Onderhoud
LICHT GLOEILAMPEN
WAARSCHUWING
werken aan de lampen
Voor het werken aan de verlichting,
zet de parkeerrem stevig vast, ver-
zeker u ervan dat het contact uit
staat en de verlichting is uitgesc-
hakeld. Hierdoor kunt u veilig wer-
ken om te voorkomen dat uw vin-
gers verbrandt.
Gebruik alleen de gloeilampen met het
opgegeven vermogen.
VOORZICHTIG
Verzeker u ervan dat de defecte
gloeilamp wordt vervangen door
een van dezelfde sterkte. Anders
kan er schade ontstaan aan de ze-
kering of het elektrisch bedrading-
ssysteem.
7
52
VOORZICHTIG
- Het
Als u niet de nodige gereedschap-
pen, de juiste gloeilampen en de
ervaring heeft, raden we u aan een
erkende HYUNDAI verdeler te raad-
plegen.
In sommige gevallen, is het moeilijk
om gloeilampen te vervangen om-
dat andere onderdelen van het
voertuig verwijderd moeten worden
voordat u bij de gloeilamp kunt ko-
men. Dit is vooral van toepassing
indien u de koplamp assemblage
moet verwijderen. Ondeskundig
verwijderen / installeren van de
koplamp assemblage kan leiden tot
beschadiging van het voertuig.
8 AANDACHT
Na regen of wassen, kunnen koplamp en
achterlamp lensen bevroren lijken. Deze
conditie wordt veroorzaakt door het
temperatuurverschil tussen de binnen-
en buitenkant van de lampunit. Dit is
vergelijkbeaar met de condensatie op de
ruiten binnen uw voertuig tijdens de
regen en geeft niet aan dat er een pro-
bleem is met uw voertuig. Indien er
water in de lampunit lekt, raden we aan
om het systeem te laten nakijken door
een erkende HYUNDAI-verdeler.