Het systeem activeren (indien
aanwezig)
1. Sluit alle ramen.
U kunt het alarmsysteem ook inschakelen als
de ramen open zijn.
2. Zet de contactschakelaar in de OFF-stand.
3. Draag de geïntegreerde afstandsbediening of de
afstandsbedieningsleutel bij u en stap uit de
auto.
4. Sluit en vergrendel alle portieren. De portieren
kunnen vergrendeld worden met de geïnte-
greerde afstandsbediening, de afstandsbedie-
ningsleutel, de verzoekschakelaar op de portier-
handgreep (indien aanwezig), de schakelaar voor
centrale portiervergrendeling of de mechani-
sche sleutel.
5. Controleer of het beveiligingscontrolelampje
gaat branden. Het controlelampje antidiefstal-
systeem brandt ongeveer 30 seconden en gaat
dan knipperen. Het systeem is nu geactiveerd. Als
tijdens deze 30 seconden het portier wordt ont-
grendeld of de contactschakelaar op ACC of ON
gezet wordt, zal het systeem niet geactiveerd
worden.
Zelfs als de bestuurder en/of passagiers zich in
de auto bevinden, zal het systeem actief worden
als alle portieren vergrendeld zijn en de contact-
schakelaar in de LOCK-stand staat. Het systeem
wordt vrijgegeven door de contactschakelaar
naar ACC of ON te drukken.
3-16
Alvorens te gaan rijden
Werking van het
diefstalwaarschuwingssysteem
Het voertuigbeveiligingssysteem zal het volgende
alarm afgeven:
•
De waarschuwingsknipperlichten knipperen en
declaxon klinkt met tussenpozen.
•
Het alarm wordt na ongeveer 30 seconden au-
tomatisch uitgeschakeld. Het alarm wordt ech-
ter opnieuw actief als er weer met de auto ge-
knoeid wordt.
Het alarm wordt geactiveerd:
•
Door het portier te ontgrendelen zonder gebruik
te maken van de geïntegreerde afstandsbedie-
ning, de afstandsbedieningsleutel, de verzoek-
schakelaar op de portierhandgreep (indien aan-
wezig) of de mechanische sleutel. (Zelfs als het
portier wordt geopend door aan de portier-
handgreep aan de binnenkant te trekken zal het
alarm geactiveerd worden.)
Het alarm stoppen
•
Het alarm stopt alleen als een portier ontgren-
deld wordt met de ontgrendelknop op de af-
standsbedieningsleutel.
•
Het alarm stopt niet als de contactschakelaar
op ACC of ON gezet wordt.
ANTIDIEFSTALSYSTEEM (ATS)
Het antidiefstalsysteem (ATS)* zorgt ervoor dat de
motor niet gestart kan worden zonder een geregi-
streerde ATS-sleutel.
Als de motor niet wil starten met de geregistreerde
ATS-sleutel, ligt dit misschien aan een storing ver-
oorzaakt door:
•
Een andere ATS-sleutel.
•
Een elektronisch tolwegpasje.
•
Een elektronische betaalpas.
•
Andere apparaten of pasjes die soortgelijke sig-
nalen uitzenden.
Start de motor als volgt:
1. Verwijder alle voorwerpen die storing zouden
kunnen veroorzaken uit de buurt van de ATS-
sleutel.
2. Laat de contactschakelaar ongeveer 5 seconden
in de ON-stand staan.
3. Zet de contactschakelaar in de OFF- of LOCK-
stand en wacht ongeveer 10 seconden.
4. Herhaal nogmaals stappen 2 en 3.
5. De motor starten.
6. Herhaal bovenstaande stappen tot alle mogelijke
storingen zijn opgeheven.
Als het op deze manier lukt om de motor te starten,
raadt RENAULT aan om de geregistreerde ATS-sleu-
tel apart te houden om eventuele storingen te voor-
komen.
Als ATS niet goed werkt, zal dit lampje blijven bran-
den terwijl de contactschakelaar in de ON-stand
staat.