2.5. I/O's gereedschap
Het gebruik van digitale ingangen
Het bovenstaande voorbeeld laat zien hoe een eenvoudige knop of schakelaar
wordt aangesloten.
2.5.3 Analoge ingangen
De analoge ingangen bij het gereedschap wijken sterk af van die in de regel-
kast. Ten eerste zijn ze niet-differentieel, wat een nadeel is ten opzichte van de
analoge ingangen bij de I/O's van de regelaar. Ten tweede hebben de ana-
loge ingangen van het gereedschap een stroommodus-functie, wat een voor-
deel is ten opzichte van de I/O's van de regelaar. De analoge ingangen kun-
nen worden ingesteld op verschillende ingangsbereiken, die op verschillende
manieren ge¨ ı mplementeerd worden en daarom verschillende offset- en verster-
kingsfouten kunnen geven.
Parameter
Ingangsspanning in spanningsmodus
Ingangsspanning in stroommodus
Ingangsstroom in stroommodus
Ingangsweerstand bij bereik 0V - 5V
Ingangsweerstand bij bereik 0V - 10V
Ingangsweerstand bij bereik 4 mA - 20 mA
Het is belangrijk dat u zich realiseert dat elke stroomverandering in de ge-
meenschappelijke GND-aansluiting kan leiden tot een storend signaal in de
analoge ingangen, aangezien er een spanningsval zal optreden over de GND-
kabels en interne connectoren.
Let op: een verbinding tussen de voeding van het gereedschap en de analoge
ingangen zal de I/O-functionaliteit permanent beschadigen als de analoge in-
gangen in de stroommodus staan.
Om duidelijk te maken hoe eenvoudig het gebruik van digitale ingangen is,
volgen enkele eenvoudige voorbeelden.
Het gebruik van analoge ingangen, niet-differentieel
De eenvoudigste manier om analoge ingangen te gebruiken. De sensor kan
een stroom- of spanningsuitgang hebben, zolang de ingangsmodus van die
analoge ingang dezelfde instelling heeft op de I/O-tab. Controleer of een sen-
sor met spanningsuitgang de interne weerstand van het gereedschap kan aan-
drijven, omdat anders de meting ongeldig kan zijn.
All Rights Reserved
Min.
Type
-0.5
-
-0.5
-
-2.5
-
-
29
-
15
-
200
29
Max.
Eenheid
26
V
5.0
V
25
mA
-
kΩ
-
kΩ
-
Ω
UR10