Kenmerken van uw voertuig
I Type A
I Type B
4
72
Achter Ruitenwisser/-sproeier
(indien van toepassing)
C: Bediening achterruitenwisser /-
sproeier
·
– Sproeien met kort wissen
· ON (
) – Continue wipe
· OFF (O) – Uit
OIA043020
OIA043020L
Ruitenwissers
Als volgt werkt als het contact in de stand
AAN is gezet.
: Voor een enkele wisser slag, druk
de hendel naar boven, de hendel
keert terug naar de 0 (OFF) positie
bij het loslaten. De wissers zullen
continu werken indien de hendel
naar boven wordt gehouden.
O : Wisser is niet in werking
--- : Wisser werkt ingestelde wisser inter-
vallen. Gebruik deze stand bij lichte
regen of mist. Om de snelheidsin-
stelling te veranderen, draait u aan
de knop voor de snelheidsregeling.
1 : Normale wissersnelheid
2 : Hoge wissersnelheid
8 AANDACHT
Indien er veel sneeuw of ijs op de voor-
ruit aanwezig is, ontdooi dan de voor-
ruit gedurende ongeveer 10 minuten of
totdat de sneeuw en/of ijs is verwijderd
voordat de voorruitwissers worden geb-
ruikt, om een juiste werking te verkrij-
gen en schade aan het ruitenwissersys-
teem te vermijden.