Gordijn air-bags
(indien van toepassing)
De gordijn air-bags bevinden zich aan
beide zijden van het dak rails boven de
voor- en achterdeuren.
Ze zijn ontworpen om de hoofden van de
inzittenden voor en achter aan de buiten-
zijde te beschermen tegen flankbotsin-
gen.
De gordijn air-bags zijn ontworpen om
alleen te activeren tijdens flankaanrijdin-
gen, afhankelijk van de kracht van de
hoek, de snelheid en de aanrijding zelf.
De gordijn air-bags zijn niet ontworpen
om te ontplooien in alle zijbotsing situ-
aties.
OIA033024
OIA033052
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
WAARSCHUWING
Verminder het risico op ernstig let-
sel of overlijden door een opgebla-
zen gordijn air-bag en houdt u aan
de
volgende
voorzorgsmaatre-
gelen:
• Veiligheidsriemen moet altijd
gedragen worden door alle inzit-
tenden zodat de gebruikers goed
geplaatst zijn.
• Het kinderzitje moet zo ver mo-
gelijk van het portier worden ge-
plaatst.
• Plaats geen voorwerpen op de
airbag. Ook, bevestig geen enkel
voorwerp rond het gebied waar
de airbag opgeblazen wordt zoals
de deur, het glas van de zijdeur,
voor- of achterstijl, zijde dakrails.
• Plaats ook geen zware, scherpe
of breekbare voorwerpen in de
opbergvakken.
• Sta niet toe dat passagiers met
hun hoofd of het lichaam tegen
de portieren leunen, de armen op
de portieren leggen, een arm uit
de ruit steken of voorwerpen tus-
sen de portieren en de stoelen.
• Open or reparreer de airbags aan
de zijkant niet.
3 41