC3088
u achteruit rijdt.
•
Bedek de achteruitrijcamera niet. De achter-
uitrijcamera is aan de bovenkant van de laad-
klep geïnstalleerd.
•
Wanneer u de auto wast met een hogedrukrei-
niger, spuit dan niet rond de camera. Water zou
de camera kunnen binnendringen en con-
densvorming op de lens, storingen, brand of
elektrische schokken kunnen veroorzaken.
•
Stoot niet tegen de camera. Het is een preci-
sie-instrument. U zou anders storing of
schade kunnen veroorzaken met brand of een
elektrische schok tot gevolg.
LET OP
Kras de cameralens niet wanneer u vuil of sneeuw
verwijdert.
Display, verwarming en airconditioning, en audiosysteem
4-7