I
Type A
I
Type B
Ruitensproeier
Trek de hendel lichtjes omhoog, in de neutrale posistie om vloeistof op de voorruit te
sproeien, de wissers zullen 1-3 slagen wissen.
Gebruik deze functie wanneer het nodig is.
De sproei- en wisserbediening blijft voortgaan zolang de schakelaar vat wordt gehou-
den. Controleer het niveau van de ruitensproeier reservoir, indien nodig, aanvullen.
De vulopening is geplaatst voor in het motorcompartment aan de bestuurderzijde.
I
Type C
I
Type D
OIA043022/OIA043022E/OIA043022EL/OIA043022L
Kenmerken van uw voertuig
OPMERKING
Om mogelijke schade aan de ruiten-
sproeierpomp
te
voorkomen,
bedien de pomp niet wanneer het
vlo-eistofreservoir leeg is.
WAARSCHUWING
Gebruik altijd ruitensproeier-vloeis-
tof met voldoende vorstbeveiliging,
hierdoor wordt voorkomen dat ij-
safzetting ontstaat op de ruit wat
het zicht belemmerd.
OPMERKING
• Om schade aan de wissers of
voorruit te voorkomen zet de wis-
sers niet aan als de voorruit dro-
og is.
• Gebruik geen schadelijke oplos-
middelen voor het reiningen van
de wisserbladen.
• Probeer de wisserarmen niet met
de hand te bewegen om schade te
voorkomen.
4 73