WAARSCHUWING -
Afleiden van het rijden
Wanneer u tijdens het rijden wordt
afgeleid, kunt u de controle over de
auto verliezen, waardoor ongeval-
len en ernstig letsel veroorzakt
kunnen worden. De eerste verant-
woordelijkheid voor de bestuurder
is een veilige bediening van de auto
volgens de geldende verkeersre-
gels. Mobiele apparatuur of syste-
men in de auto die de blik, aan-
dacht en concentratie van de
bestuurder afleiden van een veilige
bediening, of die door de wet ver-
boden zijn, mogen tijdens het rij-
den nooit gebruikt worden.
Telefoonmodus
(indien van toepassing)
Bellen via de stuurwieltoetsen
C De aanwezigl functies kan afwijken
van de afbeelding.
(1) INHOUD
Verhogen of verlagen van het luidspre-
kervolume.
(2) MUTE
Uitschakelen van de microfoon tijdens
een gesprek.
Kenmerken van uw voertuig
(3) CALL
Aannemen en doorschakelen van ge-
sprekken.
• Oproepoverzicht controleren en ge-
sprek starten
- Druk de toets [CALL] kort in op het
stuurwielondersteuning.
- De lijst van de oproepoverzicht wordt
weergegeven op het scherm.
- Druk nogmaals op toets [CALL] om
het geselecteerde nummer te bellen.
• Het als laatste gebelde nummer
opnieuw bellen
- Houd de toets [CALL] ingedrukt op
het stuurwielondersteuning.
- Het als laatste gebelde nummer
wordt opnieuw gebeld.
(4) END
Beëindigen van gesprekken of uitschake-
len van functies.
4 135