Waarschuwingslampje
Wanneer de LDWS niet goed werkt, het
waarschuwingslampje (Geel kleur) zal
gaan branden.
Wij raden u aan zich tot een erkende
HYUNDAI-dealer te wenden om het sys-
teem te laten controleren.
Het LDWS werkt niet wanneer:
• De bestuurder zet de richtingaanwijzer
aan om van rijstrook te veranderen of
zet de alarmknipperlichten op.
• Rijden op de rijstrook.
8 AANWIJZING
Gebruik de richtingaanwijzer altijd
voor je van rijstrook wisselt.
BESTUURDER OPGELET
De LDWS mag u niet waarschuwen,
zelfs als de auto de rijstrook verlaat,
of u waarschuwen zelfs als de auto de
rijstrook niet verlaat wanneer:
• De rijstrook niet zichtbaar is ten
gevolge van sneeuw, regen, een
vlek, een plas of andere factoren.
• De helderheid buiten plotseling ver-
andert zoals bij het binnenrijden of
verlaten van een tunnel.
• De koplampen 's nachts niet zijn
OIA056027
ingeschakeld of in een tunnel, of bij
slechte verlichting.
• Het moeilijk is om de kleur van de
markering van de weg of de rij-
strook te onderscheiden, of deze
markering beschadigd of onduide-
lijk is.
• U op een steile helling rijdt of een
bocht neemt.
• Licht, zoals straatlicht, zonlicht of
licht van een tegenligger weerkaatst
op het water op de weg.
• De lens of de voorruit bedekt is met
vreemde stoffen.
• De camera de rijstrook niet detec-
teert als gevolg van mist, hevige
regen of hevige sneeuwval.
Het besturen van uw voertuig
(Vervolg)
• De omgevingstemperatuur van de
achteruitkijkspiegel hoog is, te wij-
ten aan direct zonlicht.
• De rijstrook erg breed of smal is.
• De voorruit aangedampt is door de
vochtige lucht in de auto.
• Er een schaduw lgt op de markering
van de rijstrook.
• Er een markering is die lijkt op de
lijn van een rijstrook.
• Er een grensstructuur is, zoals een
betonblok.
• De afstand tot de voorligger erg kort
is of de voorligger over de marke-
ring van de rijstrook rijdt.
• De auto zwaar trilt vanwege wegom-
standigheden.
• Het aantal rijstroken toeneemt of
afneemt of de rijstrookmarkeringen
elkaar kruisen.
• Er iets op het dashboard werd
geplaatst.
• U rijdt met de zon recht voor u.
• U rijdt in gebieden in aanbouw.
• De rijstrook is meer dan twee aan
elke kant (Links/Rechts).
(Vervolg)
5 37