VOERTUIGACCU
WAARSCHUWING
Gebruik het voertuig niet als het vloeistofniveau
in de accu laag is. Een laag accuvloeistofniveau
kan leiden tot een hogere belasting van de accu,
hetgeen warmte kan genereren, de levensduur
van de accu kan verminderen en in sommige ge-
vallen kan dit leiden tot een explosie.
Accuvloeistofniveau controleren
Controleer het vloeistofniveau in elke accucel. Het
accuvloeistofniveau moet tussen MAXIMUM
MINIMUM
zijn.
Als cellen moeten worden bijgevuld, gebruikt u uit-
sluitend gedistilleerd water. Breng het niveau in elke
vulopening tot aan de bovenste indicatiestreep. Vul
niet te veel bij.
1. Verwijder de celdoppen
schap.
2. Vul gedistilleerd water bij tot het MAXIMUM
streepje.
Als de zijkant van de accu niet doorzichtig is, het
peil van het gedistilleerde water controleren door
recht boven de cel in de accu te kijken; de status
j
A betekent OK en de status
vulling vereist is.
3. Breng de celdoppen weer aan en zet ze vast.
•
Als het voertuig bij hoge temperaturen of ex-
treme omstandigheden gebruikt wordt, moet u
het accuvloeistofniveau vaak controleren.
DI0137MDZ
•
Houd het oppervlak van de accu schoon en
droog. Aanslag moet verwijderd worden met
een goed uitgewrongen vochtige doek.
•
Zorg dat de accupolen goed schoon zijn en klem
de aansluitingen stevig vast.
•
Als de auto gedurende minstens 30 dagen niet
zal worden gebruikt, ontkoppel dan de massa-
kabel (−).
SDI1480DZ
Starten met startkabels
en
Als het noodzakelijk is te starten met startkabels,
zie "Starten met startkabels" in hoofdstuk "6. In ge-
val van nood". Als de motor met gebruik van start-
kabels niet wil aanslaan of de accu niet wil opladen,
moet de accu waarschijnlijk worden vervangen.
Neem voor het vervangen van de accu contact op
met een erkende dealer of gekwalificeerd garage-
met geschikt gereed-
bedrijf.
BATTERIJ AFSTANDSBEDIENING
(indien aanwezig)
Batterij van afstandsbediening
vervangen
j
B betekent dat bij-
LET OP
•
Zorg ervoor dat kinderen de batterij en verwij-
derde onderdelen niet inslikken.
•
Onjuist afgevoerde accu's en batterijen kun-
nen schade toebrengen aan het milieu. Houdt
u aan de plaatselijke regelgeving inzake het
afvoeren van accu's/batterijen.
•
Zorg ervoor dat er geen stof of olie op de on-
derdelen komt wanneer u de batterijen ver-
vangt.
•
Het verkeerd vervangen van de lithium batte-
rij brengt ontploffingsgevaar met zich mee.
Alleen vervangen door hetzelfde of een gelijk-
waardig type.
•
Stel de batterij niet bloot aan overmatige hitte,
zoals zonneschijn, vuur, enz.
Onderhoud en doe-het-zelf
8-13