tor kan op elk moment zonder waarschuwing
beginnen te werken, ook als de contactscha-
kelaar in de OFF-stand staat en de motor niet
draait. Om letsel te voorkomen moet u altijd
de massakabel van de accu losmaken voordat
u in de buurt van de ventilator werkt.
•
Draag altijd een beschermende bril wanneer u
aan de auto werkt.
•
Laat nooit de kabelboomstekker loshangen
van onderdelen die te maken hebben met de
motor of met de versnellingsbak terwijl de
contactschakelaar in de ON-stand staat.
•
Vermijd direct contact met gebruikte motoro-
lie en motorkoelvloeistof. Motorolie, koelvloei-
stof en/of andere voertuigvloeistoffen die niet
op de juiste wijze worden afgevoerd, kunnen
het milieu verontreinigen. Houd u altijd aan de
plaatselijke regelgeving wanneer u voertuig-
vloeistoffen afvoert.
Dit hoofdstuk "8. Onderhoud en doe-het-zelf" bevat
alleen instructies voor het uitvoeren van relatief
eenvoudige vormen van onderhoud en reparatie.
Houd er rekening mee dat onjuist of niet volledig
uitgevoerd onderhoud kan leiden tot defecten of
overmatige uitstoot van uitlaatgassen, hetgeen van
invloed kan zijn op de garantiebepalingen. Laat on-
derhoud in geval van twijfel altijd uitvoeren door
een erkende dealer of gekwalificeerd garagebe-
drijf.
INSPECTIEPUNTEN
MOTORRUIMTE
Voor een overzicht van de motorruimte, zie
"Motorruimte" in hoofdstuk "0. Geïllustreerde in-
houdsopgave".
MOTORKOELSYSTEEM
WAARSCHUWING
•
Verwijder de dop van de radiator of van het
koelvloeistofreservoir nooit terwijl de motor
heet is. De koelvloeistof kan door de hoge druk
uit de radiator ontsnappen en ernstige brand-
wonden veroorzaken. Wacht tot de radiator en
de motor zijn afgekoeld.
•
Koelvloeistof is giftig en moet zorgvuldig bui-
ten het bereik van kinderen worden bewaard
in containers met een duidelijk opschrift.
Het motorkoelsysteem is in de fabriek gevuld met
een hoogwaardige antivrieskoelvloeistof die ge-
schikt is voor alle seizoenen. Deze antivriesvloeistof
bevat roestwerende middelen, waardoor extra toe-
voegingen niet nodig zijn.
LET OP
•
Gebruik nooit additieven in het koelsysteem,
zoals radiatorafdichting. Door toevoegingen
kan het koelsysteem mogelijk verstopt raken,
waardoor de motor, de versnellingsbak en/of
het koelsysteem zelf beschadigd zouden kun-
nen raken.
•
Wanneer er koelvloeistof wordt toegevoegd of
ververst, zorg er dan voor de juiste mengver-
houding te gebruiken. De volgende tabel toont
voorbeelden van de mengverhouding van
koelvloeistof en water:
Bij een minimale
Motorkoel-
buitentemperatuur
vloeistof
tot
(gecon-
centreerd)
°C
°F
−35
−30
50%
Onderhoud en doe-het-zelf
Gedeminerali-
seerd of
gedestilleerd
water
50%
8-5