Bandrotatie
Om profielslijtage vlak te maken is het
aanbevolen dat de banden iedere 12.000
km of eerder worden gewisseld van voor
naar achter.
Controleer voor de wisseling de band-
velg combinatie op onbalans.
Controleer tijdens het wisselen de ban-
den ook op ongelijkmatige slijtage en
schade. Abnormale slijtage wordt vaak
veroorzaakt door onjuiste bandspanning,
wieluitlijning, onbalans in de wielen, hard
remmen of het snel nemen van bochten.
Let op knobbels of uitpuilingen in het pro-
fiel of zijkant van de band. Vervang de
band indien noodzakelijk. Vervang de
band als weefsel of koordlagen zichtbaar
zijn. Corrigeer na het wisselen van de
wielen de bandenspanning en let op dat
de wielbouten met het juiste aanhaalmo-
ment zijn vastgezet.
Raadpleeg "Banden en wielen" sectie 8.
Met een full-size reserveband
(indien van toepassing)
Zonder een reserveband
Banden met draairichting
(indien van toepassing)
8 AANDACHT
Wissel banden die een assymetrisch pro-
fielpatroon hebben, alleen van voor na-
ar achter en niet van rechts naar links.
WAARSCHUWING
• Gebruik het de compacte reser-
vewiel niet bij het wisselen van
de wielen.
S2BLA790
• Bij het vervangen van banden is
het noodzakelijk banden van het-
zelfde type en profiel te monte-
ren. Deze heeft invloed op de
wegligging, prestaties en bedie-
nings-comfort. Dit kan leiden tot
vermindering van de voertuig-
controle, wat resulteert in een
ongeval en/of materiele schade.
S2BLA790A
CBGQ0707A
Onderhoud
7 33