Gebruik van de veiligheidsriem bij
kinderen
Pasgeborene en kleine kinderen
De meeste landen hebben wetgeving
wat betreft kinderen in voertuigen waarbij
kinderen moeten reizen in goedgekeurde
kinderartikelen, inclusief booster stoel-
tjes. De leeftijd waarop veiligheidsgor-
dels gebruikt kunnen worden in plaats
van an-dere middelen om kinderen te
beschermen, verschillen per land, dus
controleer de voorwaarden in uw land
voordat u op reis gaat. Kinderzitjes voor
kinderen mo-eten correct geplaatst en
geïnstalleerd zijn op de achterzitplaats.
Voor meer in-formatie, raadpleeg ook
"Kinderzitje" in deze sectie.
WAARSCHUWING
Gebruik ALTIJD correcte methodes
voor peuters en kinderen, en pas
deze aan het gewicht en de hoogte
van het kind aan.
Om het risico op ernstig letsel of
overlijden van een kind en andere
passagiers te verminderen, houdt u
een kind NOOIT op uw schoot of in
uw armen tijdens het rijden. De
krachten die ontstaan tijdens een
ongeval zullen het kind uit uw ar-
men rukken met alle gevolgen van
dien.
Kleine kinderen zijn het best beschermd
tegen letsel in een ongeval, wanneer ze
correct in de achterzitplaats in een kin-
derzitje geplaatst zijn, die voldoet aan de
wettelijke vereisten van de van uw land.
Voordat u een kinderzitje koopt, verzeker
u ervan dat het gecertificeerd is en dus
voldoet aan de wettelijke eisen uw land.
Kinderzitje dat passend is voor de lengte
en het gewicht van het kind. Controleer
het etiket op het kinderzitje voor deze in-
formatie. Raadpleeg ook "Kinderzitje" in
deze sectie.
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
Grotere kinderen
Alle kinderen onder 13 jaar die te groot
zijn voor een booster zitting moeten altijd
de achterzitplaats gebruiken en de
beschikbare veiligheidsgordels dragen.
Een veiligheidsriem moet geplaatst wor-
den over de bovenkant van de dijen en
goed zitten over de schouder en borst
zodat het kind veilig geplaatst is. Cont-
roleer periodiek de of de gordel nog strak
zit. Een kind dat veel beweegt, kan resul-
teren in het losraken van de riem. Kin-
deren krijgen de beste bescherming
wanneer er gebruik ge-maakt wordt van
de juiste middelen inclusief gebruik van
kinderzit en/of de veiligheidsgordels op
de achterbank.
Indien een groter kind boven 13 jaar oud
in de voorste zitplaats mag zitten, moet
het kind de veiligheidsgordel correct
gebruiken.
Indien het schoudergedeelte van de gor-
del de nek of het gezicht aanraakt, moet
het kind in een kinderzitje worden gezet.
Als de schouderriem nog steeds hun ge-
zicht of nek raakt, dan moeten de kin-
deren in een kinderzitje geplaatst wor-
den.
3 21