CRUISE CONTROL BEDIENEN
Modellen met snelheidsbegrenzer (indien aanwezig)
<CANCEL>-schakelaar
j
A
<RES/+>-schakelaar (Resume)
j
B
<SET/—>-schakelaar
Hoofdschakelaar cruise control AAN/UIT
Hoofdschakelaar snelheidsbegrenzer AAN/UIT
(Voor details, zie "Snelheidsbegrenzer (indien
aanwezig)" verderop in dit hoofdstuk) (indien
aanwezig)
5-36
Starten en rijden
Cruise controlsymbool
Ingestelde snelheid
Met cruise control is het mogelijk met snelheden
boven 40 km/u (25 MPH) te rijden zonder uw voet
op het gaspedaal te hoeven houden.
De cruise control zal automatisch geannuleerd wor-
den als de snelheid daalt tot onder ongeveer 33
km/u (21 MPH).
Zet de schakelhendel op N (vrij) (modellen met au-
tomatische versnellingsbak) of trap de koppeling in
(modellen met handgeschakelde versnellingsbak)
NAA1866
om de cruise control te annuleren.
De cruise control inschakelen
Druk op de hoofdschakelaar van de cruise control
. Het cruise controlsymbool
ste ingestelde snelheid (of — — —)
voertuiginformatiedisplay weergegeven.
De kruissnelheid instellen
1. Accelereer tot de gewenste snelheid.
2. Druk op de <SET/—>-schakelaar
volgens los.
3. Het cruise controlsymbool
stelde snelheid (de gewenste kruissnelheid)
bovenaan het voertuiginformatiedisplay weer-
gegeven.
4. Haal uw voet van het gaspedaal.
De auto zal nu de ingestelde snelheid aanhouden.
Als de auto langzamer rijdt dan de minimum in-
stelbare snelheid, dan kan de cruise control niet
worden ingesteld.
NAA1667
De vooringestelde snelheid hervatten:
Druk op de <RES/+>-schakelaar en laat weer los
j
A .
De auto hervat de laatst ingestelde kruissnelheid
wanneer de rijsnelheid hoger is dan 40 km/u (25
MPH).
De kruissnelheid wijzigen
Volg een van de volgende methodes om de kruis-
snelheid te wijzigen.
Een lagere snelheid instellen:
Volg één van de volgende methodes om een lagere
snelheid in te stellen.
•
Rem op normale wijze af met behulp van het
rempedaal.
wordt met de laat-
Druk wanneer de auto de gewenste kruissnel-
bovenaan het
heid bereikt de <SET/—>-schakelaar
en laat los.
De nieuwe ingestelde snelheid wordt nu aan de
bovenkant van het voertuiginformatiedisplay
weergegeven.
•
j
B en laat ver-
Houd de <SET/—>-schakelaar
de ingestelde snelheid in stappen van 5 km/u (3
MPH) te verlagen.
wordt met de inge-
Wanneer de gewenste snelheid op het voertui-
ginformatiedisplay wordt bereikt, laat u de
<SET/—>-schakelaar los zodat de instelling in
werking treedt.
•
Druk dan de schakelaar <SET/—>
Dit zal de snelheid verlagen met ongeveer 1 km/u
(1 MPH).
De nieuwe ingestelde snelheid wordt bovenaan
op het voertuiginformatiedisplay getoond.
j
B omlaag
j
B ingedrukt om
j
B heel even in.