26. Druk op de knop Dit waypoint instellen naast de afbeelding "?".
27. Op het scherm Bewegen verplaatst u de robot door te drukken op de di-
verse blauwe pijlen of beweegt u de robot door de knop Teach ingedrukt
te houden terwijl u aan de robotarm trekt.
28. Druk op OK.
29. Uw programma is klaar. De robot gaat tussen de twee punten bewegen als
u op het symbool 'Afspelen' drukt. Houd afstand, houd de noodstopknop
bij de hand en druk op 'Afspelen'.
30. Gefeliciteerd! U hebt nu uw eerste robotprogramma gemaakt waarmee u
de robot tussen de twee aangegeven punten laat bewegen. Vergeet niet
dat u een risicobeoordeling moet uitvoeren en de algehele veiligheidstoe-
stand moet verbeteren voordat u de robot daadwerkelijk aan het werk
zet.
1.4 Montage-instructies
De robot bestaat in essentie uit zes robotgewrichten en twee aluminium buizen
die de basis van de robot verbinden met het gereedschap van de robot. De
robot is zo geconstrueerd dat translatie en rotatie van het gereedschap moge-
lijk is binnen het werkbereik van de robot. In de volgende paragrafen worden
de basisbeginselen beschreven voor de montage van de verschillende delen
van het robotsysteem.
1.4.1 Het werkbereik van de robot
Het werkbereik van de robot UR10 loopt tot 1.300 mm van het gewricht op de
basis. Het werkbereik van de robot ziet u in afbeelding 1.2. Het is van belang
om bij het kiezen van een montagelocatie voor de robot rekening te houden
met het cilindrische volume recht boven en recht onder de basis van de robot.
Indien mogelijk moet worden vermeden dat het gereedschap te dicht bij het
cilindrische volume komt, omdat hierdoor de robotgewrichten snel bewegen
terwijl het gereedschap langzaam beweegt.
1.4.2 Montage van de robot
De robot wordt met 4 M8-bouten gemonteerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt
van de vier gaten van 8 5
herpositionering van de robot nodig is, zijn er twee gaten van Ø8 voor een pen.
Tevens is er een nauwkeurige "kopie"van de basis verkrijgbaar als accessoire.
Afbeelding 1.3 laat zien waar de gaten geboord en de schroeven bevestigd
moeten worden.
1.4.3 Montage van het gereedschap
De gereedschapsflens van de robot heeft vier gaten waarmee een gereed-
schap aan de robot bevestigd kan worden. In afbeelding 1.4 ziet u een teke-
ning van de gereedschapsflens.
All Rights Reserved
in de basis van de robot. Als er zeer nauwkeurige
10
1.4. Montage-instructies
UR10