Onderhoud
ONDERHOUD DOOR EIGENAAR
De volgende lijsten zijn voertuigcontroles
en -inspecties die met de aangegeven
intervallen moeten worden uitgevoerd
om een veilige, betrouwbare werking van
uw voertuig te helpen verzekeren.
Negatieve omstandigheden dienen zo
snel mogelijk bij de dealer gemeld te
worden.
Deze Eigenaren Onderhoud Controles
zijn over het algemeen niet gedekt door
garanties en worden u gefactureerd voor
het arbeidsloon, onderdelen en gebruikte
(smeer) middelen.
7
6
Onderhoudsadvies voor eigenaar
Als u stopt voor het tanken van
brandstof:
• Controleer het motorolie niveau.
• Controleer koelvloeistofniveau in het
koelvloeistofreservoir.
• Controleer het niveau van de ruiten-
wasservloeistof.
• Controleer de bandenspanning.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig bij het controle-
ren van het koelvloeistofniveau van
uw motor wanneer de motor heet
is. Bij het verwideren van de radia-
teurdop kan kokend hete ko-
elvloeistof en stoom uit de radia-
teur spuiten. Dit zou brandwonden
of ander ernstig letsel kunnen vero-
orzaken.
Tijdens het besturen van uw
voertuig:
• Neem nota van elke verandering, ook
in het geluid van de uitlaat.
• Controleer op trillingen in het stuurwiel.
Let op het stuurgedrag of verandering
in de rechtuit positie van uw voertuig.
• Let op of uw voertuig constant lichtjes
draait of naar een zijde "trekt" bij het rij-
den op een gladde, effen weg. Houdt
daarbij wel het stuur vast.
• Luister bij het stoppen en controleer op
ongewone geluiden of het trekken naar
een zijde bij het remmen.
• Indien enig slippen of verandering in
de werking van de aandrijving wordt
waargenomen, laat dan de koppeling
of de automatische versnellingsbakolie
controleren.
• Controleer de P (Parkeer) functie van
de automatische versnellingsbak.
• Controleer de werking van de parkeer-
rem.
• Controleer op vloeistoflekken onder uw
voertuig (Het druppelen van (schoon)
water uit het aircosysteem tijdens of na
gebruik is normaal).