7. Met de motor start/stop knop op aan,
of de ontsteking op aan, schakel de
compressor in en laat deze ongeveer
5-7 minuten worden zodat er voldoen-
de druk opgebouwd wordt. (raadpleeg
"Banden en wielen" sectie 8). De ban-
denspanning van de band na het vul-
len is niet belangrijk en zal later
gecontroleerd/gecorrigeerd worden.
Let op dat u de band niet te vol doet
en blijf uit de buurt van de band tijdens
het vullen.
OPMERKING
Bandenspanning
Probeer niet met uw voertuig te rij-
den als de bandenspanning lager is
dan 29 PSI (200kpa). Dit kan resul-
teren in een ongeval vanwege plot-
selinge uitval van de band.
8. Schakel de compressor uit.
9. Koppel de slangen los van de fles met
dichtingsmiddel en van het ventiel van
OIA0630005
de band.
Plaats de bandmobiliteitskit in de op-
berglocatie in het voertuig.
WAARSCHUWING
Koolmonoxide
Laat uw voertuig gedurende lange-
re tijd niet draaien in een slecht
geventileerde ruimte. Koolmono-
xidevergiftiging en verstikking kun-
nen hiervan het gevolg zijn.
Wat te doen in noodgevallen
Het dichtingsmiddel verdelen
-
10. Rijd onmiddelijk ongeveer 4-6 mijl (7-
10 km, of ongeveer 10 min) om het
dichtingsmiddel gelijkmatig door de
band te verdelen.
Ga niet sneller dan 50 mph (80 km/uur).
Ga, indien niet mogelijk, niet sneller dan
12 mph (20 km/uur).
Als tijdens de rit ongebruikelijke trillingen,
rijgedrag of geluiden worden waargeno-
men, verlaag dan de snelheid voorzich-
tig, totdat u veilig de weg kunt verlaten.
Roep de hulp van een pechdienst in.
Als u de bandmobiliteitskit gebruikt, dan
kan de bandenspanning sensoren en
wielen door het dichtingsmiddel bescha-
digd worden, verwijder het dichtingsmid-
-
del dat op de bandenspanningsensoren
zit en laat het wiel door een bevoegde
dealer controleren.
6 21