Kenmerken van uw voertuig
Airconditioning
(indien van toepassing)
Druk op de A/C knop om het airconditio-
ningsysteem in te schakelen (de indica-
torlamp zal oplichten). Druk de knop nog-
maals om de airconditioningsysteem uit
te schakelen.
4
84
Systeembediening
Ventilatie
1. Zet de selectieknop op de
tie.
2. Zet de luchtinname schakelaar naar
de buitenlucht (fris) positie.
3. Zet het klimaatbeheersingsysteem
naar de gewenste positie.
4. Zet de ventilator op de gewenste snel-
heid.
OBA043158L
Verwarming
1. Zet de selectieknop op de
tie.
2. Zet de luchtinname schakelaar naar
de buitenlucht (fris) positie.
3. Zet het klimaatbeheersingsysteem
naar de gewenste positie.
4. Zet de ventilator op de gewenste snel-
heid.
5. Als droge lucht is gewenst, schakel
dan
het
(indien van toepassing) aan.
• Indien de ramen beslaan, zet dan de
selectieknop naar de
tie.
Bedieningstips
• Om te voorkomen dat stof of onaange-
posi-
• Lucht voor het verwarmings-/koeling-
posi-
• Om beslagen ruiten te voorkomen mo-
airconditioningsysteem
,
posi-
name geuren het voertuig binnenko-
men door het ventilatiesysteem, kan
de luchtinname tijdelijk naar de recir-
culatie positie gezet worden. Let op dat
de recirculatie op tijd wordt aangepast
om de kwaliteit van de lucht op peil te
houden. Dit zal helpen om de bestuur-
der alert en wakker te houden.
systeem wordt door de ventilatiegaten
recht voor de voorruit aangezogen. Let
op dat de ventilatiegaten niet worden
geblokkeerd door bladeren, sneeuw, ijs
of andere materialen.
et de selectie luchtinname zoveel als
mogelijk is op de buitenluchtpositie
worden gezet en ventilatorsnelheid op
de gewenste positie. Zet naar keuze
het airconditioningsysteem aan en stel
de temperatuurinstelling af op de ge-
wenste temperatuur.