Het besturen van uw voertuig
HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK
Bediening van de handge-scha-
kelde versnellingsbak
De handmatig geschakelde versnellings-
bak heeft vijf versnellingen vooruit. De
versnellingsbak is volledig gesynchroni-
seerd in alle versnellingen vooruit zodat
het schakelen naar een hogere of lagere
versnelling makkelijk verloopt.
5
12
WAARSCHUWING
Zorg dat u, voordat u de bestuur-
dersstoel verlaat, dat de versnel-
lingspook in 1e versnelling staat
als het voertuig omhoog in een hel-
ling geplaatst is en in R (Acheruit)
als het voertuig omlaag in een hel-
ling geplaatst is en plaats de ont-
steking in de VERGRENDELD/ UIT
stand. Er kunnen zich onver-wach-
te wagenbewegingen voordoen als
deze voorzorgen niet worden geno-
OBA053003
men.
Om naar R (Achteruit) te schakelen,
zorgt u dat het voertuig volledig gestopt
is en plaatst u de versnellingspook ver-
volgens naar neutraal voordat u naar R
(Achteruit) gaat.
Als u volledig gestopt bent, en het is
moeilijk om de versnellingspook te plaat-
sen in de 1e versnelling of in R (Achter-
uit):
1. Plaats de versnellingspook naar neu-
traal en laat de koppeling los.
2. Trap het koppelingspedaal opnieuw in
en schakel dan naar 1ste versnelling
of R (achteruit) versnelling positie.
8 AANDACHT
Tijdens koud weer kan het overschake-
len moeilijker gaan totdat de versnell-
ingsbakolie is opgewarmd.
Het gebruik van de koppeling
De koppelingspedaal moet worden hele-
maal tot aan de vloer voordat:
- Starten van de motor
De motor niet aanslaan zonder het
koppelingspedaal in te drukken.
- Schakelen
Laat de koppeling langzaam opkomen.
Het koppelingspedaal moet altijd losgela-
ten zijn tijdens het rijden.
OPMERKING
Voorkom onnodige slijtage of scha-
de aan de koppeling:
• Rust met de voet niet op het kop-
pelingspedaal tijdens het rijden.
• Houd de voet niet op de koppe-
ling als u stil staat op een helling,
bijvoorbeeld voor een stoplicht
etc.
• Druk de koppeling altijd volledig
in om lawaai of schade te voor-
komen.