CONTROLELAMPJE 4WD-MODUS
Het controlelampje voor de 4WD-modus wordt
weergegeven op het voertuiginformatiedisplay.
Als de motor draait, brandt het controlelampje van
de 4WD-modus in de stand die door de 4WD-mo-
dusschakelaar is geselecteerd.
•
Het is mogelijk dat het 4WD-moduscontrole-
lampje gaat knipperen wanneer u van de ene
rijmodus op de andere overschakelt. Na het
schakelen gaat het controlelampje van de
4WD-modus aan. Als het controlelampje niet
direct gaat branden, moet u zorgen dat het
veilig is om de auto en dan rechtuit rijden met
de auto, gas geven en afremmen of achteruit
rijden, en dan de 4WD-modusschakelaar ver-
zetten.
•
Als het 4WD-waarschuwingslampje gaat bran-
den of de foutmelding voor 4WD (indien aanwe-
zig) verdwijnt, gaat het controlelampje voor de
4WD-modus uit.
5-26
Starten en rijden
4WD-WAARSCHUWING
Waarschuwingslampje
Waarschuwingslampje
Gaat branden
m
JVS0447X
Knippert
m
Als het 4WD-waarschuwingslampje gaat branden,
gaat het controlelampje voor de 4WD-modus uit.
Een groot verschil tussen de diameters van de voor-
en achterwielen zal ertoe leiden dat het 4WD-waar-
schuwingslampje gaat branden. Zet de 4WD-mo-
dusschakelaar op <2WD> en rijd langzaam.
LET OP
•
Als het 4WD-waarschuwingslampje tijdens
het rijden enige tijd gaat branden of knippe-
ren, laat uw auto dan zo snel mogelijk nakij-
ken door een erkende dealer of gekwalificeerd
garagebedrijf.
•
Het schakelen tussen <4H> en <4LO> wordt
niet aangeraden wanneer het 4WD-waar-
schuwingslampje brandt.
•
Wanneer
het
gaat branden, kan de 2WD-modus ingescha-
keld zijn, zelfs wanneer de 4WD-modus zich in
de <4H>-stand staat. Rijd extra voorzichtig.
Wanneer de overeenkomstige delen defect
Brandt of knip-
pert in de
volgende
situaties:
Als er een storing
is in het
vierwielaandrijØ
vingssysteem
Het verschil in
draaisnelheid van
de wielen is groot
4WD-waarschuwingslampje
zijn, wordt de 4WD-modus niet ingeschakeld
zelfs niet als de 4WD-modusschakelaar wordt
geschakeld.
•
Rijd niet met de auto op een droog, hard weg-
dek in de <4H>-stand of de <4LO>-stand. Wan-
neer u met de auto in de <4H>-stand of de
<4LO>-stand op een droog, hard wegdek rijdt
kan dit overbodig lawaai, bandenslijtage en
een toename van het brandstofverbruik ver-
oorzaken.
Als het waarschuwingslampje voor vierwie-
laandrijving (4WD) gaat branden tijdens het
rijden op een droog, hard wegdek:
–
in de <4H>-stand, zet de 4WD-modusscha-
kelaar op <2WD>.
–
in de <4LO>-stand, stop de auto en zet de
schakelhendel in de N-stand (vrij) met het
rempedaal ingetrapt en zet de 4WD-mo-
dusschakelaar op <2WD>.
Als na bovenstaande procedure het 4WD-
waarschuwingslampje nog steeds brandt,
laat uw auto dan zo snel mogelijk nakijken
door een erkende dealer of gekwalificeerd
garagebedrijf.
•
De tussenbak kan beschadigd raken als u blijft
rijden terwijl het waarschuwingslampje snel
knippert.
Waarschuwing
Als er een storing optreedt in het vierwielaandrij-
vingsysteem (4WD) terwijl de motor draait, zal er een
waarschuwingsbericht verschijnen op het voertui-
ginformatiedisplay.