16
Kort en bondig
inschakelen. Het ventilatortoerental
kan worden verhoogd om beslaan te
voorkomen. Als de luchtvochtigheid
afneemt, keert het systeem terug
naar de eerdere stand.
Automatisch geregelde airconditio‐
ning 3 96.
Elektrische aandrijving
P = Park
R = Achteruitversnelling
N = Neutrale stand
D = Rijstand
L = Laag
De schakelhendel kan alleen door het
indrukken van de schakelhendelknop
bij ingeschakeld contact en ingetrapt
rempedaal uit P worden geschakeld.
Elektrische aandrijving 3 110.
Voordat u wegrijdt
Voor het wegrijden controleren
■ Bandenspanning en -staat 3 170,
3 199.
■ Motoroliepeil en vloeistofniveaus
3 151.
■ Ruiten, spiegels, buitenverlichting
en kentekenplaat: vrij van vuil,
sneeuw of ijs en gebruiksklaar.
■ Juiste positie van spiegels, stoelen
en veiligheidsgordels 3 31,
3 38, 3 43.
■ Werking van remsysteem bij lage
snelheid, vooral bij vochtige rem‐
men.