Veiligheidskenmerken van uw voertuig
WAARSCHUWING
• Zorg altijd dat grotere veilig-
heidsriemen
voor
gebruikt worden en goed afge-
steld worden.
• Zorg dat de schouderriem NOOIT
contact maakt met de nek of het
gezicht van het kind.
• Zorg dat maar één kind gebruik
maakt van één veiligheidsriem.
3
22
Gebruik van de veiligheidsriem bij
mensen met letsel
Ook wanneer een gewonde persoon
wordt vervoerd, moet de veiligheidsgor-
kinderen
del worden gebruikt. Voor specifieke
aanbevelingen raadpleeg een arts.
Eén persoon per gordel
Twee mensen (inclusief kinderen) mo-
gen nooit samen gebruik maken van één
veiligheidsgordel. Dit zou de ernstig let-
sels kunnen veroorzaken in het geval
van een ongeluk.
Ga niet liggen
Op de rug liggen terwijl een voertuig in
beweging is, kan gevaarlijk zijn. Zelfs
wanneer omgedaan, de bescherming
van het veiligheids-systeem (veiligheids-
gordels en/of air-bags) wordt daardoor
sterk verminderd.
Veiligheidsgordels moeten strak zijn
tegen uw heupen en borstkas liggen om
goed te functioneren. U kunt tijdens een
ongeval in de zittingriem geworpen wor-
den, wat kan resulteren in letsel aan de
nek of ander letsel.
Hoe schuiner de rugleuning is afgesteld,
hoe groter de kans dat op letsel.
WAARSCHUWING
• Gebruik NOOIT een teruggeklap-
te zitting terwijl het voertuig in
beweging is.
• Het rijden met een liggende rug-
leuning verhoogt de kans op ern-
stige letsel in het geval van een
ongeval of plotselinge stop.
• Bestuurder en passagiers moe-
ten altijd goed op de zitplaats zit-
ten, met de veiligheidsgordel cor-
rect gedragen en met de rugleu-
ning zo veel mogelijk verticaal.