Veiligheidskenmerken van uw voertuig
Veiligheidsgordel waarschuwings
Veiligheidsgordel van de bestuurder
waarschuwings (1)
Als herinnering aan de bestuurder zal de
waarschuwingslamp van de veiligheids-
gordel gedurende ongeveer 6 seconden
knipperen iedere keer dat u het contact
AAN zet, ongeacht het gebruik van de
gordel.
3
14
Indien de veiligheidsgordel van de
bestuurderszitplaats wordt losgemaakt,
nadat het contact AAN positie gezet is, zal
de waarschuwingslamp nogmaals oplich-
ten gedurende ongeveer 6 seconden.
De brandende lamp gaat knipperen als
de gordel niet wordt vastgezet en een
snelheid van 9 km/uur wordt bereikt, gaat
de brandende lamp knipperen, totdat
weer langzamer dan 6 km/uur wordt
gereden. (indien van toepassing)
Als de gordel nog steeds niet wordt vast-
gezet en er wordt harder gereden dan 20
km/uur dan klinkt gedurende ongeveer
100 seconden de zoemer en knippert de
betreffende waarschuwingslamp (indien
van toepassing).
OIA0330020
Veiligheidsgordel van de voorste
passagier waarschuwings (2)
Als herinnering voor de voorpassagier,
zal de veiligheidsgordel van de voorste
passagier waarschuwingslamp gedu-
rende ongeveer 6 seconden knipperen
iedere keer dat u het contact AAN zet,
ongeacht het gebruik van de gordel.
Als de voorpassagiersgordel niet is vast-
gezet nadat het contactslot in de stand
ON is gezet of wordt los gemaakt nadat
het contactslot op ON is gezet, gaat de
bijbehorende gordel-waarschuwingslamp
branden, totdat de riem wordt omgelegd.
De brandende lamp gaat knipperen als
de gordel niet wordt vastgezet en een
snelheid van 9 km/uur wordt bereikt, gaat
de brandende lamp knipperen, totdat we-
er langzamer dan 6 km/uur wordt gere-
den.
Als de gordel nog steeds niet wordt vast-
gezet en er wordt harder gereden dan 20
km/uur dan klinkt gedurende ongeveer
100 seconden de zoemer en knippert de
betreffende waarschuwingslamp.
8 AANDACHT
• De waarschuwingslamp niet vaste-
zette passagiersgordel voor bevindt
zich op het middelste dashboardpa-
neel.
(Vervolgd)