ELECTRONIC STABILITY
PROGRAMME (ESP)
OFF-SCHAKELAAR
Onder de meeste rijomstandigheden moet de auto
worden gereden met ingeschakeld Electronic Stabi-
lity Programme (ESP).
Wanneer het voertuig vastzit in modder of sneeuw,
zorgt het ESP-systeem ervoor dat het motorvermo-
gen wordt verminderd om zo het doorslippen van
de wielen te verminderen. Het motortoerental
wordt beperkt ook al is het gaspedaal tot op de vloer
ingetrapt. Is het maximum motorvermogen nodig
om een vastzittend voertuig los te maken, schakel
dan het ESP-systeem uit.
Druk op de ESP OFF-schakelaar om het Electronic
Stability Programme (ESP) uit te schakelen. Het ESP
OFF-controlelampje
gaat branden.
Druk nogmaals op de ESP OFF-schakelaar of start
de motor opnieuw om het Electronic Stability Pro-
gramme (ESP) weer in te schakelen.
5-30
Starten en rijden
ACTIVE EMERGENCY BRAKING-
SYSTEEM (indien aanwezig)
Het Active Emergency Braking-systeem kan de be-
stuurder helpen wanneer er een risico bestaat op
een frontale botsing met een voorligger in dezelfde
rijstrook.
SSD1149Z
Het Active Emergency Braking-systeem (Actief
noodremsysteem) maakt gebruik van een radar-
sensor
die op de voorkant van de auto is geïn-
stalleerd om de afstand tot de voorligger op de-
zelfde rijstrook te meten.
WAARSCHUWING
•
Het Active Emergency Braking-systeem is een
extra hulpmiddel voor de bestuurder. Het be-
tekent niet dat de bestuurder niet meer op de
verkeersomstandigheden hoeft te letten en is
ook geen vervanging voor de verantwoorde-
lijkheid om veilig te rijden. Het systeem kan
geen ongelukken voorkomen die veroorzaakt
worden door onvoorzichtig of gevaarlijk rijge-
drag.
•
Het Active Emergency Braking-systeem werkt
niet onder alle rij-, verkeers-, weers- en we-
gomstandigheden.
WERKING VAN HET SYSTEEM
Het Active Emergency Braking-systeem treedt in
werking bij rijsnelheden boven ongeveer 5 km/u (3
mph).
Wanneer het risico bestaat op een aanrijding met
een voorligger, geeft het Active Emergency Braking-
systeem een eerste waarschuwing aan de bestuur-
der door middel van het knipperen van het waar-
schuwingslampje van het systeem (oranje) en een
akoestische waarschuwing.
NIC3103
Als de bestuurder na deze waarschuwing snel en
krachtig de remmen bedient en het Active Emer-
gency Braking-systeem desondanks waarneemt
dat de kans op een aanrijding nog steeds aanwezig
is, zal het systeem automatisch de auto nog krach-
tiger afremmen.
Als de bestuurder hierop geen actie onderneemt,
zal het Active Emergency Braking-systeem een
tweede visuele (rood) en akoestische waarschu-
wing geven. Als de bestuurder vervolgens het gas-
pedaal loslaat, zal het systeem de remmen gedeel-
telijk activeren.
Als het risico op een aanrijding onvermijdelijk lijkt,
zal het Active Emergency Braking-systeem auto-
matisch nog krachtiger afremmen.