Download Print deze pagina

Hyundai i10 2017 Gebruikershandleiding pagina 56

Advertenties

Airbag bestuurder en
voorpassagier
(indien van toepassing)
Uw voertuig is uitgerust met een SRS
(Supplemental Restraint System) en met
een schoot-/schouderriem bij zowel de
bestuuders- als passagierposities.
De SRS bestaat uit air-bags zijn ge-
plaatst in het midden van het stuurwiel
en het voorste paneel aan passagierszij-
de boven het handschoenen box.
De airbags zijn gelabeld met de letters
"AIR BAG" op de kappen.
I
Front-airbag bestuurder
I
Voor passagiers air-bag
Het doel van het air-bag systeem is om
de bestuurder en/of voor inzittenden te
voorzien met additionele bescherming
dan die geboden door alleen de veilig-
heidsgordel in het geval van een (fron-
tale) aanrijding.
Veiligheidskenmerken van uw voertuig
WAARSCHUWING
Verminder het risico op ernstig letsel
of overlijden door een opgeblazen
airbag voor en houdt u aan de vol-
gende voorzorgsmaatregelen:
• Veiligheidsriemen moet altijd ged-
ragen worden zodat de gebruikers
goed geplaatst zijn.
• Pas de veiligheidsriemen voor de
passagier en de bestuurder zo ver
OBA033020
mogelijk naar achteren aan zodat u
volledige controle over het voertuig
heeft.
• Leun nooit tegen de deur of het
midden console.
• Zorg dat de bijrijder zijn of haar
voeten of benen niet op het dash-
board plaatst.
• Laat nooit toe dat een passagier
meerijdt op de voor zitplaats, wan-
neer de front-air-bag OFF indicator
van de passagier opge licht is.
• Er mogen geen voorwerpen (zoals
OBA033021
crash pad cover, mobiele telefoon-
houder, bekerhouder, parfum of sti-
ckers) worden geplaatst over of
dichtbij de airbag modules op het
stuurwiel, instrumentenpaneel, voor-
ruit en het paneel boven het hand-
schoenenvak van de voor passagier.
Dergelijke voorwerpen letsel kunnen
veroorzaken als de airbags bij een
aanrijding geactiveerd worden.
3 39

Advertenties

loading