96
Klimaatregeling
Klimaatregeling
Klimaatregelsystemen ................. 96
Luchtroosters ............................. 103
Onderhoud ................................. 104
Klimaatregelsystemen
Automatisch geregelde
airconditioning
Let op
Dek de sensor op het instrumenten‐
paneel niet af, om te voorkomen dat
de automatisch geregelde aircondi‐
tioning niet goed werkt.
Aanraakscherm klimaatregeling
U bedient de klimaatmodus, de ven‐
tilator, de luchttoevoer, de recirculatie
en de automatische verwarmde stoel
met de toets CLIMATE op het instru‐
mentenbord en op basis van de infor‐
matie op het Colour-Info-Display.
Bediening klimaatmodus
U kunt drie verschillende klimaatmodi
selecteren. Deze instellingen passen
de gevolgen van een werkende kli‐
maatregeling voor de elektrische ac‐
tieradius of het brandstofverbruik van
de auto aan.